VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Als de economie begint te haperen, merken uitzenders en detacheerders dat meteen. Is de bodem eenmaal bereikt, dan zien ze dat ook als eerste. In de coronacrisis gaat het net zo. De omzetval in de sector is flink, maar er wordt ook alweer voorzichtig door de crisis heen gekeken.

Bij Randstad, het grootste uitzendconcern ter wereld, zakte de omzet in de tweede helft van maart met 30 procent. Het beeld is hetzelfde bij Adecco. De wereldwijde nummer twee zag de omzet in april zo’n 40 procent dalen. Bij detacheerder Brunel was in april in de belangrijke Duitstalige regio een kwart van de mensen niet aan het werk. In de VS was dat circa een derde.

“Onze sector is een beldrager voor de economie, dus we hebben een flinke daling doorgemaakt”, constateert bestuursvoorzitter Jacques van den Broek van Randstad. Hij maakt de vergelijking met 2009 toen de financiële crisis leidde tot een flinke klap. “Dat was een moeilijk jaar met een daling van 27 procent. We hebben dit eerder gezien en een groot deel van ons management heeft het eerder meegemaakt. We hebben nu een gevoel hoe diep de daling is, maar weten nog niet hoe lang het gaat duren.”

Stootkussen door werkkapitaal
De omzetdalingen zijn enorm, maar het verdienmodel van de uitzendsector heeft als voordeel dat een economische neergang in eerste instantie leidt tot het vrijvallen van werkkapitaal. Dit heeft een instroom van geld als resultaat. Bestuursvoorzitter Jilko Andringa van Brunel legt uit hoe dit werkt. “Wij betalen onze professionals sneller dan dat we het geld van onze klanten krijgen. Wij zijn dus aan het voorfinancieren. Op het moment dat je niet meer groeit, keert dat om en komt er geld binnen.”

Hij vertelt hoe dit in 2014 en 2015 ging toen een scherpe olieprijsdaling Brunel raakte. Het concern heeft veel klanten in de oliesector die het voorziet van gespecialiseerd personeel. “Als je terugkijkt dan was 2014 tot nu toe het beste jaar ooit. Daarna ging de olieprijs van 100 dollar per vat naar minder dan 30 dollar. Dat was de grootste klap die we ons toen konden voorstellen. Een groot aantal van onze grootste projecten stopte, waardoor onze omzet en resultaat hard daalden, maar het geld kwam met bakken binnen. Dat mechanisme, dat ons banksaldo stijgt als de omzet hard daalt door een lager werkkapitaal, helpt nu wel degelijk in onze scenario’s. Het is een soort stootkussen.”

Randstad zag dit anticyclische mechanisme aan het eind van het eerste kwartaal al effect hebben. Hoewel het bedrijfsresultaat een derde lager lag dan in 2019, bleef de vrije kasstroom min of meer stabiel.

Ondanks het stootkussen was de kaspositie van Brunel wel een van de belangrijkste prioriteiten voor Andringa toen de crisis uitbrak. Uiteraard na het welzijn van het personeel. Hij kon echter al vrij snel constateren dat het concern deze crisis zal overleven. “Wij zitten in de luxe positie dat we een bedrijf zijn dat op geen enkele manier leningen heeft. We hebben een behoorlijke kaspositie. Er zijn vaak vragen gesteld wat we daarmee doen. Daarop antwoordden we dan dat we dat aanhouden om door een bijzonder zware periode heen te komen. Welnu,  zie hier.”

Detailhandel en toerisme geraakt, online groeit sterk
De coronacrisis raakt de verschillende delen van de economie en de uitzendmarkt niet in gelijke mate. In een toelichting op de kwartaalcijfers zette bestuursvoorzitter Alain Dehaze van Adecco begin deze maand op een rij welke sectoren worden geraakt en welke juist groeien. “De automobielsector, de productie, de bouw, de detailhandel, toerisme, dat zijn de delen van onze markten die het hardst worden geraakt door de lockdowns in de verschillende landen. Aan de andere kant zou ik als segmenten die groeien e-commerce noemen en met e-commerce de logistiek. Daarnaast de levensmiddelenproductie, levensmiddelenhandel, de zorg en de farmaceutische industrie.”

Van den Broek van Randstad komt tot min of meer dezelfde lijst. “Als je kijkt naar sectoren waar uitzenders actief zijn die worden geraakt, dan heb je het over evenementen, luchtvaartmaatschappijen, reizen, toerisme. Tegelijkertijd zien we ook veel groeisectoren. Dat is alles dat met online te maken heeft, logistiek en zorg. De bouw is min of meer op gelijke voet doorgegaan. Het is een sterk gemengd beeld.”

Ingenieurs werken door terwijl fabrieken stilstaan
Het maakt veel uit wat voor soort personeel de bedrijven leveren. Hoe hoger opgeleid, hoe minder kwetsbaar voor de crisis. Bij Brunel is dat te zien in Duitsland waar het ingenieurs levert aan de hard geraakte automobielsector. “Onze specialisten werken in innovatietrajecten en verbetertrajecten. Die zijn niet direct gekoppeld aan de vraag of een fabriek produceert of niet. Als een sector er dus voor kiest om even niet te produceren, dan kan het zijn dat projecten wel worden doorgezet. Dat is voor driekwart van onze ingenieurs op dit moment nog zo, dus daar zijn we best gelukkig mee.”

Voor Brunel biedt de crisis nu ook direct kansen. “Als het gaat om de vraag naar ingenieurs zien wij een versnelling in de medische apparatuur. Daarnaast zien we uitschieters in de farmaceutische industrie op het moment dat bedrijven denken dat ze iets kunnen doen met een vaccin. Bij de overheid zien we een stijging in de vraag naar beleidsmakers en juristen om alle maatregelen uit te voeren. We zien ook een stijging bij een aantal financiële instellingen, omdat bijzonder beheer meer aandacht krijgt of omdat garantieregelingen uitgevoerd moeten worden. Helaas valt er wel meer af dan dat er bijkomt, dat is de realiteit van de markt, maar er zijn veel kansen.”

Brunel wil hier in de toekomst nadrukkelijk op verder bouwen, vertelt Andringa. Om dat te ondersteunen heeft het bedrijf net aangekondigd dat er een derde bestuurslid in de raad van bestuur komt die daarvoor verantwoordelijk wordt. “We zien mogelijkheden om de producenten van medische apparatuur te ondersteunen, maar ook overheden. In Nederland zijn overheden een redelijk grote klantengroep, in andere landen zijn we zo gericht op ingenieurs dat we niet zo snel naar overheden gaan. We geven de spreiding waar we al mee bezig waren in deze tijd een extra impuls.”

Versnelling van online werken
Van den Broek denkt dat Randstad goed gepositioneerd is door een digitaliseringsslag die het heeft gemaakt. “We hebben vorig jaar al onze digitale infrastructuur online gebracht. We stellen daarmee onze klanten in staat om alles op afstand te doen. Dat heeft voor ons erg goed uitgepakt. Onze klanten zien nu dat het voor hen goed werkt om veel meer op internet te doen. Mensen zien dat online nu snel de standaard wordt. Het geeft een versnelling van bepaalde ontwikkelingen.”

Als de economie aantrekt, is de uitzendsector een van de eerste, zo niet de eerste die dat merkt. Volgens Van den Broek is de bodem in ieder geval gevonden. “We zijn nu aan het stabiliseren, dus we weten hoe diep de daling is. Hoe lang het herstel duurt, hangt voor een deel af van de ontwikkeling van een vaccin. Daarnaast van wat onze overheden toestaan, hoe open de economie gaat. Dat zijn moeilijke keuzes.”

Economie stond al op rand van recessie
Een belangrijk punt is wel dat de economie al op de rand van een recessie stond toen de coronacrisis losbarstte. “Wat we soms vergeten is dat de economie in sommige landen, zeker in Europa, al zwak was voor we hier ingingen. Duitsland was al anderhalf jaar moeilijk voor ons, Nederland en België gingen deze crisis ook in met krimpcijfers. Het is dus de vraag hoe sterk de vraag uit de markt zal zijn als alles weer open is.”

Van den Broek rekent hoe dan ook niet op een V-vormig herstel, een snelle terugkeer naar de situatie net voor de crisis. “Als we terugkijken naar 2009, dan zien we dat het in sommige Europese landen vier of vijf jaar duurde voor de marktomvang weer hetzelfde was als eerst. Bedrijven zijn voorzichtig, we zien dat de werving van vaste mensen heel scherp is gedaald. Die zullen straks wel terugkomen voor tijdelijke krachten, dus laten we zeggen dat we in onze sector over één of twee jaar misschien weer in een heel goede positie zitten.”

Basisbehoeften blijven
Andringa van Brunel vindt het ook nog te vroeg om te kunnen zeggen hoe het herstel eruit zal zien. “Als ik eerlijk ben zijn we op dit moment niet ontevreden als ik kijk wat er allemaal nog doorloopt. Ik hoor uit andere branches geluiden dat het werk echt helemaal weg is. Ik weet niet of dit het diepste punt is. Ik weet ook niet of er nog een tweede coronagolf komt.”

Hij twijfelt echter niet over de vraag of markten uiteindelijk zullen herstellen. “De basisbehoefte aan grondstoffen blijft wel. De olie- en gasmarkt zal echt wel terugkomen, net als de markt voor hernieuwbare energie. We blijven ook in auto’s rijden en er blijven nieuwe ontwikkelingen komen in de automobielindustrie. Maar tot op welk niveau het terugkomt, is moeilijk te zeggen. Dit is een nieuwe economische werkelijkheid.”

 

Terug naar Effect 6


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap