VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

“Ik geloof dat er een risico bestaat dat de eurozone japaniseert” klonk het op zondag 5 januari in het Marriott Marquis hotel in San Diego, aan de Baai van San Diego, in het uiterste zuiden van Californië. Daar vond de jaarlijkse bijeenkomst van de American Economic Association, dé vereniging van de Amerikaanse economen, plaats. De aanwezigen luisterden naar Mario Draghi, tot eind oktober 2019 president van de Europese Centrale Bank (ECB).

Japanisering is een term die staat voor een omgeving waarin de economische groei en inflatie permanent laag zijn, wat de centrale bank en de overheden ook doen om het tij te keren. De Japanse economie kon er, zo luidt de communis opinio, sinds begin jaren negentig alleen enige groei uitpersen dankzij een economische cocktail bestaande uit 0 procent rente en kwantitatieve verruiming. Dit zorgde voor permanente negatieve langetermijnrentes en grote begrotingstekorten.

De vrees is dat japanisering over zal slaan naar Europa en de VS, als het al niet begonnen is. Een duidelijk teken hiervoor is dat de inflatie en economische groei aan beide kanten van de Atlantische oceaan maar niet willen klimmen ondanks het zeer ruime monetaire beleid en, tenminste in de VS, het ruime begrotingsbeleid. Het is dan ook erg verleidelijk te concluderen dat het lot van Japan sinds 1990 onvermijdelijk ook ons lot is.

De monetaire dokter Mario Draghi waarschuwde niet alleen voor japanisering in de eurozone, maar schreef meteen het in zijn ogen noodzakelijke middel voor om dat te voorkomen. De overheden van de eurolanden moeten een stimulerender begrotingsbeleid voeren, zeker nu de rentes zo laag zijn. Daarmee toont Draghi zich een monetaire kwakzalver.

Verblind
Wie de moeite neemt om te kijken naar Japan voordat de economie van het land ten prooi zou vallen aan het japaniseringsvirus, ziet snel dat de omgeving waarin dat virus kon ontstaan, een omgeving is geweest waar de centrale bank veel te lang de rente veel te laag hield. Dat leidde tot allerlei zeepbellen op de financiële markten, die in loop der tijd almaar groter werden. Toen de centrale bank inzag dat de rente flink omhoog moest, was het te laat. Zij was te lang verblind door het zoete effect van geldpersen die 24/7 op volle toeren draaien. Toen deze een tandje lager gingen draaien, spatten die zeepbellen op een gewelddadige wijze uit elkaar.

Banken hadden op dat moment gedwongen moeten worden oninbare leningen af te schrijven. In de kern gezonde banken hadden met een schone lei kunnen beginnen en hun ongezonde broeders zouden hun deuren sluiten en kapitaal en arbeid vrijmaken voor de gezonde banken. Dat had de economische groei ongetwijfeld aangejaagd.

Wat Japan echter deed, was alles in het werk stellen om sluiting van banken te voorkomen, een beleid dat zombiebanken opleverde. Om oninbare leningen niet af te hoeven boeken, verstrekten die zombiebanken leningen aan bedrijven die hun oude leningen niet konden terugbetalen, wat tot zombiebedrijven leidde.

Als het bovenstaande u bekend voorkomt, dan is dat omdat Europa sinds 2007 precies hetzelfde heeft gedaan. Wie dus de kans op japanisering in de eurozone wil verkleinen, doet er goed aan het monetaire roer om te gooien en niet, zoals Draghi dat deed, dat roer in cement te gieten. De financiële sector moet gedwongen worden schoon schip te maken.

Kwetsbaarheid
De oplossing ligt dan ook niet in meer overheidsstimulering. Daardoor zouden de schulden verder oplopen en zou de kwetsbaarheid voor rentestijgingen nog groter worden. De ECB zou dan niet alleen gedwongen zijn de officiële rente voor altijd op 0 procent te houden, maar ook met alle middelen álle rentes op de markten laag moeten houden. Dat is precies wat de Japanse centrale bank al decennialang doet. Het opvolgen van Draghi’s aanbeveling zou japanisering dus eerder waarschijnlijker maken dan voorkomen.

Wat de oplossing wel is, is een duidelijke boodschap van de ECB dat ze de rente over niet al te lange tijd zal beginnen te verhogen. Als de eurolanden financiële problemen willen voorkomen, dan weten ze wat ze moeten doen: maatregelen nemen de groei structureel aan te jagen. De economieën zijn inmiddels behoorlijk immuun geworden voor begrotingsstimulering. Als dat niet het geval was, zouden sommige eurolanden met 5 procent of meer per jaar moeten groeien gezien de grote en aanhoudende tekorten! Dieper rood staan helpt structurele groei niet, waarschijnlijk hindert het die groei zelfs.

We weten heel goed hoe we economische groei structureel kunnen aanjagen, namelijk door te investeren in onderwijs en onderzoek, zodat er nieuwe uitvindingen van de grond komen en we allemaal productiever worden. We weten echter ook dat dat pas op de lange termijn een merkbaar effect sorteert, en die tijd hebben we niet.

Inzetten op diensten
Gelukkig heeft Europa een unieke mogelijkheid de groei én structureel én behoorlijk én snel aan te jagen! Het is namelijk bekend dat als we in Europa een net zo goed georganiseerde interne markt voor diensten zouden hebben als we voor goederen hebben, de groei elk jaar weer met enkele procentpunten opgestuwd zou worden. Daarmee zouden de overheidsfinanciën automatisch verbeteren, waardoor de in het vooruitzicht gestelde renteverhogingen door de ECB geen rampzalige gevolgen zouden hebben. Dat we dat niet doen, is te wijten aan kortzichtig nationaal belang en vrees voor nadelige gevolgen op sommige invloedrijke sectoren.

“Ik geloof dat er een risico bestaat dat de eurozone japaniseert”, aldus Draghi begin dit jaar in San Diego. Als Europa haar kaarten goed speelt, dan kan ze japanisering voorkomen. Onze beleidsmakers moeten dan echter het recept van Draghi naar de prullenbak verwijzen in plaats van opvolgen. Draghi’s advies opvolgen kan eerder tot een ‘draghedie’ leiden dan tot verlossing. Áls onze economieën met het Japan-virus aangestoken worden, dan zal dat niet ondanks maar dankzij centrale banken als de ECB zijn.

Als de ECB japaniseert, kunnen beleggers in aandelen overigens weleens mooie tijden tegemoet gaan. Japanisering van de ECB zou inhouden dat de bank naast obligaties ook aandelen gaat opkopen. Daarover wordt binnen de bank al gesproken. De Japanse monetaire samoerai begonnen daarmee in december 2010 en zijn er nog steeds mee bezig. Sindsdien is de Japanse aandelenbeurs met bijna 130 procent gestegen. Maar vergeet niet: resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, zeker als het resultaten uit andere landen betreft.

Edin Mujagi is macro-econoom gespecialiseerd in het beleid van de centrale banken en hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap