VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Accountants moeten de ruimte krijgen hun opdracht terug te geven als zij twijfelen over de gang van zaken bij de controlecliënt en hun werk niet ongehinderd kunnen uitvoeren, schrijft VEB-directeur Paul Koster deze week op accountant.nl, het platform van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Het is een kwestie die ook voor beleggers uitermate relevant is, dat bleek onder meer bij Imtech en Wirecard.

Alle vier de grote accountantskantoren hebben afgelopen jaren in de wind gestaan vanwege hun rol bij frauderende ondernemingen. Dat de meeste controles wel goed verlopen, is dan een veelgehoorde reactie vanuit de sector. Vaak wordt daarbij een ander positief aspect over het hoofd gezien: accountants zijn uitermate effectief in het blootleggen van pijnlijke tekortkomingen in de controles van collega's, als ze daar expliciet opdracht toe krijgen.

Hier ligt een belangrijk vraagstuk, dat naar het hart van de terugkerende problematiek rond de kwaliteit van de accountant en zijn jaarcontrole gaat. Een vraag rond kwaliteit die de kwartiermakers, aangesteld door minister Hoekstra, de komende tijd moeten gaan beantwoorden.

Het voorbeeld bij uitstek van deze wonderlijke praktijk is die rond de grote fraude bij Wirecard. Als aangenomen moet worden dat huisaccountant EY in dit geval niet bewust jarenlang allerlei signalen heeft gemist, dan is de vraag welke andere, verderstrekkende methodes KPMG heeft gebruikt. De speciale opdracht werd aan KPMG verstrekt door de RvC van Wirecard, vanwege aanhoudende geruchten die al een jaar lang breeduit in de Financial Times werden besproken. Het onderzoek van KPMG bracht allerlei essentiële punten op, die de huisaccountant en de RvC hadden moeten alarmeren. KPMG constateerde bijvoorbeeld dat zij een miljard euro op een bankrekening simpelweg niet kon traceren en dat zij werd tegengewerkt in de uitvoering van haar opdracht. Dat waren schokkende conclusies, die door EY volstrekt niet op de juiste waarde zijn beoordeeld. Had men dat wel gedaan, dan was al in 2016 anders omgesprongen met een waarschuwing over mogelijke fraude. In plaats daarvan legde EY het signaal al snel naast zich neer, mede omdat het onderzoek werd afgebroken op verzoek van de coo van Wirecard.

Het wordt met deze kennis nog moeilijker te begrijpen dat EY niet heeft gereageerd op de geruststellende reactie van de Wirecard-ceo op het zeer kritische KPMG-rapport, vlak na verschijning in april 2020. De ceo voorspelde bij die gelegenheid dat EY twee maanden later, in juni, de jaarrekening zonder problemen zou aftekenen. Deze opmerking is naar zijn aard al misleidend te noemen. Een accountant moet kennis hebben van alle relevante gebeurtenissen na balansdatum om af te tekenen en dus ook gebeurtenissen tussen april en juni laten meewegen.

EY had die foutieve en misleidende opmerking moeten tegenspreken. De stilte van de accountant deed veel aandeelhouders ten onrechte aannemen dat het KPMG-rapport het zoveelste voorbeeld was van onterecht alarmerende berichten over Wirecard.

Het lijkt erop dat er een toxische sfeer was binnen Wirecard, waarbij geen enkele vorm van tegenspraak (ook niet van de accountant) werd geduld. Een mogelijk bewijs van die giftige verhoudingen was dat Wirecard in vijf jaar tijd vijf engagement partners (tekenend accountants) heeft gehad. Dat is zeer ongebruikelijk.

Het zou erg onverstandig zijn om de gebeurtenissen rond Wirecard af te doen als een incident in een omgeving van andere waarden en normen op het gebied van governance. De Kwartiermakers doen er goed aan de Wirecard-casus ter harte te nemen en te bezien of een zittend accountant geen betere bescherming behoeft in dit soort situaties.

Commissie van experts
De recente behandeling voor de Accountantskamer over ernstige tekortkomingen in de rol van de accountant bij Imtech, in aanloop naar het grootste faillissement in Nederland, bracht ook naar buiten hoe het aankaarten van mogelijke - en later reëel gebleken - fraude door de accountant de voorzitter van de rvc in woede deed ontsteken. De 'fraudebrief' die de accountants wilden overhandigen werd simpelweg door de rvc geweigerd. De accountants lieten zich wegsturen en keurden de van deze bijeenkomst gemaakte notulen goed, ook al ontbrak daarin deze ernstige schermutseling. Hier is, zoals het nu lijkt, de toxische sfeer (net zoals bij Wirecard) te groot geweest voor de accountant om zijn rug recht te houden.

Accountants moeten in de toekomst in het heetst van de strijd de ruimte krijgen een opdracht (tijdelijk) terug te kunnen geven, wanneer zij voldoende twijfel hebben over de gang van zaken bij de controlecliënt en zij hun werk niet ongehinderd kunnen uitvoeren. Daartoe zouden de Kwartiermakers een model moeten overwegen waarbij een kleine, onafhankelijke commissie van experts (bijvoorbeeld uit de Ondernemingskamer) in die korte periode het geschil tussen cliënt en controlerend accountant kan beoordelen en een bindende uitspraak kan doen over te nemen stappen. Een uitspraak die de controlerend accountant in staat stelt zijn werk met de juiste additionele controlestappen in onafhankelijkheid voort te zetten, of die in het uiterste geval de accountant toestaat de controle te stoppen. Hiermee wordt voorkomen dat een accountant langzaam wordt meegezogen in ontwikkelingen die later van majeure invloed blijken te zijn op grote verliezen, of zelfs de eventuele teloorgang van de onderneming.

De voorzitter van PwC sprak in een recent interview in het FD over maatschappelijke verwachtingen rond de accountant. Hij zei dat "accountants hun huidige taken nog beter moeten gaan doen en een stap naar voren moeten zetten als sector, om de relevantie op het gebied van fraude en corruptie duidelijker te maken". "Als we moeten voldoen aan de maatschappelijke verwachtingen, bijvoorbeeld in de extra stappen die een accountant zou moeten doen bij het opsporen van fraude, dan moeten we ook met onze klanten praten over een passender beloning."

Het accent op die passender beloning is, na jaren discussie over de toegevoegde waarde van de accountant bij het opsporen van fraude, verrassend. Aandeelhouders hebben zeker meer geld over voor een accountant die juist op de meest pijnlijke momenten in een relatie met de cliënt, zoals bij Imtech en Wirecard, zijn rug recht houdt. Die eist dat hij extra werk moet doen om de ‘redelijke zekerheid op de jaarrekening’ te kunnen bieden die van hem wordt verwacht.

Dat de accountant daarbij steun nodig heeft op kritieke momenten, is de andere kant van de medaille die de Kwartiermakers in hun opdracht hopelijk meenemen.

Paul Koster is directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB).


Deze column verscheen eerder op de website accountant.nl