VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Duurzaam investeren zit sterk in de lift. Grote institutionele investeerders springen op de duurzame trein en duurzame investeringen zouden al in de biljoenen lopen. Tegelijkertijd is de definitie van een duurzame belegging nog steeds zo ruim dat die getallen eigenlijk niets zeggen.

Vermogensbeheerder Blackrock is een van de voortrekkers van de verduurzaming van de financiële sector. Afgelopen jaren heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen een steeds grotere rol gekregen in de jaarlijkse openbare brief van Blackrock-topman Larry Fink aan bedrijfsbestuurders. Vorig jaar ging deze vrijwel exclusief over klimaatverandering.

Fink houdt er rekening mee dat veel investeerders hun vermogen duurzaam willen gaan beleggen. Als zelfs maar een paar procent dat doet heeft dat een grote impact op hoe kapitaal wereldwijd wordt aangewend. Blackrock verwacht dat de klanten hun duurzame investeringen de komende vijf jaar willen verdubbelen.

Volgens de website Oilprice.com is nu al 120 biljoen dollar aan vermogen geoormerkt om duurzaam te worden geïnvesteerd. Het gaat daarbij om kapitaal van banken en institutionele investeerders die hebben gezegd dat ze de stap naar duurzaam willen maken.

Beleggen in techreuzen
Het blijft alleen heel lastig te zeggen wat dat nou echt betekent. Waar wordt dat kapitaal nou precies in gestoken en wat draagt dat bij aan verduurzaming? Dit is al te zien aan de samenstelling van de duurzame beleggingsportefeuilles van Blackrock.

Die blijken eigenlijk niet te onderscheiden van ‘gewone’ fondsen. Grote technologiebedrijven zijn vaak de grootste beleggingen. Het grootste ESG-fonds van Blackrock heeft bijvoorbeeld een top-vijf bestaande uit Amazon, Microsoft, Apple, Google-moeder Alphabet en Facebook.

Hetzelfde geldt voor veel andere vermogensbeheerders. Het NN Duurzaam Aandelen Fonds heeft Microsoft, Amazon en Alphabet ook in de top-vijf. De Amerikaanse techreuzen hebben allemaal wel een duurzame strategie met duurzame doelen. Tegelijkertijd is het niet zo dat deze bedrijven nou aan het voorfront van de energietransitie staan.

Groene obligaties
Als het gaat om vastrentende waarden is het niet anders. Fondsen die beleggen in zogenaamde groene obligaties, ‘green bonds’, steken hun geld vooral in overheidsleningen. Het NN Green Bond fonds heeft bijvoorbeeld ruim een kwart van het belegd vermogen in Franse staatsobligaties zitten. Nog eens 15 procent zit in Nederlandse staatsobligaties en 13 procent in Duitse.

Een belangrijk punt met deze leningen is dat de opbrengst gewoon de staatskas in stroomt. Er is wel een verplichting om tegenover de leningen uitgaven aan verduurzaming of duurzame projecten te zetten, maar dit gebeurt niet een-op-een. Of overheden deze uitgaven niet hadden gedaan zonder groene obligaties uit te geven lijkt twijfelachtig.

Op deze manier is duurzaam of maatschappelijk verantwoord investeren niet veel meer dan een herclassificatie van de beleggingen. De werkelijke impact staat niet in verhouding tot de grote bedragen die heen en weer worden geschoven.