VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Twee nieuwe fabrieken om de kansen van bioplastic te grijpen. De ontwikkeling van een nieuwe markt voor visvoer op basis van algen. Corbion zet onder de in 2019 aangetreden topman Olivier Rigaud sterker in op nieuwe kansen. Daarmee vaart het bedrijf een andere koers dan onder zijn voorganger Tjerk de Ruiter. Die richtte zich in de beginjaren van Corbion met name op de winstgevendheid van de bestaande activiteiten, de ingrediënten voor onder meer brood en vlees.

Niet ten onrechte, want die traditionele activiteiten zijn ook nu nog goed voor het grootste deel van de omzet en winst van Corbion. Het bedrijf maakte vorig jaar 158,8 miljoen euro brutowinst op 986,5 miljoen euro omzet. De melkzuuractiviteiten waren in 2020 goed voor 27 procent van de inkomsten, de duurzame oplossingen voor voeding voor 55 procent. De rest kwam uit onderdelen die Corbion als niet-kernactiviteit ziet en een aantal groeigebieden.

Melkzuur kan dienen als de basis voor het bioplastic PLA. Dit is een markt waar Corbion al lang hoge verwachtingen van heeft, maar die tot voor kort niet echt werden ingelost. Inmiddels heeft de joint venture Total Corbion PLA de wind in de zeilen en zet Corbion onder Rigaud vol in op verdere groei hiervan. Het bouwt een nieuwe melkzuurfabriek in Thailand en gaat met partner TotalEnergies een PLA-fabriek neerzetten in Frankrijk. Waar de investeringen de afgelopen jaren zo’n 110 miljoen euro per jaar waren, stijgen die dit jaar naar 165 tot 180 miljoen euro.

In een interview legt de topman uit hoe hij de kansen van het bedrijf ziet en hoe het de investeringen gaat aanpakken.

1. Kunt u nog even op een rij zetten wat Corbion nu doet?
“Ons bedrijf rust op drie poten. De eerste bestaat uit de duurzame oplossingen voor voeding. De kern daarin is natuurlijke houdbaarheid van voedsel en het verminderen van voedselverspilling. De tweede poot bestaat uit onze melkzuuractiviteiten. Een belangrijk groeigebied daarin is PLA, een bioplastic, maar er zijn ook andere toepassingen, zoals in de orthopedie. Als je een been breekt en botschroeven nodig hebt, dan hebben wij nu een bioplastic materiaal dat vanzelf oplost in het lichaam. Dat is een mooie activiteit met hoge marges. Ten slotte hebben we de algenactiviteiten die we in 2017 hebben gekocht en waarvan we verwachten dat ze volgend jaar voor het eerst break-even draaien.”

2. Het bioplastic is al lang een grote belofte. Heeft die ontwikkeling nu echt kritische massa gekregen?
“Het is inderdaad heel lang een belofte geweest. Het heeft tien jaar geduurd, maar het begint nu eindelijk echt snel te groeien. Als je een nieuw product hebt, dan duurt het vaak een tijd voor het van de grond komt. Je bent gewoon heel vroeg en er is nog geen bewustzijn bij consumenten. Inmiddels is er over de hele wereld zo veel bewustzijn van plasticvervuiling en klimaatverandering dat de consument vraagt om biologisch afbreekbare verpakkingen.”

3. Hoe groot is het potentieel om te groeien?
“Dat is gigantisch. In het verleden was er maar één speler, NatureWorks. Zij hebben een fabriek met een jaarlijkse productiecapaciteit van circa 150.000 ton, terwijl wij een fabriek van 75.000 ton hebben. Die is ongeveer voor twee derde in gebruik en dat neemt snel verder toe. Corbion en NatureWorks hebben nu allebei de beslissing genomen om te investeren in nieuwe capaciteit. Deze nieuwe fabrieken starten in 2024 met produceren. Tegelijk is de hele wereldmarkt voor fossiele plasticpolymeren 450 miljoen ton. De wereldwijde productiecapaciteit voor PLA is 250.000 tot 300.000 ton. Dat is nu dus nog een druppel in de oceaan.”

4. Corbion heeft sinds een paar jaar een joint venture met TotalEnergies. Hoe zit die in elkaar?
“Wij brengen de kennis en technologie voor de productie van melkzuur in. Daarin zijn we de wereldleider met een heel duurzaam proces. Total brengt de ervaring in voor de omzetting in plastic. Daarin zijn zij wereldwijd een van de marktleiders. Daarnaast bieden zij ons toegang tot de markt. Er is geen overlap. Er zijn alleen maar aanvullende capaciteiten, daarom werkt de samenwerking goed.”

5. Terwijl Corbion deze belofte inlost, komt de volgende er alweer aan: visvoer op basis van algen die visolie gemaakt van wilde vis vervangt. Waarom is dat een grote kans?
“Vette vis is rijk aan omega-3 vetzuren. Omdat dat goed is voor hun gezondheid eten mensen het. Alleen is de hoeveelheid omega-3 in de loop van de tijd gezakt doordat producenten visolie mengen met andere olie die geen omega-3 bevat. Daarnaast zit er een hoog percentage pesticiden in de vis die normaal wordt gebruikt bij de viskweek. Als je meer dan twee keer per week vis eet kom je daardoor boven de maximaal acceptabele hoeveelheid uit. Onze aanpak is meer duurzaam omdat we een tussenstap uit de keten halen waardoor je overbevissing helpt voorkomen. De algen gaan direct in het visvoer en de kweekvis heeft bovendien een hoger omega-3 gehalte en bevat veel minder schadelijke stoffen.”

6. U verwacht volgend jaar ongeveer zwarte cijfers te schrijven met dit product? Hoeveel omzet moet u daarvoor draaien?
“Dit jaar komen we boven de dertig miljoen euro uit. Het eerste halfjaar zijn we met 161 procent gegroeid, dat is echt enorm. Dat komt doordat mensen zich meer en meer bewust worden van het feit dat we de oceanen uitputten met intensieve visvangst. We denken dat dit een wereldwijd marktpotentieel heeft van twee- tot driehonderd miljoen dollar per jaar.”

7. Hoeveel moet u investeren om die schaal te bereiken?
“Dan zouden we nog twee grote fabrieken moeten bouwen. We gaan in de toekomst onderzoeken of het verdubbelen van de huidige fabriek in Brazilië een optie is en kijken naar andere locaties dichter bij de consument. In de Braziliaanse fabriek is suikerriet de voedingsbron, maar we zouden ook een andere voedingsbron kunnen gebruiken, zoals voedselafval. We zijn nog niet op het punt dat we moeten beslissen waar we die tweede fabriek gaan neerzetten, maar we zijn wel behoorlijk ambitieus.”

8. Visvoer is een heel andere markt dan de markten die Corbion nu bedient. Gaat het bedrijf deze ontwikkeling helemaal zelf doen of zou het een optie zijn om dit te verkopen als het echt groot wordt?
“Een van de strategische vragen waar we straks voor staan is of we een algenplatform gaan opzetten of een platform voor diervoeding. Een grote trend in de markt is dat het antibioticagebruik wereldwijd wordt uitgebannen. Met melkzuur kunnen wij een natuurlijk alternatief bieden. Het zou dus kunnen dat we uiteindelijk beslissen dat een nieuwe poot voor Corbion diervoeding is. Als we alleen maar bij omega-3 zouden blijven, dan komt inderdaad de vraag in beeld hoe dat past bij de rest van het bedrijf.”

9. Corbion heeft veel kansen. Hoe voorkomt u dat het bedrijf alle kanten op schiet?
“We hebben een pijplijn gevuld met ideeën. Hoe meer ideeën je hebt, hoe beter, maar je moet wel heel grondig en strikt zijn in wat je door laat gaan en wat niet. We werken met vijf ontwikkelingsstadia waarbij één een idee is en vijf het moment waarop je lanceert in de markt. Wat we hebben gedaan, is dat we op een aantal vaste momenten op bestuursniveau beslissen of we doorgaan. Zo kunnen we kiezen wat we denken dat de meest kansrijke projecten zijn, want we zijn inderdaad een middelgroot bedrijf en kunnen niet op alles mikken.”

10. De investering voor de fabriek in Thailand werd oorspronkelijk geraamd op 190 miljoen dollar. Dat is nu 230 miljoen dollar. Waar komt dat door?
“De 190 miljoen dollar was de raming in een heel vroeg stadium. De omvang van de investeringen is sindsdien uitgebreid en de staalprijs is hard gestegen. Wat we ook zien is dat ingenieursbedrijven wereldwijd heel druk zijn omdat de economie aantrekt. Ook daardoor maken we hogere kosten.”

11. De aandelenkoers staat hoog. Zou een aandelenemissie een optie zijn om investeringen te financieren?
“We hebben voldoende financieringsruimte om zonder emissie onze strategische plannen uit te voeren, inclusief meer investeringen in groei. In de bankconvenanten is vastgelegd dat een verhouding tussen de nettoschuld en het bedrijfsresultaat van 3,75 de grens is. In de praktijk proberen we daar ruim onder te blijven. Een van de dingen die we doen om het onder de drie te houden, is om de nieuwe fabriek in Frankrijk die we bouwen in samenwerking met TotalEnergies op de balans van de joint venture te financieren. Onderdeel van onze strategie is daarnaast dat we ons meer richten op overnames. Maar zolang we geen grote overnames doen, is een aandelenemissie niet nodig.”


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap