VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De wereldeconomie gaat dit jaar een ernstige recessie in, en het zal qua economische activiteit het slechtste jaar worden sinds de jaren 30 van de vorige eeuw. Dat is de verwachting die economen nu hebben. Lichtpunt is dat de terugval naar verwachting uiteindelijk minder sterk zal zijn dan die na 2008. Maar de markten voor bedrijfsobligaties wijzen op onweer op de korte termijn.

Op de markten voor bedrijfsobligaties is het nu duurder om kort te lenen te lenen dan lang te lenen, en dat is een zeldzaam fenomeen. Het zou een waarschuwing kunnen zijn voor beleggers, stelt Duncan Lamont, Head of Research and Analytics bij de Britse vermogensbeheerder Schroders.

De Coronapandemie veroorzaakt extreme en ongekende ontwikkelingen op de financiële markten. Een daarvan is een inversie van de ‘credit spread curve’ voor bedrijfsobligaties. Normaal is het op de markt voor bedrijfsobligaties zo dat hoe langer een bedrijf geld leent, hoe hoger de ‘credit spread’ is die het moet betalen. Dit is de marge die het moet betalen bovenop de rente van overheidsobligaties, en een maatstaf voor hoe risicovol de markt de lener ziet.

Een van de redenen hiervoor is dat het op langere termijn moeilijker is in te schatten of een bedrijf aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Momenteel staat alles op zijn kop, zo ook deze normale verhoudingen, en is het voor bedrijven duurder om een kortlopende lening aan te gaan. Dat is een indicatie hoe risicovol de markten de kortetermijnomstandigheden voor bedrijven inschatten.

Het coronavirus zorgt bij veel bedrijven op korte termijn voor druk op kasstromen. Het is dan ook volgens Schroders logisch verklaarbaar dat de markten denken dat over zeven tot tien jaar de situatie rooskleuriger zal zijn dan in de komende maanden. Dit betekent dat er bij de leningen met langere looptijden volgens de markt minder risico is dat een bedrijf zijn schuld niet kan terugbetalen of herfinancieren wanneer de lening het einde van de looptijd nadert.

De omgekeerde credit spread curve is een duidelijke indicatie dat de markten verwachten dat bedrijven te maken krijgen met financieringsproblemen op korte termijn. Het meest risicovolle schuldpapier (met rating CCC) is het meest geraakt. De credit spread voor vijf jaar bedraagt 25,4 procent tegen 42,4 procent voor een jaar.

Maar het zijn niet alleen de risicovollere emittenten, stelt Schroders. Ook de veel veiliger geachte ‘investment grade’ obligaties zijn getroffen. Dat is de afgelopen 23 jaar slechts één keer eerder voorgekomen, tijdens de financiële crisis van 2008. Tijdens de dotcomcrisis van 2000 betrof het alleen obligaties met een BBB-rating, maar niet A- of AA-schuldpapier. Wat nu gebeurt, is dus zeer zeldzaam. Enige troost is dat de spreads nu niet zo groot zijn als in 2008.

Dit kan zowel positief als negatief worden uitgelegd. Negatief gezien zijn de kortetermijnrisico’s erg hoog vanwege de verslechterde economische vooruitzichten. De stress in de bedrijfsobligatiemarkten kan nog verder toenemen.

Schroders houdt zeker rekening met het somberste scenario, stelt het in de hierboven al genoemde analyse. Belangrijk is dat beleggers zich bewust zijn van de risico’s in de markt. Valt het wanbetalingsrisico mee, of komt er snel een oplossing voor de coronacrisis, dan kunnen de huidige hoge spreads een koopkans bieden. Maar dat is pas achteraf echt te zeggen. Tot die tijd is zeer selectief zijn de beste strategie voor beleggers. Alleen door grondige analyse valt te bepalen welke bedrijven in staat zijn de storm te doorstaan. Een sterke balans helpt, een zekere kasstroom nog meer.

Voor sommige bedrijven kan het bij de huidige hoge korte rentes verstandig zijn even geen dividend meer uit te keren of te stoppen met het inkopen van eigen aandelen. Dat is een punt waarover nu de nodige discussie is. Voor bedrijven met voldoende cash en een structureel gezonde kasstroom hoeft het uitkeren van dividend geen probleem te zijn.

Voor banken is dat anders. Zij stoppen in ieder geval tot oktober met het uitkeren van dividend op verzoek van de ECB. Die vindt dat het bankwezen zijn kapitaal nu zo veel mogelijk moet gebruiken om de economie en het bedrijfsleven te ondersteunen door het bieden van tijdelijke financiële hulp.