VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Na jaren van krimp heeft de omzet van KPN de weg omhoog weer gevonden. Maar op het kleine plusje van de verkopen in het tweede en derde kwartaal valt wel een en ander af te dingen.

De presentatie van kwartaalcijfers is altijd een wat saaie aangelegenheid bij KPN. De verhaallijn is steevast dat de omzet krimpt en de bedrijfswinst door kostenbesparingen op peil blijft.   

Zo niet afgelopen kwartaal. Gesteund door duurdere abonnementen voor de consumentendivisie en aanwas van klanten uit het midden- en kleinbedrijf kon CEO Joost Farwerck beleggers melden dat de omzet in de lift zit. Het telecombedrijf wist een procent (tot 1,3 miljard euro) meer om te zetten dan in het derde kwartaal van 2020.  

Tijdens het tweede en derde kwartaal van 2020 was de omzetdaling exceptioneel sterk, met respectievelijk 4,9 en 5,3 procent. De daling in deze kwartalen werd versterkt door de pandemie. Ter vergelijking, in de afgelopen jaren kromp de omzet van het telecombedrijf bijna standaard met 1 tot 3 procent.  

De vlag kan op het hoofdkantoor aan de Wilhelminakade in Rotterdam na een goed kwartaal nog niet uit. Voor de vraag of KPN het bescheiden groeitempo kan volhouden, is het vierde kwartaal de echte test.  

Omzetdaling gestopt 
De zakelijke tak verliest al jaren omzet. Eind vorig jaar herschikte Farwerck dit onderdeel  dat telecomdiensten aanbiedt voor ZZP’ers tot multinationals. De belofte was destijds dat de omzet uit het midden- en kleinbedrijf tegen het einde van dit jaar (2021) moest stabiliseren. Het afgelopen kwartaal is de eerste stap richting dat streven gezet.  

Dit onderdeel groeide met 2,9 procent, gedreven door de aanwas van 66 duizend nieuwe klanten bij KPN EEN. Met een dergelijk abonnement betalen klanten niet een vaste vergoeding voor een totaalpakket van internet, telefonie, mobiel en televisie, maar kunnen ze kiezen welk van deze diensten ze afnemen en hier separaat voor betalen.  

De strategie voor de grootzakelijke klanten moet ook zijn vruchten af gaan werpen, maar met een vertraging van ruwweg een jaar ten opzichte van het midden- en kleinbedrijf.  

Investeringen onverminderd hoog 
Glasvezel is volgens Farwerck het middel om naar duurzame groei terug te keren. Klanten met een dergelijk abonnement zijn trouwer en bereid meer te betalen voor de aansluiting. Ook kan het kopernetwerk worden afgeschaald, wat kosten scheelt.  

Maar om voldoende dekking te krijgen met glasvezel zijn hoge investeringen nodig. Het bedrijf verwacht tot en met 2023 jaarlijks 1,2 miljard euro te investeren, waarvan een groot deel naar het glasvezelnetwerk gaat. Pas eind 2026 kunnen de kapitaaluitgaven volgens Farwerck echt naar beneden. Tegen die tijd moet 80 procent van de huishoudens zijn aangesloten op glasvezel. 

Door nu terug te keren naar een lichte omzetgroei met stabiele of licht groeiende marges lijkt een voorzichtige kentering van de resultaten ingezet. Deze eerste voorzichtige trend met een stijgende omzet en winst moet KPN nu zien door te trekken. Dat is uiteindelijk een voorwaarde om de hoge investeringen in voornamelijk glasvezel te kunnen verantwoorden. KPN is een kapitaalintensief bedrijf en dat netwerk moet renderen. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen is bij KPN vooralsnog nauwelijks hoger dan haar kapitaalskosten. Een situatie waarin omzet en winst toenemen is van belang om dit rendement - het waardecreërende vermogen - gestaag te laten toenemen.    

Cashrendement  
De minieme groei en hoge investeringen maken van KPN allerminst een groeiaandeel. De focus van beleggers en analisten zal daarom gericht blijven op cashrendement in plaats van koerswinsten.  

Het bedrijf spiegelt een verwacht dividend per aandeel van 13,6 eurocent voor over 2021. Afgezet tegen de huidige koers is dat een dividendrendement van vijf procent. Dit bedrag moet ook jaarlijks met drie tot vijf procent stijgen 

Verder koopt het bedrijf dit jaar voor 200 miljoen euro aan aandelen in, goed voor 1,8 procent van de beurswaarde. In totaal geeft KPN daarmee 6,8 procent van de beurswaarde terug aan aandeelhouders