VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Turbo’s, sprinters en speeders met een hoge hefboom zijn bijna een garantie voor verlies, zo blijkt opnieuw uit een studie van de AFM. Jaren geleden beloofden aanbieders om de meest riskante hefboomproducten van de schappen te halen en werk te maken van voorlichting. Daar blijkt niks van terecht gekomen.

Turbo’s, speeders en sprinters. Het zijn hefboomproducten die onverminderd populair zijn onder beleggers. Met een beperkte hoeveelheid eigen geld en – zo blijkt – veel geleend geld - kan gespeculeerd worden op koersbewegingen van aandelen, obligaties, grondstoffen, valuta en meer.  Hoe meer geleend geld – de hefboom – hoe groter de winst kan zijn of het verlies.

Zeven jaar geleden waarschuwde toezichthouder AFM al voor hefboomproducten. De varianten waarbij hoge hefbomen worden gebruikt, beleggers leggen dan maar weinig eigen geld in, blijken een gekend recept voor verlies.

Nu komt de AFM met een nieuwe studie na analyse van bijna 4 miljoen turbo-transacties. Opnieuw zijn de resultaten veelzeggend. Bijna 70 procent van de beleggers eindigt met verlies.


Resultaten AFM-onderzoek in het kort

*De AFM onderzocht 3,9 miljoen transacties met turbo’s, sprinters en speeders van de grote aanbieders (ABN Amro, ING, Commerzbank, BNP Paribas) in de dertien maanden vanaf juni 2017.

*Per transactie was het gemiddelde rendement negatief: -38 euro (-2,9%). Dat lijkt weinig, maar door de vele transacties die gedaan worden lopen de verliezen vaak snel op.

*Hogere hefbomen leiden tot grotere verliezen. Bij hefbomen hoger dan 100 is het gemiddelde rendement per transactie -8,6%.

*Het percentage beleggers dat verlies lijdt, neemt toe met het aantal transacties per belegger. 88% van de beleggers met meer dan 500 transacties leed verlies.

*Bij beleggers met minder dan 10 transacties was dat 64%.

*Turbo’s worden kort aangehouden. 56% van de turbo’s wordt binnen 24 uur verkocht.


Dat turbo’s, met name die met hoge hefbomen, voor beleggers geen deugdelijk product zijn, was al eerder geconstateerd. Ook de aanbieders van deze hefboomproducten hebben daar blijk van gegeven na onderzoek van de AFM in 2013. 

De aanbieders beloofden beterschap en kwamen met aantal maatregelen om de meest gevaarlijke kantjes van de producten af te slijpen. Zo beloofden ze onder andere betere en niet-commerciële voorlichting over de producten en meer informatie over de risico’s.

In 2016 werd bovendien afgesproken dat turbo’s met een hefboom van meer dan 50 – waarbij vijftig of meer keer het ingelegde geld werd bijgeleend – van de schappen werden gehaald. De AFM toonde zich tevreden met deze zelfregulering.

Nu, vier jaar later, moet geconstateerd worden dat van de mooie beloftes van de sector weinig tot niets terecht is gekomen. Zo zijn hoge hefbomen nog steeds heel gebruikelijk. De AFM constateerde dat bij index- en grondstof-turbo’s, goed voor 60 procent van alle transacties uit het onderzoek, hefbomen van meer dan zestig tot meer dan honderd de norm zijn. Van onafhankelijke voorlichting op een aparte website is ook weinig te vinden. De website van de belangenvereniging voor aanbieders van hefboomproducten, Nedsipa, bevat één bericht met uitleg dat meer dan vier jaar oud is.

De AFM geeft de aanbieders van hefboomproducten tot eind april de tijd om met oplossingen te komen voor de grote risico’s die schering en inslag zijn in de turbohandel. De VEB vindt dat de sector al lang en breed bewezen heeft de zaken niet zelf op te kunnen knappen en roept de AFM op tot maatregelen, zoals eerder is gedaan bij producten van twijfelachtig allooi als cfd’s en binaire opties. Dat heeft niets met betutteling van beleggers te maken maar met ingrijpen in een sector die blijkbaar moeite heeft zich aan de gemaakte afspraken te houden.