VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Klimaateffecten hebben meer dan ooit de aandacht van beleggers. Niet alle ondernemingen zijn tot nu toe bereid de luiken open te gooien om de impact van klimaatverandering op hun activiteiten duidelijk te maken. Een inventarisatie aan de vooravond van een stroom aan nieuwe jaarverslagen.

“Wij zullen tegen voordrachten en herbenoemingen van bestuurders stemmen van bedrijven die hun emissies niet openbaren en geen geloofwaardige strategie hebben om deze uitstoot te verminderen.” Dit zijn niet de woorden van een woordvoerder van de milieubeweging, maar een oproep van Christopher Hohn, manager van hedgefonds TCI, bekend van zijn activistische rol bij ABN Amro.

Dat vermeende kortetermijndenkers als Hohn zo nadrukkelijk wijzen op klimaateffecten, waarvan de gevolgen zich over decennia uitstrekken, spreekt boekdelen. Geen enkele grote belegger kan het zich veroorloven om de thematiek links te laten liggen. En dat gebeurt dan ook niet. Tijdens de afgelopen bijeenkomst van World Economic Forum in Davos domineerden klimaatrisico’s de debatten.

De inspanningen om eerder geformuleerde klimaatdoelstellingen te halen, hebben al geresulteerd in striktere regelgeving, hogere belastingen op uitstoot van koolstofdioxide en in het verlengde daarvan, maatschappelijke bewustwording. Deze zaken kunnen voor ondernemingen leiden tot reputatieschade, verhoogde financieringskosten, slepende rechtszaken en zelfs afboekingen op bezittingen. Ondernemingen die geen zicht hebben op deze risico’s en verzuimen maatregelen te nemen, kunnen veel waarde vernietigen.

Risico’s en kansen
Dat het hierboven geschetste beeld niet slechts een ver-van-mijn-bed-show is, maar harde realiteit, bewijst het Spaanse oliebedrijf Repsol. Als gevolg van de regulering en opkomst van alternatieve energiebronnen verwacht het concern op termijn een lagere vraag naar olie en gas. Hierdoor zal de gemiddelde prijs van olie dalen, en wellicht een deel niet (rendabel) gewonnen kunnen worden. Dit bracht het concern ertoe om 4,8 miljard euro af te boeken op de boekhoudkundige reserves. Het is onwaarschijnlijk dat afboekingen op deze zogenoemde stranded assets, beperkt zullen blijven tot Repsol. In de energiesector, maar ook daarbuiten is de impact van klimaatverandering en maatregelen om die tegen te gaan, voelbaar. Zo spreekt autobouwer Peugeot openlijk uit, druk op de marges van traditionele auto’s te verwachten als gevolg van Europese uitstooteisen.

Rapporteren
Op welke wijze ondernemingen het beste kunnen rapporteren over de impact van klimaatgerelateerde zaken is nog aanleiding tot veel discussie. Eenduidige standaarden ontbreken nog. Of beter gezegd, er zijn zoveel verschillende meetmethodes in omloop dat het zeer moeilijk is om ondernemingen te vergelijken.

Dat maakt de noodzaak voor ondernemingen er niet minder om in ieder geval open te zijn over de uitdagingen die zij ervaren op klimaatgebied, de impact die het bedrijf op het klimaat heeft (en vice versa) en hoe het bedrijf hiermee rekening houdt in het gevoerde beleid. Zonder inzicht is het immers niet mogelijk om als aandeelhouder de risico’s en kansen voor bedrijven te identificeren of het bestuur ter verantwoording te roepen.

Een van de meest veelbelovende initiatieven om de rapportage op klimaatgebied te verbeteren zijn de aanbevelingen van TCFD, de Task Force on Climate-related Financial Disclosures. Het hoofddoel van de aanbevelingen van TCFD is om de door bedrijven gecommuniceerde klimaatgerelateerde informatie ook daadwerkelijk te laten aansluiten op de financiële prestaties van het bedrijf.

TCFD wordt inmiddels gesteund door meer dan duizend organisaties wereldwijd, waaronder veel grote ondernemingen met een gezamenlijke marktwaarde van meer dan 12.000 miljard dollar. Ook in aanbevelingen van de Europese Commissie over rapportage van niet-financiële gegevens wordt TCFD nadrukkelijk als voorbeeld genoemd.

Naleving ondermaats
De richtlijnen van TCFD stammen uit 2017. Medio vorig jaar onderzocht de organisatie de naleving en concludeerde diplomatiek dat er nog een lange weg te gaan is. Hoewel de TCFD verbetering constateert, volgen bedrijven gemiddeld minder dan vier van de elf TCFD-aanbevelingen op. Hierbij valt op dat grote bedrijven een veel hoger nalevingspercentage hebben dan kleinere bedrijven, dat tussen sectoren grote verschillen bestaan en dat Europese bedrijven een relatief hoog nalevingspercentage kennen.


