VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De regeldruk voor beleggingsstudieclubs neemt steeds verder toe. Uit een onderzoek onder aangesloten beleggingsstudieclubs blijkt dat veel clubs lang niet aan alle wet- en regelgeving voldoen. Wat zijn zaken om rekening mee te houden? En wat is een alternatief om toch gezamenlijk te kunnen beleggen?

In een vereniging gezamenlijk hobbymatig een beleggingsportefeuille aanhouden. En tegelijkertijd leren over beleggen met vrienden, familie, vakgenoten of collega’s. In de regel leggen de leden (al dan niet periodiek) een beperkt bedrag in. Dat is de essentie van een beleggingsstudieclub. Op dit moment zijn er 226 lid van de VEB.  

In 2008, toen de Nederlandse Centrale Vereniging van Beleggingsstudieclubs (NCVB) fuseerde met de Vereniging van Effectenbezitters, waren dat er nog circa 500. Dat er meer beleggingsstudieclubs verdwijnen dan er worden opgericht, komt niet door een afgenomen interesse in beleggen. Integendeel zelfs, zo blijkt uit de vele vragen over beleggen die de VEB dagelijks van leden ontvangt.  

Veranderend speelveld 
De belangrijkste reden voor de beperkte aanwas van nieuwe beleggingsstudieclubs is het veranderende juridische speelveld. Toenemende financieelrechtelijke wet- en regelgeving vereist een professionele organisatie. Deze wet- en regelgeving is niet afgestemd op het informele, educatieve karakter van een beleggingsstudieclub.  

Om transacties te mogen verrichten, is bijvoorbeeld een zogeheten LEI-nummer verplicht. Daarnaast moeten clubs een wettelijke controle uitvoeren naar de identiteit van hun leden ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Ook is het vereist om de uit-eindelijke belanghebbenden in te schrijven in het zogeheten UBO-register. Er zijn nog veel meer zaken om aan te denken (zie kader). 

Vanwege de verschillende wettelijke verplichtingen hebben de meeste banken of brokers zelfs besloten om beleggingsstudieclubs niet langer als klant te accepteren. Dat maakt het überhaupt steeds lastiger om nog een beleggingsstudieclub op te richten of zelfs aan te houden.  

Enquête 
Om een beeld te krijgen van het functioneren en het omgaan met de extra regeldruk van bestaande beleggingsstudieclubs die lid zijn, heeft de VEB via een enquête een aantal vragen gesteld. Daar hebben 71 clubs van de 226 clubs die nog lid zijn van de VEB op gereageerd. Op basis van de antwoorden is een aantal conclusies te trekken.  

Beleggingsstudieclubs 
Uit de enquête blijkt dat alle clubs die hebben deelgenomen minder dan 50 leden hebben, een groot deel heeft zelfs minder dan 10 leden. De leden zijn in de meeste gevallen gemiddeld tussen de 50 en 70 jaar, maar bij twintig clubs ligt de gemiddelde leeftijd boven de 70. Een deel van de clubs dateert van vóór 1990, het gros is opgericht tussen 1990 en 2010, na 2010 zijn maar een paar clubs opgericht. 

Vrijwel alle clubs komen meer dan 5 keer per jaar bijeen en praten dan 1 tot 3 uur over beleggen en aanverwante zaken. De meeste clubs hebben een vermogen tussen de 10.000 en 100.000 euro. Er zijn enkele uitschieters die meer dan een ton aan vermogen hebben, evenals enkele clubs met een vermogen onder de 10.000 euro. 
 

Basisregels 
Gelukkig is er slechts een beperkt aantal clubs waarvan het bestuur niet jaarlijks een jaarrekening opstelt. Zorgwekkend is dat ongeveer de helft van de clubs die hebben deelgenomen aan de enquête, niet jaarlijks een algemene ledenvergadering uitschrijft. Idealiter wordt ieder jaar de gang van zaken besproken en wordt over het gevoerde beleid verantwoording afgelegd door het bestuur van de beleggingsstudieclub.  

De meeste beleggingsstudieclubs hebben een inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Ook verstrekken zij de leden een opgave ten behoeve van de fiscale aangifte. Enkele beleggingsstudieclubs hebben aangegeven dit niet te doen. Een andere bevinding is dat een aantal beleggingsstudieclubs tussentijds gelden uitkeert, bijvoorbeeld in het geval van beleggingswinsten. Het uitkeren van gelden aan leden is enkel toegestaan bij uittreding van leden of bij ontbinding van de vereniging. Van conflicten binnen de club over geld, bijvoorbeeld bij uittreding van een lid, is gelukkig vrijwel geen sprake. 




Nieuwe wetgeving: win advies in! 
Als het gaat om de nieuwe wet- en regelgeving hebben veel beleggingsstudieclubs nog extra werk te verrichten. Het gaat dan onder meer om het onderzoek naar de identiteit van leden of het inschrijven van de uiteindelijke begunstigden in het UBO-register. Ook hebben enkele beleggingsstudieclubs laten weten geen LEI-nummer te hebben. 

De toenemende wet- en regelgeving overstijgt het hobbymatige karakter van een beleggingsstudieclub en brengt meer verplichtingen en risico’s met zich mee. Daarom dienen de clubs met tekortkomingen deze zo snel mogelijk te herstellen. 

Om een beleggingsstudieclub aan de geldende wet- en regelgeving te laten voldoen, is het zinvol om jaarlijks adequaat advies in te winnen bij een deskundig jurist en fiscalist. In enkele gevallen is zelfs een professionele beheerder te overwegen. Het grootste deel van de beleggingsstudieclubs dat heeft deelgenomen aan de enquête heeft aangegeven niet of heel beperkt te willen betalen voor advies. 

Geen hobbymatig karakter meer 
Door deze toenemende regelgeving wordt het lastig om het hobbymatige karakter van een beleggingsstudieclub te behouden. Dit heeft ervoor gezorgd dat de VEB heeft besloten om het oprichten van een nieuwe beleggingsstudieclub niet meer te ondersteunen. De VEB raadt af om een nieuwe beleggingsstudieclub op te richten.  

In de enquête is tevens de vraag voorgelegd of de clubs ontbinding overwegen vanwege de toenemende regeldruk. Een paar clubs hebben laten weten dit te overwegen of binnenkort te bespreken.  

De VEB adviseert de reeds bestaande beleggingsstudieclubs scherp in de gaten te houden in hoeverre zij voldoen aan de regelgeving. In de gevallen waar het hobbymatig karakter de overhand heeft, is het raadzaam om serieus te overwegen of ontbinding van de vereniging niet een betere oplossing is. De kosten gepaard met de noodzakelijke professionalisering wegen dan mogelijk niet langer op tegen de baten van het gezamenlijk beleggen.  

De VEB is niet geëquipeerd om de bij haar aangesloten beleggingsstudieclubs fiscaal en juridisch door te lichten. Dit vereist individueel advies per beleggingsstudieclub van een deskundige jurist en in sommige gevallen van een fiscalist. Het VEB-lidmaatschapsgeld van 75 euro per beleggingsstudieclub is niet toereikend om deze kosten te dekken. Beleggingsstudieclubs kunnen uiteraard wel – net als de reguliere VEB-leden – profiteren van de overige dienstverlening van de VEB.  





Alternatief: schaduwportefeuille 
De VEB realiseert zich dat de leden van de beleggingsstudieclubs een alternatief geboden moet worden om gezamenlijk te beleggen. Dat alternatief is het gezamenlijk bijhouden van een schaduwportefeuille. Dit kan binnen het formele kader van een vereniging, maar ook op informele wijze zonder de verenigingsrechtelijke administratieve verplichtingen. Deze schaduwportefeuille is periodiek te bespreken met de geïnteresseerden. Ook dan zijn afspraken te maken over een taakverdeling met betrekking tot het selecteren en volgen van bepaalde beleggingen of om bepaalde zaken uit te zoeken, zoals de kosten van beleggen. Een aantal brokers biedt de mogelijkheid om met virtueel geld, zonder risico een schaduwportefeuille in te richten. Vanzelfsprekend staat het de leden vrij – voor eigen rekening en risico – te beleggen, al dan niet conform deze schaduwportefeuille.  

Het bijhouden van een schaduwportefeuille en het voor eigen rekening beslissen over beleggingen scheelt administratieve rompslomp, aansprakelijkheden en kosten voor onder meer professionele ondersteuning. En het blijft zo mogelijk om samen op een informele manier te leren over beleggen en om interessante ideeën uit te wisselen.  

Toegenomen wet- en regelgeving 


De (toenemende) wet- en regelgeving ziet (zonder uitputtend te zijn) op de volgende onderwerpen: 

- Een beleggingsstudieclub kwalificeert in formele zin als beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (
Wft). Om deze reden is ook de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) van toepassing op een beleggingsstudieclub. Dit betekent onder andere dat (het bestuur van) de beleggingsstudieclub de identiteit van leden van de beleggingsstudieclub zal moeten onderzoeken en controleren. De statutair bestuurders van de beleggingsstudieclub zullen ook kennis moeten opdoen over de verplichtingen onder de Wwft.

- Een bank, broker of andere financieel dienstverlener is op grond van Wwft verplicht om onderzoek te verrichten naar de identiteit van klanten. Het bestuur van de beleggingsstudieclub zal de nodige gegevens aan de bank, broker of andere financieel dienstverlener moeten verstrekken. 

- Bij het inschrijven van de beleggingsstudieclub bij de Kamer van Koophandel zullen in ieder geval de bestuurders (mogelijk ook de leden) zich moeten registeren in het UBO-register.  

- Een beleggingsstudieclub is verplicht een LEI (Legal Entity Identifier)-nummer aan te vragen. Een LEI is na afgifte 1 jaar actief en kan elk jaar worden verlengd. Een verlopen LEI kan betekenen dat de beleggingsstudieclub de mogelijkheid verliest om bepaalde financiële transacties te doen. 

- Voorts bestaan nog de gebruikelijke verenigingsrechtelijke, administratieve verplichtingen zoals het opstellen van een jaarrekening en het jaarlijks uitschrijven van een algemene ledenvergadering. De statuten en iedere wijziging in de statuten dienen door een notaris te worden vastgelegd.  

- Verder dient het bestuur van de beleggingsstudieclub jaarlijks aan alle leden een fiscale opgave te verstrekken ten behoeve van de aangifte voor de inkomstenbelasting. 

- Voor de volledigheid wijst de VEB erop dat een beleggingsstudieclub net als iedere andere vereniging gebonden is aan het wettelijk uitkeringsverbod. Een beleggingsstudieclub mag geen winst onder haar leden verdelen. Het jaarlijks uitkeren van dividend is dus niet mogelijk. Enkel in het geval leden uittreden, maken zij aanspraak op hun inleggeld (en eventuele rente daarover) dat zij (bij toetreding) hebben betaald. Indien de beleggingsstudieclub wordt ontbonden en vereffend, komt het vermogen dat is overgebleven in verhouding tot ieders recht toe aan de leden. 


De VEB hoort graag uw ervaring
 

Interview
Beleggingsstudieclubs die, naar aanleiding van de toegenomen regeldruk, hun ervaringen en bevindingen willen delen, kunnen contact opnemen met de VEB. Voor een volgende editie van Effect kan dan een interview plaatsvinden.  

Wilt u reageren, mail ons op effect@veb.net

De VEB heeft vijf flessen wijn verloot onder de deelnemers aan de enquête. De winnende clubs hebben inmiddels een fles ontvangen.  


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap