Laat ik beginnen met u het allerbeste te wensen voor het nieuwe jaar, in goede gezondheid vooral. Deze week beginnen in Nederland de vaccinaties tegen corona, dus het ziet ernaar uit dat het besmettingsgevaar snel kleiner zal worden. Dat stemt optimistisch.

De filosoof Karl Popper zei dat het de morele plicht van de mens is om optimistisch te zijn. Beleggers hebben daar doorgaans niet zo veel moeite mee, die zien snel de zonnige kant.

En daar zijn vaak valide gronden voor: deze bijzonder zware periode waarin iedereen in zijn bewegingsvrijheid is beperkt en waarin veel mensen dierbaren verloren, heeft toch ook goede dingen opgeleverd. Pakketbezorgers, maaltijddiensten en technologiebedrijven profiteerden sterk, ‘zoomen’ is ineens een heel normaal Nederlands werkwoord, het bedrijf erachter vervijfvoudigde in waarde tot meer dan 100 miljard dollar.

Er is ineens ook een grote categorie bedrijven die de komende jaren efficiënter zullen opereren, doordat zij in de coronacrisis een versnelde digitaliseringsslag hebben gemaakt of hebben geleerd om te gaan met werken op afstand. De besparingen die dat op termijn kan opleveren, zijn allicht groter dan de schade in het afgelopen jaar.

Maar beleggers moeten in 2021 wel op hun hoede blijven. Er zijn ook bedrijven, bijvoorbeeld in de energie- en de automobielsector, die door een ingrijpend veranderingsproces gaan. Sommige zullen er sterker uitkomen, maar er zullen er ook omvallen.

En het grootste gevaar voor beleggers schuilt wellicht nog in het beleid van de centrale banken. De enorme hoeveelheden liquiditeit die in de markt gepompt zijn, zullen er op een zeker moment ook weer uit moeten. Alleen al het dreigen daarmee, zoals de Federal Reserve onlangs deed, geeft de markt koude rillingen.

Het devies voor de belegger in 2021 is dus: optimisme moet, maar wees behoedzaam.

Dit is een column van Paul Koster, directeur van de VEB