TCFD in het kort



TCFD heeft haar - in totaal 11 - aanbevelingen over klimaatrapportage verdeeld over vier pijlers. De eerste pijler behelst governance, waarbij de onderneming inzichtelijk moet maken in hoeverre de raad van commissarissen overzicht heeft inzake de klimaatgerelateerde risico’s en kansen en de manier waarop het bestuur hierop inspeelt.

De tweede pijler bevat de strategie, waarbij de risico’s en kansen aan beleggers worden gecommuniceerd, de impact die deze risico’s en kansen hebben op de financiën, strategie en bedrijfsvoering en wat voor invloed verschillende opwarmingsscenario’s hebben op het bedrijf.

De derde pijler gaat niet alleen over de wijze waarop deze risico’s en kansen worden geïdentificeerd en gemanaged, maar ook hoe de structuur is ingebed binnen de normale ‘infrastructuur’ om kansen en risico’s te identificeren en managen; de financiële impact van deze klimaatrisico’s wordt dus op eenzelfde manier beoordeeld als bijvoorbeeld stijgende grondstofprijzen of veiligheidsrisico’s.

Tot slot adviseert TCFD om de doelen en maatstaven die de onderneming gebruikt om haar invloed op het klimaat te laten meten, aan te laten sluiten bij de geïdentificeerde risico’s, deze te beschrijven en uitspraken te doen over de voortgang tot de gestelde doelen.

Bron: Overview of Recommendations, Task Force on Climate-related Financial Disclosures, juni 2017


Praktijk in Nederland
Voor wat betreft Nederlandse ondernemingen constateerde toezichthouder AFM eind vorig jaar dat sommige ondernemingen weliswaar zeggen de TCFD-aanbevelingen te steunen, maar dat daarvan in jaarverslagen weinig tot niets is terug te vinden.

Wij zochten in de jaarverslagen van AEX-bedrijven over 2018 om te bezien of zij zich committeren aan TCFD. Slechts 11 van de 25 ondernemingen blijkt hiervan melding te maken. Ook keken we in hoeverre de harde conclusies van de AFM opgaan voor tien grote AEX-bedrijven. Daarvoor hebben we voor ieder bedrijf beoordeeld in hoeverre de elf aanbevelingen van TCFD werden nageleefd.

Die beoordeling is gedeeltelijk een kwestie van interpretatie, maar geeft toch een goed beeld van de stand van zaken op dit moment.

De onderzochte bedrijven zouden bovengemiddeld moeten scoren, omdat zij vallen in de categorieën groot en Europees – juist dat is de groep die volgens de TCFD-analyse het hoogste scoort.

Gemiddeld genomen blijkt dat inderdaad het geval. Ondernemingen geven beleggers op meer dan de helft van de aanbevelingen enige informatie. Maar de verschillen tussen de bedrijven zijn groot. Zo scoort Unilever het best met volledige naleving, terwijl ASML slechts drie aanbevelingen opvolgt.

Als naar de individuele aanbevelingen wordt gekeken, dan valt het op dat eigenlijk elk bedrijf wel een strategie of plan voor ogen zegt te hebben en een set van doelen heeft opgenomen in het jaarverslag. Zorgelijk is wel dat deze strategie en de doelen die hierbij gesteld worden, bij bedrijven die TCFD niet volgen, vaak niet samenhangen met de geïdentificeerde risico’s. In zulke gevallen ligt het gevaar op de loer dat deze strategie meer kenmerken krijgt van een marketingverhaal waarin het bedrijf zich groen voordoet, het verguisde greenwashing. Het informatiegehalte is in zulke gevallen laag.

Het is interessant om een nadere blik te werpen op de rapportage van Unilever, dat op dit gebied als voorbeeld kan dienen voor andere bedrijven, zeker ook gezien de recente ‘dringende’ oproep van de AFM aan bedrijven om de risico’s en kansen van klimaatverandering te identificeren, te managen en daarover mede volgens TCFD te rapporteren.

Allereerst de identificatie van risico’s. Unilever verwacht dat klimaatverandering zelf, en de maatregelen die overheden zullen nemen om deze klimaatverandering te mitigeren, een risico kunnen vormen voor het bedrijf. Een duidelijk voorbeeld van een genoemd risico is dat bepaalde gebieden waarin Unilever actief is, droger worden.

Dit droger worden van gebieden kan ertoe leiden dat de landbouwproducten die Unilever nodig heeft om haar producten te produceren, schaarser en duurder worden. Ook kan het de vraag naar de producten van Unilever verminderen of veranderen; consumenten zullen alternatieven zoeken die wellicht minder water kosten in het gebruik. Ietwat wrang zou zo’n situatie ook kansen bieden voor Unilever. Zo ontstaat er in een dergelijk gebied waarschijnlijk vraag naar wasmiddelen die met minder water ook de kleding schoon kunnen maken.

Om klimaatverandering tegen te gaan, zullen overheden naar alle waarschijnlijkheid verdergaande maatregelen te nemen. Dat kan leiden tot het tegengaan van ontbossing en de introductie van belastingen op koolstofdioxide, wat een (extra) kostenpost oplevert voor het bedrijf. Als belegger is het lastig om in te schatten wat dit soort risico’s en kansen betekenen voor de winstgevendheid en levensvatbaarheid van het businessmodel van een bedrijf met uiteenlopende activiteiten.

Scenario-analyse
Een belangrijk hulpmiddel voor beleggers om een risico-inschatting te maken, zijn scenario-analyses. De toekomst is ongewis en daarom is het belangrijk om de verschillende toekomstige situaties in kaart te brengen. Het gaat daarbij niet om volledige beschrijvingen van de toekomst, maar om beschrijving van centrale elementen. Zo kan bijvoorbeeld gekeken worden wat de te verwachten gevolgen zijn bij een opwarming van de aarde van 2 graden Celsius – het meest gebruikte scenario in het klimaatverdrag van Parijs – maar ook 3 graden of zelfs 4 graden.

Duidelijkheid verschaffen over de verschillende scenario’s blijkt bij veel ondernemingen een knelpunt, omdat de verschafte informatie al snel als concurrentiegevoelig wordt beschouwd.

Unilever doet in ieder geval nog een goede poging. In deze analyse wordt uitgegaan van twee scenario’s. Het eerste is een wereld waarin de temperatuurstijging beperkt blijft tot twee graden, gekenmerkt door de introductie van een wereldwijde belasting op koolstofdioxide en maatregelen tegen ontbossing. Het tweede scenario betreft een wereld waarin maatregelen uitblijven, maar waarbij de temperatuurstijging doorzet tot vier graden, wat zal leiden tot grotere droogte in bepaalde gebieden en het frequenter voorkomen van natuurrampen. Tezamen verwacht Unilever dat dit een impact heeft op de wereldwijde economische groei. Helaas kwantificeert het bedrijf de impact van de scenario’s niet, maar het spreekt wel de verwachting uit dat de inkoopkosten tegen 2030 merkbaar zullen stijgen onder beide scenario’s. Het is belangrijk op te merken dat Unilever verwacht dat haar businessmodel zelf niet wezenlijk aangetast zal worden.

Naast een analyse voor het bedrijf als geheel, analyseert Unilever ook de impact op de beschikbaarheid en prijs van een belangrijke grondstof voor haar producten, soja. Het bedrijf verwacht dat door de klimaatverandering de opbrengst per hectare zal toenemen, wat hoogstwaarschijnlijk gepaard gaat met een lagere prijs voor deze grondstof. Voor aankomende jaren zal dit ook worden gedaan voor thee en palmolie.

Bij Unilever dient te worden opgemerkt dat de marges nog relatief hoog zijn, en de totale uitstoot van koolstof per product relatief meevalt. Voor bedrijven met lagere marges of een (veel) grotere afhankelijkheid van producten met koolstof zullen de repercussies dus waarschijnlijk veel sterker merkbaar zijn.

Het is daarom opvallend dat een reus als Shell, die nog vrijwel geheel afhankelijk is van de verkoop van fossiele brandstoffen, niet zo’n scenarioanalyse heeft. Het is immers niet de vraag of Shell in zijn huidige vorm gevolgen van klimaatverandering zal ondervinden, maar hoe groot deze financiële repercussies zijn.

Dit voorjaar zullen ondernemingen weer hun jaarverslagen publiceren. Dan zal ook duidelijk moeten worden of bedrijven verdere voortgang boeken in het onderzoeken van de gevolgen van klimaatverandering en de rapportage daarover. De tijd dringt, want hoe langer gewacht wordt hoe pijnlijker de gevolgen kunnen zijn. En bovendien is het geduld van mannen als Chris Hohn niet eindig.


De naleving van de elf TCFD-aanbevelingen in het jaarverslag bij tien AEX-bedrijven

Het overzicht van de naleving van de elf aanbevelingen van TCFD door de tien onderzochte AEX-bedrijven. Logischerwijs valt op bedrijven die TCFD noemen, de aanbevelingen beter naleven.

Ondanks dat uit de jaarverslagen volgt dat vrijwel alle RvC’s en besturen actief bezig zijn met klimaatgerelateerde zaken, is de rapportage naar de aanbevelingen van TCFD mager. Zo communiceren bedrijven slecht over de financiële impact hiervan en blijft een scenario-analyse bij alle onderzochte bedrijven, op Unilever na, uit.

Ook het risicomanagement blijft zorgelijk. Weliswaar wordt de risico-inventarisatie redelijk omschreven, maar een uitleg hoe met deze risico’s wordt omgegaan, blijft vaak uit. Of, en de manier waarop, de risico’s in het normale risicomanagementproces worden geïntegreerd, ontbreekt vaak.

Tot slot hebben alle bedrijven maatstaven waartegen zij hun klimaatgerelateerde zaken meten, met doelen om de voortgang te meten. Dit is een goede eerste stap, maar in de toekomst moeten de link met de strategie en de financiële impact worden verduidelijkt.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap