VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In de coronacrisis was de chipsector een van de weinige sectoren die wereldwijd konden doorwerken. Tegelijk leidden thuiswerken en thuiszitten tot extra vraag en omzet. Daarnaast versnelt de crisis de digitalisering in de zorg en de opmars van de elektrische auto. Daarmee is het een van de weinige sectoren die sterker uit dit coronajaar komt.

De wereldwijde chipmarkt, grofweg een half biljoen dollar groot, groeit in 2020 met enkele procenten. Dat geldt ook voor individuele bedrijven zoals Intel, dat uitkomt uit op circa 5 procent omzetgroei. Chipmachinefabrikant ASML, het vlaggenschip van de Nederlandse halfgeleiderindustrie, verwacht minstens 13,3 miljard euro omzet. Dat is ruim 12 procent meer dan in 2019.

Dat is uiteindelijk te danken aan het gedrag van de consument, legt Joachim Binder uit. Hij is director investor relations bij Infineon, de grootste chipproducent van Europa. “Consumenten geven meer uit aan hun kantoor aan huis, maar ook aan pc-accessoires, entertainment, draagbare gadgets, veiligheid. Wij hebben ook een sterke vraag gezien naar beveiligingscamera’s en op afstand bestuurbare deuren.”

De coronacrisis zorgde wel voor wat verstoringen in de productie, maar dat heeft uiteindelijk weinig impact gehad, gaat hij verder. “Door de bank genomen zijn al onze productiefaciliteiten weer volledig operationeel. Dat geldt voor de hele halfgeleiderindustrie. De zaken gaan door zoals gepland.”

Cleanroom
Volgens analist Marc Hesselink van ING profiteerde de sector ervan dat de productie plaats moet vinden in een cleanroom. Dit is een stofvrije omgeving waarin hele strikte protocollen gelden. “Dat is een extreem afgesloten gebied. We hebben het over mondmaskers, maar in de chipsector lopen mensen in alle omstandigheden in een stofvrij pak. Toen er een lockdown was in Californië heeft het er een korte periode op geleken dat er problemen zouden komen in de toeleveringsketen. Maar uiteindelijk heeft iedereen daar toch makkelijk een manier omheen kunnen vinden.”

De productieketen van de chipsector is over de hele wereld verspreid en er is een grote afhankelijkheid van bedrijven onderling. In de crisis was dat echter geen zwakte maar een kracht, denkt Hesselink. “Waar het in andere sectoren zo is dat je vergelijkbare leveranciers hebt, is dat in de halfgeleiderindustrie niet zo. ASML is een fantastisch bedrijf, maar zonder lenzen van het Duitse Carl Zeiss stopt het bij ASML. En als het bij ASML stopt, stopt het bij TSMC en Samsung. Iedereen begrijp dus dat je van elkaar afhankelijk bent en er is een hoge mate van samenwerking.”

Naast de brede toename van de vraag naar digitale apparatuur leidt de coronacrisis ook tot meer vraag naar chips voor specifieke toepassingen. Het Noorse Nordic Semiconductor ziet dit bijvoorbeeld gebeuren. Het bedrijf met een notering aan de beurs in Oslo maakt chips die worden gebruikt om apparaten te verbinden met andere apparaten en internet.

Nordic Semi levert bijvoorbeeld de chips waarmee de controller communiceert met de spelcomputer. “We hebben hier een toename gezien tijdens Covid. Mensen brengen meer tijd thuis door en investeren daarom in de nieuwste en beste game-apparatuur”, vertelt director investor relations Ståle Ytterdal.

Trackers
Daarnaast ziet hij ook een versnelling in de ontwikkeling in de zorg. “In het eerste kwartaal zagen we bijvoorbeeld dat bestaande producten zoals activiteitentrackers werden veranderd in coronatrackers. Daarna zagen we een versnelling in de toepassing van oplossingen voor patiëntmanagement die zijn gebaseerd op een verbinding met internet en die werken in de cloud. Denk aan draagbare apparaatjes voor het meten van zuurstofwaardes, de ademhaling of de hartslag van patiënten.”

Analist Edwin de Jong van Edison denkt ook dat de zorg hiervan een impuls kan krijgen. “Covid zorgt ervoor dat er meer geld voor onderzoek en ontwikkeling naar de medische wereld gaat. Terwijl een patiënt in de ambulance op weg is naar het ziekenhuis, is het mogelijk om alvast data naar het ziekenhuis te sturen. Dat betekent dat er behoorlijk wat tijd kan worden bespaard. Daarmee kun je dus levensreddend bezig zijn. Op langere termijn denk ik dat de zorg een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de vraag naar chips.”

Hij tekent wel aan dat het nog goed vijf tot tien jaar kan duren voor de zorg een grote eindmarkt is. ING-analist Hesselink denkt dat ook. “Chipbedrijven die hun omzet indelen, zien drie grote markten. Dat zijn pc’s en datacenters, mobiel en de auto-industrie. Dan is er nog een categorie overige en daar valt de zorg onder. Er wordt al een tijdje gezegd dat de zorg een van de hardst groeiende subcategorieën is. Het komt alleen van een lage basis en is op het geheel niet heel belangrijk.”

Van de drie grote markten die Hesselink benoemt, is de auto-industrie dit jaar wel hard geraakt. Er worden veel minder auto’s geproduceerd dan in 2019. De bedrijven die chips leveren die worden gebruikt in voertuigen, hebben dit jaar dus wel een tik gekregen.

Het Nederlandse NXP, genoteerd aan de Nasdaq, is in deze markt de leider. Het haalt hier bijna de helft van de inkomsten vandaan. In het tweede kwartaal zakte de omzet uit de automobielindustrie op jaarbasis met 38 procent. In de zomer was er sprake van herstel, maar ten opzichte van 2019 kwam de omzet nog steeds 8 procent lager uit.

Marathon
Datzelfde beeld is te zien bij Infineon, de tweede toeleverancier aan de auto-industrie. Hoewel er sprake is van herstel verwacht Infineon niet dat de autoproductie snel weer op het oude niveau zal zijn. Binder van Infineon: “Het is geen V-vormig herstel, het was een snelle, maar korte klim. Nu moeten we de komende jaren een marathon lopen om weer op het niveau van 2018 te komen.”

Voor de bedrijven die chips maken voor voertuigen is een belangrijke ontwikkeling die een steuntje in de rug geeft dat het aantal chips per auto jaar-op-jaar toeneemt. Er is steeds meer rekenkracht nodig voor bijvoorbeeld veiligheidssystemen en systemen die de auto verbinden met de buitenwereld. Daarnaast is er de opmars van de elektrische auto. In een elektrische auto zitten bijna twee keer zoveel chips als in een auto met een verbrandingsmotor.

Een van de gevolgen van de coronacrisis is dat overheden extra inzetten op de elektrische auto. Het Europese steunpakket van 750 miljard euro bevat bijvoorbeeld geld voor laadinfrastructuur. Dat geeft de markt een extra impuls, zegt Binder. “Zeker in Europa profiteert de elektrische mobiliteit daar nu enorm van. Elektrische voertuigen en plug-in hybrides zijn samen al goed voor bijna 10 procent van de kentekenregistraties in Europa. Vorig jaar verwachtten we dat dit het niveau zou zijn in 2025. Het tempo waarin elektrische auto’s worden omarmd, gaat omhoog.”

Geheugenchips
De drie Nederlandse beursgenoteerde halfgeleiderbedrijven ASML, ASMI en Besi, zijn toeleveranciers aan de producenten van chips. Een zwakke plek in hun afzet de afgelopen twee jaar was de zwakke vraag naar apparatuur voor de productie van geheugenchips. Dit is een markt die in golven beweegt, legt De Jong van Edison Group uit. “Dat is een soort varkenscyclus. In 2018 is er een enorme piek geweest in investeringen. Die moesten geconsumeerd worden en daardoor was het vorige jaar zwak en is dit jaar nog steeds redelijk zwak.”

Het is bijvoorbeeld te zien aan de omzet van ASML. 2018 was een recordjaar voor machines voor geheugenchips. Die waren toen goed voor 4,5 miljard euro omzet, 41 procent van het totaal. In 2019 halveerde de verkoop bijna en maakte nog maar 20 procent van de omzet uit.

Volgens Hesselink van ING heeft de coronacrisis het herstel van dit deel van de markt gehinderd. “Niemand heeft in 2020 capaciteit bijgebouwd omdat ze niet met overcapaciteit wilden zitten op het moment dat de vraag zou wegvallen. De capaciteitsuitbreidingen die de geheugenspelers hebben gedaan, hebben zich bijna volledig gericht op het verbeteren van bestaande capaciteit.”



Een gevreesde terugval in vraag is echter uitgebleven. Daardoor lijkt het onvermijdelijk dat investeringen in nieuwe chipmachines alsnog op gang komen, constateert hij tegelijkertijd. “Iedereen zit nu op een hele hoge bezettingsgraad en de eindvraag naar die chips is er wel. Er komt dus er een punt dat de investeringen weer op gang komen.”

Al met al zijn de vooruitzichten voor de hele sector goed, concludeert De Jong. “In de markt voor apparatuur gaat memory weer terugkomen. In de auto-industrie zijn de verwachtingen een stuk beter geworden de laatste maanden. Voor volgend jaar verwachten we voor de hele chipmarkt groei, maar iets minder dan dit jaar.”




VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen met uw VEB-account.
Informatie over lidmaatschappen