VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De VEB behartigt de belangen van aandeelhouders en juist daarom is aandacht voor andere stakeholders en niet-financiële factoren van belang, zegt VEB-directeur Paul Koster. Na een jaar waarin klimaatverandering en de rol van bedrijven in de maatschappij wereldwijd breed bediscussieerd werden, maakt hij de balans op in een gesprek met Effect.

Klimaat, transitie, ESG en verduurzaming. Het zijn begrippen die afgelopen jaar meer dan ooit de publieke opinie beheersten. Zelfs in de VS, momenteel niet meteen het eerste land waarvan het leiderschap zich laat voorstaan op verantwoord ondernemen, was groen en duurzaam de trend. Overweldigend was de aandacht voor de – tot nu toe – succesvolle beursgang van het stormachtig groeiende Beyond Meat, maker van vleesvervangers. Maar ook de ondergang van energiebedrijf PG&E – door een combinatie van wanbestuur en klimaatverandering – en de problemen rond onkruidbestrijder Roundup – wel of niet slecht voor mens, boer en milieu? – stonden in het brandpunt van de belangstelling. Om de aandacht voor klimaat nog maar eens te accentueren, koos Time Magazine de zestienjarige Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg tot ‘Person of the Year’.

En dan was daar in de zomer de opzienbarende verklaring van 181 grote Amerikaanse bedrijven, waarin gesteld werd dat zij voortaan breder kijken dan alleen naar winst en aandeelhouders. Het was vooral de symboliek die uit dit voornemen sprak die de aandacht trok. Sinds de jaren zeventig gold, zeker in de VS, het door de econoom Milton Friedman geformuleerde dogma dat bedrijven er uitsluitend zijn om maximale winst na te streven.

Die visie lijkt nu te worden ingehaald door de tijd. VEB-directeur Paul Koster legt uit wat dit betekent voor aandeelhouders en de behartiging van hun belangen.

1. Is de verklaring door 181 bedrijven binnen de Business Roundtable een wake-upcall voor u geweest?
“Niet echt, als ik eerlijk ben. Ondernemingen moeten opereren binnen de maatschappij waarvan ze deel uitmaken. Als die maatschappij verandert, vraagt dat aandacht van ondernemingen en dus ook van aandeelhouders. Even terug naar het veelgebruikte citaat van Milton Friedman die bijna zestig jaar geleden stelde dat winstmaximalisatie de opdracht was van ondernemingen. Hij voegde er wel een belangrijke nuance aan toe: ‘within the rules of the game’. Ik denk dat we gerust kunnen stellen dat het speelveld veranderd is door globalisering, klimaatverandering en de directe blootstelling van ondernemingen aan de mening van allerlei stakeholders via sociale media.

De VEB is al langer doordrongen van de noodzaak verder te kijken dan alleen de harde cijfers onderaan de streep. De aandacht voor lange termijn volgen wij al lang, bijvoorbeeld door veel aandacht te besteden aan governance, goed ondernemingsbestuur, wat op de lange termijn zijn weerslag heeft op de resultaten van een onderneming.

Dat de Roundtable zo openlijk verklaart naar meer te kijken dan alleen aandeelhoudersbelang is in zoverre een waterscheiding dat het een oproep is vanuit het land waar het denken in aandeelhouderswaarde is uitgevonden. Maar vergeet niet dat vooral beleggers de drijvende kracht zijn achter deze veranderende zienswijze. Ik merk in contacten met particuliere en institutionele beleggers dat er veel breder gekeken wordt. Denk bijvoorbeeld aan een initiatief als Climate Action 100+, waarbij grote beleggers zijn aangesloten die bijna 4000 miljard euro aan beleggersgeld vertegenwoordigen. Deze maand nog sloot Blackrock zich hierbij aan. Dit samenwerkingsverband is zeer actief om ondernemingen te dwingen tot lagere uitstoot van CO2. Tegelijkertijd moet de aandeelhouder ook weer niet vergeten worden. Topman Feike Sijbesma van DSM, een belangrijke promotor van maatschappelijke belangen, zei het in de vorige Effect nog: ‘Als je niet zorgt voor financieel rendement, dan heeft het bedrijf op lange termijn geen toekomst.’

Dat ondernemingen op lange termijn financiële waarde moeten creëren, blijft wat mij betreft overeind. Dat is in het belang van alle stakeholders.”

2. Moet daarmee ook het beeld van de aandeelhouder worden bijgesteld?
“Aandeelhouders zijn stakeholders, dat is niet nieuw. Ze zijn wel heel bijzondere stakeholders. Wettelijk zijn het bestuur en de raad van commissarissen aan de vergadering van aandeelhouders verantwoording verschuldigd over het gevoerde beleid.

Helaas merk ik dat er sterke polarisatie is rond het verschijnsel aandeelhouder. Er is natuurlijk dat hardnekkige beeld dat die aandeelhouder de belangrijkste hindernis is om na te denken over de belangen van andere stakeholders. En dat is onterecht. Er zijn situaties, zoals bij een overname, dat het accent erg op de korte termijn lijkt te liggen. Dat is het beeld dat veel mensen vasthouden als het om de VEB gaat. Maar het moet altijd een afgewogen geheel zijn, waarbij je alle belangen meeneemt, zonder dat je zoals Sijbesma het ook aangaf, dat financiële aspect uit het oog verliest.”

3. Toch weer dat financiële aspect…
“Jawel, maar het is heel belangrijk dat je je realiseert dat er altijd heel veel trade-offs plaatsvinden, ook tussen andere stakeholders. Zo was er onlangs dat verhaal over een grote staalfabriek in Italië van ArcelorMittal. Bijna 11.000 werknemers, maar het bedrijf staat al sinds 1995 bekend als een grote vervuiler. Sluiten betekent massa-ontslag, dus daar staan de milieubelangen lijnrecht tegenover de sociale belangen. Daar is het van belang dat de aandeelhouders een goede inschatting kunnen maken van de toekomstige kosten voor de onderneming om zich aan te passen zodat de belangen van die andere stakeholders zo goed mogelijk kunnen worden gediend. Het management van de onderneming moet dat ook goed in beeld hebben, zodat zij daarover met aandeelhouders in discussie kunnen gaan.”

4. Wat betekent dit in de praktijk voor de opstelling van de VEB op een aandeelhoudersvergadering?
“Wij willen als aandeelhouder helder krijgen hoe het management met de afweging van de verschillende belangen omgaat. Het moet duidelijk worden wat de kansen en risico’s zijn van de keuzes die gemaakt worden en welke afwegingen daaraan voorafgingen. Daarbij is het belangrijk dat zowel het management als de raad van commissarissen zich bewust is van de belangen van alle stakeholders. We zullen er scherp op letten dat de aandacht voor meerdere stakeholders niet leidt tot vervlakking van informatie en ondernemingen de mogelijkheid aangrijpen om verstoppertje te spelen door zich te beroepen op een veelheid aan belangen. Waarde creëren op lange termijn blijft de kern, sorry dat ik dat weer moet herhalen.”

5. Kan de markt het wel alleen af? Moet de wereld niet meer naar het ‘Rijnlandse model’?
“Het is belangrijk dat bedrijven net als op de financiële prestaties ook op de andere gebieden goed kunnen worden beoordeeld en afgerekend. De relevante gegevens moeten dus inzichtelijk, meetbaar en controleerbaar zijn, zowel door overheidsinstanties als door beleggers. En er zal meer samenwerking moeten komen tussen private en publieke partijen. Daar zit een moeilijkheid, want de ervaring leert dat dergelijke samenwerking niet altijd even succesvol is, om het eufemistisch uit te drukken.”

6. Moeten ondernemingen de leidersrol pakken in veranderingen, of is dat een taak voor de overheid?
“Het is altijd de vraag of de overheid genoeg doet om de energietransitie en de sociale veranderingen in goede banen te leiden. Het worden in mijn ogen ook vaak projecten waar publieke en private financiering samenkomen.

Wij zullen als VEB proberen in te schatten of ondernemingen voldoende alert zijn op de verplichtingen die nu ontstaan en in hoeverre een overheid daarin een rol moet spelen. Het overleg tussen bedrijfsleven en overheid zal ook geïntensiveerd moeten worden. Die extra aandacht die wij voor de diverse stakeholders hebben, betreft nadrukkelijk ook de politiek.”

7. We hebben in het verleden vaker een toenemende aandacht gezien voor ‘zachte factoren’, dat ebde vaak ook weer weg, waarom is het deze keer anders?
“Omdat er nu iets speelt dat echt iedereen raakt, en dat is het klimaat. In tien jaar tijd is die terminologie totaal anders: eerst was het klimaatverandering, daarna klimaatrisico’s en nu is het Klimaatcrisis. Je kunt er niet meer omheen, de zaak komt tot een kookpunt.”

8. Hoe is het met de bereidheid om te veranderen bij beursgenoteerde ondernemingen in Nederland?
“Ik denk dat die bereidheid groeiende is. Shell springt daar nu een beetje uit. Partijen hebben dat bedrijf jarenlang proberen te bewegen om meer over klimaatrisico’s te praten, het bedrijf wist al in de jaren vijftig van de nadelen van fossiele brandstoffen. Tot voor kort zei Shell-topman Van Beurden nog dat hij bereid was alles op te pompen, dat zal hij nu niet snel meer zeggen, ook al wordt er nog kolossaal in fossiel geïnvesteerd. Wij moeten kunnen inschatten, ook op cashflow-gebied, wat er op dat soort ondernemingen afkomt. Dat is meer dan ooit essentieel voor beleggers. Het Spaanse Repsol is in dat verband interessant. Als eerste energieconcern heeft het aangegeven in 2050 klimaatneutraal te willen zijn en alle CO2-uitstoot te willen compenseren. Daarom hebben ze een afwaardering van bijna 5 miljard euro genomen. Ik ben erg benieuwd hoe andere energieconcerns gaan reageren op de actie van Repsol. Dit roept ook de vraag op in hoeverre de accountants consequent zijn in hun behandeling van de risico’s die opkomen in deze sector.”

9. En de belegger, moet hij selectiever zijn?
“Dat kan geen kwaad. Maar ook daar moet het bedrijfsleven hen enigszins bij helpen. Neem de situatie rond de green bonds. Wij zijn daar een groot voorstander van, maar het zou goed zijn als die rechtstreeks aan de particuliere belegger zouden kunnen worden uitgegeven, want daarmee heb je in deze tijden van minimale rentes in ieder geval wat rendement en je hebt dan niet die hogere kosten van de partijen die er tussen zitten.”

10. Wat is nu concreet nodig in de wereld om beleggers meer inzicht te geven in de risico’s die er zijn?
“Er zou veel meer gestuurd moeten worden op transparantie vanuit het management; de toekomst mag onzeker zijn, zeker als het over tientallen jaren vooruit gaat, zoals de gevolgen voor bedrijven van de klimaatverandering. Maar via scenarioanalyses moeten ondernemingen beleggers een hoop meer inzicht kunnen geven. Van de auditcommissies mag verwacht worden dat zij op de red flags wijzen en het management uitdagen om zich aan de nieuwe realiteit aan te passen. Er zal ook meer aandacht moeten zijn voor wat internal audits aan informatie opleveren. Er wordt nu nog te veel onder de pet gehouden, kijk maar wat er bij bedrijven als Boeing en Vale intern allemaal bekend was over zaken waar de buitenwereld geen weet van had.

Daarnaast is het van belang dat er een mondiaal raamwerk komt om niet-financiële prestaties te kunnen vergelijken, zoals IFRS-regels dat nu doen voor financiële prestaties. Dat zal een kwestie van lange adem zijn, maar absoluut noodzakelijk.”


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap