VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De coronacrisis heeft beleggers in veel opzichten op onbekend terrein gebracht. Alles staat in een ander daglicht, maar de impact verschilt sterk tussen sectoren en beleggingscategorieën. Er zijn winnaars en verliezers. De futures in ruwe olie doken onder nul, wat grote gevolgen had voor bepaalde etf’s.

Door het grotendeels wegvallen van de vraag naar olie stortte de prijs van het zwarte goud in april volledig in. De future-prijs van een vat West Texas Intermediate (WTI) was zelfs even 40 dollar onder nul. Wie een dergelijke future koopt, maakt de afspraak de olie te kopen. Normaalgesproken gaat dat tegen betaling van de futures-prijs, zoals we gewend zijn dat je voor zaken die je wilt hebben betaalt. Nu betaalde de koper niet, maar kreeg hij geld toe. Tot maar liefst 40 dollar per vat.

Olieopslag zit wereldwijd vol, dus oliehandelaren waren tijdelijk bereid geld te betalen aan partijen die de olie nog wilden afnemen. Er was sprake van ‘contango’, de situatie waarbij de prijs van olie die in de toekomst wordt geleverd hoger is dan de olie die op korte termijn geleverd wordt. In die situatie leidt een long positie in termijncontracten bij gelijkblijvende prijzen tot een negatief rendement op het moment dat de contracten moeten worden doorgerold naar een langere looptijd.

 Dit negatieve rolrendement is precies waar de grootste etf in oliefutures, het United States Oil Fund, de Amerikaanse olietracker met de ticker USO  de laatste jaren vaak tegenaan heeft gehikt. En dat heeft beleggers in dat fonds veel geld gekost.

De oliecontracten zijn niet alleen instrumenten voor professionele grondstoffenbeleggers, maar particuliere speculanten met een vaag vermoeden over de richting van de olieprijs zijn er ook actief in. In veel gevallen doen ze dat via het United States Oil Fund, dat miljarden dollars groot is. USO was recentelijk goed voor meer dan een kwart van alle futurescontracten op Amerikaanse ruwe olie.

Dat dit soort ETF’s niet precies de marktprijs van de (vermeende) onderliggende waarde volgt, wordt voor de meesten pas na een tijdje duidelijk. Door schade en schande wijs worden, is dat dan, maar het zijn dure lessen.

USO had de gewoonte te beleggen in het eerst aflopende futurescontract. Bij het aflopen van de contracten moet men doorrollen naar een volgende periode. In normale omstandigheden kan dat tegen een lage kostprijs, maar nu niet. Als de aflopende serie een waarde ver onder nul heeft, moet er meestal geld bij, tenzij de serie waarnaar wordt doorgerold nog verder onder nul staat 

De koersen van de etf’s wijken daarom vaak sterk af van de reële prijzen. United Stated Commodity Funds (USCF), het bedrijf achter de USO-tracker, besliste onlangs dat er geen nieuwe oliemandjes meer uitgeven mogen worden en dat er meer belegd zou worden in futureseries die wat verder weg liggen dan de eerstvolgende maand.

Omdat het fonds op slot ging, werden de koersbewegingen nog heftiger. Het feit dat de prijzen van futures op olie zo ver onder nul kunnen schieten, schrikt nu zelfs professionele partijen af. Een handelaar zei in april dat het hem niet zou verbazen als de olieprijs bij de volgende expiratie naar de min 100 dollar gaat 

De Britse bank Barclays stopt eind april de handel in een van zijn olietrackers en wikkelt alle posities af. De Britten zijn niet de enige die de handdoek in de ring gooien. Het heeft wat weg van de Kredietcrisis, toen in 2008 fondsen met hypotheekobligaties ineens op slot gingen en werden afgewikkeld.

USO kondigde deze week aan de aandelen van de ETF in een ‘reverse split’ van 8-voor-1 weer op een wat acceptabeler prijsniveau te krijgen. Dat is cosmetisch, want voor beleggers die de koers in korte tijd van ruim boven de 10 dollar naar 2,50 dollar zagen zakken maakt het natuurlijk geen verschil. Het is zeer de vraag of USO goed mee gaat doen aan een herstel van de olieprijs, als dat herstel al komt.

De structuur van het fonds veranderen zal niet helpen. Het is niet de eerste keer dat beheerder USCF de mist ingaat met USO. In een zoektocht naar de ideale online oliebelegging besprak Effect deze etf al in 2015 . Effect keek toen terug op wat het fonds in 2008 deed.

De koers van de USO-tracker ging vanaf de zomer van 2008, toen de olieprijs piekte boven de 145 dollar per vat, keurig mee naar beneden tot zo'n 30 dollar, maar bij het herstel ging het helemaal mis. Terwijl de olieprijs weer steeg tot 144 dollar (plus 240 procent), won USO slechts 37 procent. Ook hier was sprake van grote ‘contango’s’, de geschiedenis die zich dit jaar dus herhaalt.

De conclusie is pijnlijk: de USO-tracker is een instrument dat hooguit geschikt is voor speculeren op de zeer korte termijn. Wie er langdurig in blijft zitten, is gedoemd achter te blijven bij de ontwikkeling van de olieprijs. Dit soort instrumenten zouden particuliere beleggers eigenlijk moeten mijden, het is vragen om problemen.

 

Links
Meer weten over futures? Lees ons artikel

Effect 2 uit 2015 over beleggen in olie