VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Cijfers, prijzen en data. Ze komen in gigantische hoeveelheden en iedereen lijkt er zijn eigen gelijk uit te destilleren. De Britse schrijver en econoom Tim Harford neemt de handschoen op om scepsis en angst rond statistieken weg te nemen. De werkelijkheid kan niet zonder.

Tim Harford is al zijn hele carrière bezig met statistiek. Als zelfbenoemd datadetective zoekt de Britse journalist de werkelijkheid achter cijfers op. Hij schrijft er wekelijks de veelgeprezen column The Undercover Economist over in de Financial Times, of bespreekt zijn bevindingen op de BBC-radio of in zijn eigen podcast.

Maar een boek schrijven over statistiek, daar voelde de 49-jarige Britse econoom weinig voor. Er zijn immers al genoeg goede boeken over geschreven en veel hoop op een bestseller, zoals met een aantal van zijn eerdere boeken gebeurde, had hij ook niet.

Toen werd het 2016, met een referendum over de Brexit in zijn geboorteland en de opkomst van Donald Trump een plas verder. Harford voelde dat er toch nog wat te vertellen was. Dat statistiek helemaal niet de overtreffende trap van leugens is en hoe belangrijk het is om rekening te houden met emoties achter cijfers. Het resulteerde in het boek How to make the world add up, dat dit jaar in vertaling verscheen onder de titel Cijfers kunnen de wereld redden.

In ruim 300 pagina’s lichtvoetig proza probeert Harford de lezer te overtuigen van het belang van cijfers. “Zonder statistiek kun je onmogelijk de waarheid vertellen of de wereld begrijpen”, zo bepleit Harford tijdens een online gesprek vanuit zijn woning in de buurt van Londen. “Statistieken tonen ons zaken die we op een andere manier niet kunnen zien.” Cruciaal daarbij is juist gebruik van cijfers, want daarover gaat een aanzienlijk deel van het met anekdotes doorspekte boek: hoe valkuilen te vermijden die kunnen leiden tot foutief gebruik van data, met alle gevolgen van dien.

1: Beleggers proberen op allerlei manieren het toekomstig succes van ondernemingen in te schatten. De doelstellingen van ondernemingen zijn daarbij een belangrijke leidraad. Hoe zinvol is dat?
“Doelstellingen kunnen zeker waarde hebben, als ze op de goede manier worden gebruikt. Je kunt de voorspeller erop aanspreken en dat leidt tot een zekere discipline. Dan moet het wel om concrete voorspellingen gaan en moet duidelijk zijn wanneer deze behaald worden. Als dat ontbreekt, is het een oefening in geestelijke luiheid.”

2: De bestuurders van ondernemingen die de doelstellingen en prognoses naar buiten brengen, hebben dikwijls een direct belang: hun bonus is ervan afhankelijk. Is dat verstandig?
“De ratio achter bonussen is eenduidig. Je wordt extra betaald voor klinkende prestaties. Maar er zijn risico’s. Als een maatstaf de doelstelling wordt, is het niet langer een goede maatstaf. Het vooruitzicht op een bonus heeft invloed op de voorspelling. Beslissingen veranderen en misschien neem je wel meer risico. Je beslissingen worden duidelijk gestuurd richting doelstellingen. Daardoor blijven andere mogelijkheden om succes te halen buiten beschouwing.”

3: U spreekt over trage en snelle statistieken. Wat zijn dat?
“Het concept is gemunt door de beroemde Israëlisch-Amerikaanse psycholoog Daniel Kahneman. Hij spreekt van snelle statistieken die direct, intuïtief en onberedeneerd onze kijk op de wereld beïnvloeden. Daar tegenover staan trage statistieken die gebaseerd zijn op bedachtzaam verzamelde, onbevooroordeelde informatie. Die statistieken zijn vaak minder snel te bevatten. We moeten leren die samen te voegen.”

Harford vertelt over een reis door China die hij in 2018 maakte. “Ik had de trage statistieken op een rij. De explosie van economische activiteit, waardoor het inkomen per inwoner in twintig jaar vertienvoudigd was. Het besef was er dat China in drie jaar tijd meer cement had verbruikt dan de Verenigde Staten in de hele twintigste eeuw. Maar dat met eigen ogen zien is een ander verhaal. De statistiek had me daar niet op voorbereid. De harde logica combineren met persoonlijke indrukken, dat is waarnaar we moeten streven.”

4: We leven in een tijd waarin statistisch materiaal meer dan ooit voorhanden is. Hoe kijkt u tegen de ontwikkelingen van big data aan?
“Met big data krijg je geen betere resultaten, maar vooral goedkopere. Dat kan baanbrekend zijn. De zorg die ik heb, is dat er weinig transparantie is over de manier waarop wordt omgegaan met die enorme hoeveelheden digitale gegevens. Big data-bedrijven zijn de nieuwe alchemisten. Ze werken in het geheim, ze doen alsof ze goud maken en delen hun werkwijzen niet. Vroeger probeerden alchemisten uit het niets goud te maken. Groot verschil is dat alchemie nooit heeft gewerkt, terwijl de algoritmen van de Googles van deze wereld wel resultaten opleveren. Meestal dan. Onlangs is Google opgehouden om mij advertenties van datingsites te tonen. Ze zijn er blijkbaar toch achter gekomen dat ik al negentien jaar gelukkig getrouwd ben. Het heeft ze even gekost.”

5: U schreef een boek om mensen te helpen statistiek te begrijpen. Kan dat helpen om nepnieuws te ontmaskeren?
“Steve Bannon, de voormalige adviseur van Donald Trump zei ooit dat niet de Democraten de oppositie waren, maar de media. Die moest je aanpakken door ze te overladen met shit. In de jaren zeventig lieten drie psychologen zien hoe je de emoties van mensen een hoofdrol kan laten spelen bij hun meningsvorming. Hoe meer details je ze geeft, hoe meer ze gaan leunen op hun vooringenomenheid, hun opinie op het moment dat ze nog geen kennis van een zaak hadden.

Op die manier weet je twijfel te zaaien onder mensen. Twijfel is een machtig wapen. De sigarettenindustrie heeft het lang gebruikt toen de wetenschap duidelijk maakte dat roken dodelijk is. Door te vertragen via de roep om steeds meer onderzoek, door duidelijk te maken hoe ingewikkeld de zaken liggen en door twijfel te zaaien over het statistisch bewijs dat aantoonde dat sigaretten gevaarlijk zijn. Twijfel is makkelijk te verkopen omdat het onderdeel is van wetenschappelijk onderzoek en debat. Dat maakt het een machtig wapen en statistiek is dan een kwetsbaar doelwit. Je kunt makkelijk liegen met statistiek, maar je kunt nog makkelijker liegen zonder statistiek.”

6: U beschrijft parallellen tussen de tabakslobby en twijfel over klimaatverandering. Hoe zit dat?
“De tactiek die gebruikt wordt door klimaatsceptici in de jaren negentig is haast gekopieerd van de tabaksindustrie veertig jaar eerder. Ook hier werd op de emotie gespeeld door nadruk te leggen op onzekerheden en complexiteit die meer onderzoek en dus meer tijd zouden vergen. En als er dan duidelijkheid was, dan werd dit afgedaan als oud nieuws.”

7: Er is veel kritiek op de late reactie van grote energiemaatschappijen op klimaatverandering. U heeft bij Shell gewerkt bij het team dat scenario’s moest maken. Miste Shell het inzicht in de uitdagingen die te wachten stonden?
“Je kunt scenario’s opstellen, maar dan is het aan de organisatie om daarop te anticiperen. Dat dit niet altijd heel effectief en snel wordt opgepakt, heeft niets met kwaadaardigheid te maken maar eerder met het dna van een organisatie. Energieconcerns zijn groot geworden door omvangrijke projecten uit te voeren, opgetuigd door hele legers ingenieurs. De hele onderneming, van marketing tot management is opgezet rond gasleidingen en oliebronnen. Je kunt zien dat er andere energiebronnen komen die belangrijk worden, erover vergaderen dat verandering nodig is, maar het dna van een onderneming veranderen is aartsmoeilijk. Ik hoop dat grote energieconcerns kunnen veranderen, voor hun bestwil en de onze. Het zou me echter niet verbazen als de echte verandering van elders komt.”

8: Enig idee waar het vandaan moet komen?
“Dat begint bij bewustwording. Klimaatverandering bestrijden is niet een gigantisch project. Het zijn miljoenen kleine projecten waarin iedereen zijn rol moet pakken: consumenten, producenten, wetenschappers, beleidsbepalers. Tienduizend kleine veranderingen zijn nodig. Dat vergt een andere blik.

Psycholoog Daniel Kahneman heeft eens treffend het probleem omschreven waarmee we te maken hebben. Als we verandering willen, zijn we geneigd het gaspedaal verder in te drukken, maar het probleem is vaak dat we tegelijkertijd nog onze voet op de rem hebben. In plaats van alleen kijken hoe we meer aandacht kunnen besteden aan verandering, moeten we kijken wat het obstakel is dat die verandering tegenhoudt. Vaak is het gemakkelijker om dat obstakel weg te halen. Uitstoot beprijzen kan een van de manieren zijn om barrières te slechten. Een directe prijs op uitstoot kan de prikkel zijn om op lange termijn efficiënter te opereren.”

BEELD: FRAN MONKS

 


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap