VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Flinke kostenstijgingen, productiestops in Europa. De sterke stijging van de gasprijzen heeft op het eerste gezicht vooral negatieve gevolgen voor producenten van kunstmest zoals Yara, CF Industries en het in Amsterdam genoteerde OCI. Maar door de hoge afzetprijzen stroomt het geld juist binnen en is de sector ° na jaren kwakkelen door overcapaciteit ° ook in de ogen van investeerders tot leven gekomen.

De kunstmestsector heeft een decennium van zwakke vraag achter de rug. Er was veel capaciteit en de prijzen waren laag. Dit leidde bijvoorbeeld bij het in Amsterdam genoteerde OCI tot zwakke cijfers. Sinds het bedrijf in 2013 een beursnotering kreeg in Amsterdam, schreef het in de helft van de jaren rode cijfers.

Energie-intensieve industrie
Met de coronacrisis en het stijgen van de gasprijzen is de situatie echter gekanteld. Dit is opvallend omdat kunstmest juist een van de meest energie-intensieve industrieën is. Grofweg de helft van de productiekosten van kunstmest bestaat uit kosten voor gas. Dat betekent dat kunstmestproducenten te maken hebben met scherp stijgende kosten. In hun voordeel werkt echter dat tegelijk met de productiekosten ook de afzetprijzen zijn gestegen.

De prijs voor de meststof ureum is een goede maatstaf voor alle kunstmestprijzen. Ten opzichte van begin 2020 is deze prijs bijna verdubbeld. Dit komt door een sterke vraag naar kunstmest omdat de voedselvoorraden moeten worden aangevuld. “Wereldwijd was de verhouding tussen de voorraden en consumptie van graan aan het begin van het zaaiseizoen dit jaar het laagst sinds 2012. De prijzen van grondstoffen zijn hierdoor sterk gestegen en boeren zijn erdoor aangezet om hun oogsten zo groot mogelijk te maken met kunstmest”, legde Bert Frost, bestuurslid van CF Industries, onlangs uit aan beleggers.

Daar komt bij dat de hoge energieprijzen de productiecapaciteit van kunstmest beperken. De producenten met normaalgesproken de kleinste winstmarges hebben hun productie stilgelegd. Volgens analist Frank Claassen van Degroof Petercam gaat het vooral om Chinese producenten. “Daar gebruiken ze steenkool, wat een heel vervuilende productiemethode is. Je ziet dat ook de kolenprijs omhoog is geschoten en dat die producenten nu wegvallen. Dat heeft impact op het totale aanbod.”

Europees gas veel duurder dan Amerikaans gas
Voor sommige kunstmestproducenten pakt deze combinatie van hogere gasprijs én een hogere verkoopprijs echter wel goed uit. Waar de fabrieken staan, is daarbij heel bepalend. Dat komt doordat de gasprijs niet overal even hard is gestegen. In Europa is de prijsstijging veel groter geweest dan in andere regio’s. De Nederlandse prijs voor gas, de zogenoemde TTF-prijs, is sinds begin 2020 meer dan 400 procent gestegen. Tegelijk nam de prijs van Amerikaans Henry Hub Natural Gas slechts 150 procent toe. De prijzen in het Midden-Oosten liggen nog weer onder die in de VS.

“In Amerika zijn de prijzen wel wat omhooggegaan, maar dat is niet vergelijkbaar met wat er in Europa aan de hand is”, zegt Claassen. “Een van de redenen dat gas in Europa veel duurder is geworden, is dat overschotten van schaliegas uit de VS die eerst naar Europa kwamen, nu door Azië worden opgepikt. Daarnaast komt er minder uit Rusland en is er in verschillende landen, waaronder Nederland, minder lokale productie.”

OCI is een bedrijf dat flink profiteert van zijn geografische spreiding. Het heeft enkele fabrieken staan in Europa, maar daarnaast ook grote posities in Noord-Amerika en het Midden-Oosten. “In Amerika liggen hun fabrieken heel dicht bij de grote pijplijnen en hebben ze altijd een korting. De activiteiten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn gebundeld in Fertiglobe dat nu een beursnotering krijgt in Abu Dhabi. Daar hebben ze langetermijncontracten direct met leveranciers in de regio. Ze kunnen dus verkopen tegen de prijs van dit moment, terwijl veel van hun onderliggende gasprijzen vastliggen. Daardoor drukken ze op dit moment geld, dat is echt ongelooflijk”, zegt analist Henk Veerman van Kempen & Co.


Yara: produceren buiten Europa
Producenten die meer afhankelijk zijn van hun productie in Europa hebben het zwaarder, voegt hij toe. Het Noorse Yara is daarvan een voorbeeld. Het produceert op dit moment 40 procent minder ammoniak in Europa. Ammoniak is een basisgrondstof voor kunstmest. Om toch aan de vraag te kunnen voldoen, haalt het bedrijf ammoniak van elders.

“Wij hebben de mogelijkheid om te wisselen tussen productie en aanvoer van ammoniak voordat we dit omzetten in kunstmest. Dit stelt ons in staat om verlieslatende ammoniakproductie te beperken en die te vervangen met grondstoffen uit fabrieken van Yara buiten Europa en uit onze wereldwijde handels- en transportnetwerken. Hierdoor is de impact op onze kunstmestproductie tot nu toe beperkt”, aldus bestuursvoorzitter Svein Tore Holsether bij de presentatie van de nieuwste kwartaalcijfers.

Het Amerikaanse CF Industries heeft negen fabrieken, het merendeel in Noord-Amerika. Het bedrijf zag de omzet over het eerste halfjaar met ruim een vijfde stijgen en de nettowinst met meer dan de helft. Wel zag het zich gedwongen om twee fabrieken in het Verenigd Koninkrijk te sluiten als gevolg van de hoge gasprijzen. Dat leidde ertoe dat het VK te maken kreeg met een tekort aan koolstofdioxide wat de voedselvoorziening in gevaar bracht. Dit is een bijproduct van de kunstmestproductie en is onder meer nodig voor het slachten van vee en het houdbaar opslaan van voedsel. Nadat de Britse regering steun had toegezegd, startte CF Industries de productie weer op.

Succesvolle beursgang OCI-dochter Fertiglobe
Investeerders hebben inmiddels door dat de marktomstandigheden voor de kunstmestproducenten zijn verbeterd. De aandelen van CF Industries en OCI zijn in een jaar grofweg verdubbeld en naderen weer de hoogste stand ooit. Daarnaast bracht OCI eind oktober met succes dochterbedrijf Fertiglobe naar de beurs.

Fertiglobe is een samenwerking met ADNOC, het nationale oliebedrijf van Abu Dhabi. OCI had hierin voor de beursgang 51 procent van de aandelen. De beursgang bracht 795 miljoen dollar op en Fertiglobe, dat in 2020 circa 127 miljoen dollar winst maakte, kreeg daarbij een waardering van 5,8 miljard dollar. De inschrijving door beleggers vooraf was meer dan twintig keer zo groot als het aantal beschikbare aandelen. De dag van de beursgang schoot de koers ook nog eens omhoog.

Het succes van deze beursintroductie is volgens analist Veerman van Kempen een bevestiging van de langetermijnstrategie van OCI. “Toen ik begon met het volgen van OCI was de teneur onder beleggers dat de Europese en Amerikaanse fabrieken aantrekkelijke operationele kenmerken hebben, maar dat het de vraag is of je bloot wilt staan aan de politieke risico’s in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Nu worden juist die activiteiten naar de beurs gebracht tegen een bovengemiddelde waardering en is de rest van de productie-portefeuille impliciet voor een korting te koop. Dit is een interessante verschuiving van het beleggerssentiment, vooral omdat het management van OCI altijd heeft gezegd dat ze de hoogste marges boeken in deze divisie en hier de gunstigste contracten uitonderhandelen. Dat is dus uiteindelijk wel uitgekomen.”

Tot in 2023 gunstige marktomstandigheden
De verwachting is dat de gunstige marktomstandigheden voor de kunstmestsector voorlopig zullen blijven. “Wij zijn ervan overtuigd dat het aanvullen van graanvoorraden zeker tot in 2023 zal moeten doorgaan. Dat steunt een aanhoudend sterke vraag naar stikstof. Wij denken dat ook de wereldwijde kunstmestvoorraad laag is en opnieuw zal moeten worden opgebouwd”, aldus Frost van CF Industries. Het bedrijf verwacht dat de producenten die met kleine winstmarges werken ook niet zomaar weer terug zullen komen zolang de energieprijzen hoog zijn.

Een inzakken van de vraag in reactie op hoge kunstmestprijzen ziet analist Claassen van Degroof Petercam ook niet gebeuren. “Op een gegeven moment zullen boeren wel proberen om wat te besparen, maar dan gaat het over een paar procent van de vraag, zeker niet meer dan dat. Het zal niet leiden tot een enorme vraaguitval. Boeren krijgen nu goede prijzen voor hun producten. Daarnaast is de vraag niet zo gevoelig voor de prijs. Boeren moeten elk jaar wel een bepaalde hoeveelheid kunstmest op het veld strooien, anders zal hun volgende oogst een stuk minder zijn.”

Dit punt werd door Holsether van Yara onlangs ook naar voren gebracht. In een presentatie wees hij erop dat de graanopbrengst per hectare met 43 procent afneemt als er één jaar geen kunstmest wordt toegevoegd aan de grond. Grofweg de helft van de wereldbevolking is voor haar voeding afhankelijk van kunstmest, stelde de bestuursvoorzitter van Yara ook.

Bouwen nieuwe fabrieken kost veel tijd en geld
Daar komt bij dat er een capaciteitstekort is ontstaan dat niet zomaar kan worden opgelost, zegt Claassen van Degroof Petercam. “Toen de prijzen aan het begin van het vorige decennium heel goed waren, is men nieuwe fabrieken gaan bouwen. Daardoor zijn de prijzen in historisch perspectief een paar jaar lang heel matig geweest en zijn er lange tijd nauwelijks nieuwe investeringen gedaan. Het gaat nu wel even duren om nieuwe fabrieken neer te zetten. Een fabriek bouwen duurt twee tot drie jaar en kost meer dan een miljard. Met de huidige prijzen zou je er in bepaalde regio’s over na kunnen denken, maar het is niet zo makkelijk.”

Daarmee zien de vooruitzichten voor de kunstmestbedrijven er zowel op de korte als lange termijn goed uit. “In de kunstmest is het altijd een dynamische dans tussen inputkosten en verkoopprijzen. Soms is het gewoon een paar jaar heel slecht en soms is het heel interessant”, concludeert Veerman van Kempen.

Analisten die de sector volgen (zie tabel) zijn gemiddeld genomen positief over de drie belangrijkste kunstmestproducenten. Het Limburgse OCI (het hoofdkantoor staat in Geleen) springt er wat dat betreft uit: 80 procent geeft een koopadvies, het gemiddelde koersdoel van de kenners ligt bijna 18 procent boven de huidige koers. De taxaties wijzen wel uit dat het huidige hoge winstniveau in 2023 wat kan terugzakken.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap