VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

“De eerste vraag die wij onszelf telkens weer stellen bij een nieuwe financiering is: zit de samenleving hierop te wachten?” zei onlangs Kees Vendrik, de hoofdeconoom van Triodos Bank.

Mensen die denken dat ze het juiste antwoord krijgen als ze zichzelf een vraag stellen, hebben iets aandoenlijks. Ook is het opmerkelijk dat een bankier meent te kunnen bepalen wat goed is voor de samenleving. Zelfs in hun hoogtijdagen, toen een dubbeltallig rendement op het eigen vermogen binnen bereik leek te liggen, waren bankiers niet zo hoogmoedig. Met uitzondering van Lloyd Blankfein, de ceo van Goldman Sachs, die op 7 november 2009 “We do God’s work” zei, ter verdediging van zijn besluit om 10 miljard dollar aan bonussen uit te betalen aan zijn mensen die immers bedrijven hadden geholpen om te groeien. Maar ja, Goldman was eigenlijk geen bank. Dat was de effectenhandelaar in 2008 op last van de regering tegen wil en dank geworden om zo onder toezicht te vallen. Goldman had de opgedrongen 10 miljard staatssteun in 2009 ook meteen weer terugbetaald.

Twintig jaar eerder was de Berlijnse muur gevallen. Die was gebouwd om de bevolking binnen te houden in een land waar één partij precies meende te weten waar de samenleving op zat te wachten. Uiteindelijk bleek het toch verstandiger mensen zelf te laten beslissen wat hen gelukkig maakt. Daartoe bestaat het zogeheten marktmechanisme. De coronapandemie wordt door velen aangegrepen om dit mechanisme weer uit te schakelen. Steeds vaker hoor ik de redenering: “Juist nu kan de overheid sturend optreden en Nederland inrichten zoals we dat met zijn allen eigenlijk willen.”

Maar goed besturen is niet sturen, het is hooguit bijsturen. Want er is geen richting die we met zijn allen in willen slaan. De een wil een kopje thee bij Triodos, de ander champagne bij Goldman Sachs.

Dit is een column van Paul Frentrop, expert op het gebied van corporate governance. 

 

Terug naar Effect 6