VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Sif heeft de wind in de rug, maar windmolens op zee worden groter en groter en dus moet ook de fundering meegroeien. Die werkelijkheid dwingt Sif tot flinke investeringen die niet zonder risico zijn. Afwachten is geen optie.

Nadat Poetin Europa wakker schudde met de inval in Oekraïne heeft funderingsbouwer Sif de wind in de zeilen. In Europa bestaat nu een breed gedragen wens om te voorzien in de eigen energiebehoefte. Bijvoorbeeld door het aanleggen van enorme windparken op zee.

Sif is een belangrijke schakel in de windindustrie. Het maakt de enorme monopiles waarop de windturbines op zee worden geplaatst. In de markt van windturbines is tot het eind van dit decennium meer vraag dan aanbod, zo is de prognose van experts. Om tegemoet te komen aan deze vraag wil Sif nog dit jaar starten met de bouw van ’s werelds grootste fabriek voor funderingen van windturbines. Deze moet verrijzen op de Tweede Maasvlakte in Rotterdam. Jaarlijks zou deze fabriek 200 funderingen moeten opleveren. Dit zijn enorme stalen palen met een diameter tot wel 11,5 meter (monopiles). Tijdens de bijzondere aandeelhoudersvergadering (bava) van dinsdag 28 maart kreeg Sif van de aandeelhouders groen licht voor de uitbreidingsplannen.

Ondanks de grote vraag naar dit type grote windturbines is het succes nog niet verzekerd. Sif heeft 200 man personeel nodig voor de nieuwe fabriek en ook de benodigde vergunningen zijn nog niet allemaal rond. Daarbij is de trend dat iedere volgende generatie windmolens weer een stukje groter moet worden. Op de vraag in hoeverre de nieuwe fabriek in staat zal zijn om ook de volgende generatie windmolenfunderingen te produceren, gaven ceo Fred van Beers en cfo Ben Meijer geen heel duidelijke antwoorden.

Schaal
Windturbines worden steeds groter. Waar voorheen een hoogte van 150 meter al fors was, moeten turbines nu al snel 250 meter de lucht in om rendabel te zijn. Voor de stabiliteit van de windturbine moet dus ook de fundering meegroeien. De monopiles die in de nabije toekomst op zee worden gezet hebben een diameter tot wel 11,5 meter.

Die werkelijkheid dwingt Sif tot een metamorfose die duur is en niet zonder risico’s. Maar als Sif niet zou kunnen voldoen aan de eisen van de fundering van grotere windmolens, zou het zichzelf buitenspel zetten. De huidige fabrieken in Roermond en op de Maasvlakte zijn niet toegerust op de productie van deze giganten. Niets doen zou van Sif een sterfhuis maken.

Even leek er twijfel of de fabriek er überhaupt zou komen. In 2020 werden er al haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Het investeringsbesluit moest twee keer worden uitgesteld, maar medio februari 2023 kwam eindelijk de witte rook: de financiering was rond.

Legpuzzel
De financiering van de 328 miljoen euro kostende fabriek bleek niet eenvoudig rond te krijgen. Een toezegging van Invest-NL, het investeringsvehikel van de Staat gericht op duurzame projecten, om 64,8 miljoen euro bij te dragen bleek noodzakelijk. De Nederlandse regering legde forse druk op Invest-NL om het geld te storten. Last minute was een toezegging gegeven zonder dat een “zorgvuldig financieringsproces” werd doorlopen, zo bleek uit een recente brief aan de Tweede Kamer van de Minister van Economische zaken en Klimaat 

Zowel de baten als de lasten van deze lening van Invest-NL aan Sif komen uiteindelijk voor rekening van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Invest-NL loopt dus nul risico. Het klimaat staat hoog op de politieke agenda en kennelijk is dan veel mogelijk.

Invest-NL en de Staat hebben Sif niet het vel over de oren gehaald. Invest-NL zal de lening onder gelijke voorwaarden verstrekken als het participerend bankensyndicaat. Dat betekent een Euribor- rentetarief plus 2 procent.

Naast klanten als Shell en Eneco die hun bestelling van monopiles voor een groot deel hebben voorgefinancierd en op die manier bijdragen aan de kosten van de nieuwe fabriek, verstrekt de Noorse oliegigant Equinor 50 miljoen euro in vorm van preferente aandelen. Ook op de zittende aandeelhouders wordt een beroep gedaan. Het bedrijf wil via een claimemissie 50 miljoen euro ophalen, een bedrag dat al geheel is onderschreven door grootaandeelhouder Egeria.

Desgevraagd liet Sif weten dat geen van de verschaffers van vermogen een zetel krijgt in de raad van commissarissen.

Onvoldoende gewaardeerd
Sif meldt zelf een terugverdientijd van 3 tot 4 jaar. Het bedrijf verwacht een bedrijfsresultaat (ebitda) te kunnen realiseren van minimaal 160 miljoen euro vanaf 2026. Voor het idee: vorig jaar bedroeg de ebitda circa 42 miljoen euro.

De terugverdientijd oogt behoorlijk kort. Sif liet bovendien weten dat als de fabriek eenmaal staat, de verdere investeringen beperkt zullen zijn.

Toch is de vraag in hoeverre de fabriek toegerust is om de volgende generatie nog dikkere monopiles dan de beoogde diameter van 11,5 meter te kunnen produceren. Sif gaf wel aan dat na aanpassingen de productie van een nog grotere diameter mogelijk zal zijn. Exacte getallen weigerde Sif echter te noemen vanwege concurrentiegevoeligheid.

Beleggers zijn terughoudend. De koers van het aandeel Sif staat ruim onder de koerspiek van iets boven de 25 euro van maart 2017 en zelfs onder de beursintroductieprijs van 14 euro per aandeel in 2016. Op een koers van rond de 11,50 euro wordt Sif gewaardeerd op slechts 4 keer de door Sif in 2026 verwachte ebitda (ondernemingswaarde/ebitda). De lage waardering verraadt dat beleggers risico’s zien.

Die terughoudendheid van beleggers is niet onlogisch. Het is denkbaar dat de vraag naar windturbines op enig moment onder druk komt te staan. Bijvoorbeeld door geopolitieke of technische ontwikkelingen. Ook het fabrieksproject zelf kent allerhande bouwrisico’s, zeker in een wereld met tekorten aan bouwmaterialen en inflatie.

Concreet punt van zorg is bovendien het vinden van 200 man personeel, zo onderkent ook Sif. In de Rotterdamse haven is een overschot aan vacatures. Ook heeft Sif nog niet alle vergunningen voor de fabriek rond. Positief punt: de milieuvergunning is al binnen en de bouwvergunning wordt ieder moment verwacht. Ook worden geen problemen inzake stikstof verwacht. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft laten weten dat het voldoende stikstofruimte beschikbaar heeft en dat het deze in wil zetten voor Sif. De Provincie Zuid-Holland zou hier ook welwillend tegenover staan. 

 


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap