VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Wat gaat de rente doen? Hoe gaat het met inflatie en werkloosheid? Hoe zijn de verwachtingen voor de economische groei? Als beleggingsstrateeg draaide het werk van econoom Lukas Daalder om dit soort vragen. Tegelijk heeft hij ook altijd belegd met zijn eigen geld en daarbij haalde hij zijn schouders op over dergelijke ‘brandende’ kwesties. “Als je een belegger bent voor de langere termijn, dan maakt dat echt geen moer uit.”

Foto: ANP/ Hollandse Hoogte/ Jean-Pierre Jans

Lukas Daalder is een van de bekendste ‘beursgezichten’ van Nederland. Als
Chief Investment Strategist van BlackRock Nederland schoof hij regelmatig aan bij beursprogramma’s en beleggingspanels. Ook schreef hij tien jaar lang elke week een column in het FD. Na een carrière van drie decennia verlaat Daalder, vrij abrupt, de financiële wereld om ‘iets heel anders’ te gaan doen.  

In dertig jaar maakte Daalder perioden mee van euforie en crisis. Het ontstaan en klappen van de internetzeepbel rond de eeuwwisseling, de financiële crisis van vijftien jaar geleden, de coronacrisis. Kort voordat hij echt stopt, deelt hij zijn kennis en ervaring met de particuliere belegger. 

1. Waarom stopt u?
“Ik heb dit nu dertig jaar met plezier en liefde gedaan, maar op een gegeven moment merkte ik dat er toch een soort van sleur ontstond. Dat kun je dan oplossen door een andere baan te nemen, maar het vakgebied waar je bezig bent, daar verandert niet zoveel aan. Natuurlijk zijn financiële markten elke dag anders, maar ik zie bepaalde thema’s steeds weer terugkomen. We hebben het er nu bijvoorbeeld weer over dat de Amerikaanse aandelenmarkt te duur is. Dat was vijf jaar geleden ook al zo en vijftien jaar geleden ook. Ik vind ook dat we veel te veel tijd besteden aan het kijken naar wat centrale banken doen. Of de rente dit kwartaal of volgend kwartaal omhooggaat, dat is totaal niet relevant voor de langere termijn. Als je een belegger bent voor de lange termijn, dan maakt dat echt geen moer uit.” 

2. Is beleggen altijd voor de lange termijn?
“Dat heb ik altijd gedaan. Elke maand standaard een vast bedrag inleggen vind ik nog steeds de beste strategie. Dat consequent doen en nooit stoppen, ook niet als er een crisis is, dat is een strategie waar je uiteindelijk alleen maar beter van wordt. Dat is dus mijn advies aan alle beleggers.” 

3. Is niet gebleken dat een crisis een kans is om in te stappen?
“De les die ik in mijn werkzame carrière heel duidelijk geleerd heb, is dat elke correctie uiteindelijk een aankoopmoment is. Hoe zwaarder de correctie en hoe meer je denkt dat het echt misgaat, hoe meer dat juist het moment is dat je moet kopen. Er zijn natuurlijk wel altijd voorbeelden te vinden dat zo’n correctie heel lang aanhoudt. Dan moet je wel heel erg overtuigd zijn van je gelijk om stand te houden. Dat hebben we recent nog meegemaakt. Eerst was er de correctie van 2000, die van 2007 volgde daarop. We hebben toen een jaar of vijftien moeten wachten voordat de S&P 500 weer op de oude piek zat, zeker als je inflatie meeneemt. Zelf heb ik elke keer dat ik de neiging voelde om aandelen te verkopen, dat toch niet gedaan. Dat was in 2002, in 2007, in de coronacrisis. Ik heb alleen maar aandelen verkocht omdat ik op een gegeven moment een huis ging kopen en kapitaal nodig had.” 

4. Is het beter om te spreiden met trackers, of om zelf aandelen te kiezen?
“Als iemand alleen maar in specifieke Nederlandse aandelen wil beleggen, dan moet hij of zij dat zeker doen. Alleen, weet goed wat je doet, want aan elk individueel aandeel zit toch een behoorlijk risico. Er kan van alles langskomen waardoor een aandeel wordt geraakt, veelal zaken die je als belegger niet had kunnen weten, zoals een schandaal of rechtszaak. Dat risico is met individuele aandelen best groot. In een brede index zal altijd wel een rotte appel zitten, maar dat middelt dan uit. Mijn tip: beleg gewoon een stevig deel in een heel saaie portefeuille. Leg elke maand een vast bedrag in en doe dat zonder dat je je ooit bezighoudt met de vraag of dit het goede moment is.” 

5. Stel een belegger wil toch met een deel van het vermogen actief beleggen. Hoe groot zou dat niet-saaie deel kunnen zijn?
“Ik zou zeggen 10 procent van de portefeuille. Dan moet je ook zeker weten dat je geen problemen hebt als je die 10 procent volledig kwijtraakt. Als je die rust hebt, dan is het een soort leergeld als het wel gebeurt. Ik zou dan wel gedisciplineerd zijn als dat deel het dan goed doet. Stel dat het door winsten op een gegeven moment 15 procent van de portefeuille wordt, dan zou ik die 5 procent afromen en terug naar het saaie deel brengen.” 

6. Is het mogelijk om als belegger een beter rendement te halen dan de 10 procent per jaar die de beurs ongeveer biedt?
“Ik sluit het zeker niet uit. Warren Buffett is daar natuurlijk een uitgesproken voorbeeld van. Er zijn echt wel mensen die zo goed zijn ingevoerd dat ze meer dan 10 procent rendement per jaar kunnen halen. Ik vraag me wel af of dat extra rendement dan de moeite waard is, afgezet tegen de tijd die je erin steekt. Als je het gewoon heel leuk vindt, moet je het zeker doen. Als je dan ook nog eens een keertje meer rendement weet te maken, chapeau, maar je kunt ook een saaie tracker kopen. Dan heb je meer vrije tijd en het is veel meer ontspannen.” 

7. Is het voor elke belegger nodig om een keer een flink verlies te incasseren als leergeld?
“Ik denk dat het niet zozeer nodig is, maar dat het wel iedereen een keer overkomt. Elke belegger wordt daar alleen maar beter van. Mensen laten zich natuurlijk snel in de luren leggen op het moment dat iets goed gaat. Dat heb ik in het verleden ook wel gehad. Ik had een fantastische koop gedaan met Crucell. Toen heb ik dat precies op het juiste moment verkocht en ben ik overgestapt naar Pharming. Dat ging toen ook omhoog en dan denk je echt ‘kijk mij eens, ik ben de meester’. Het is natuurlijk allemaal puur mazzel. Je moet niet denken dat je het snapt en dan overtuigd raken van je gelijk.” 

8. Zouden beleggingsstrategieën met opties passen binnen die 10 procent?
“Het probleem met opties is dat je timing perfect moet zijn. Als jij denkt dat de koers omhooggaat en een optie koopt, dan loopt die op een gegeven moment af. Gaat de koers daarna pas omhoog, dan had je het goed gezien, maar heb je de timing niet goed gehad. Dat is heel essentieel.” 

9. Hoe denkt u over een andere risicovolle activiteit: beleggen met effectenkrediet?
“Als we terugkijken in het verleden, de jaren dertig, dan zien we dat met geleend geld aandelen kopen typisch weer een voorbeeld is van iets dat goed gaat totdat het een keertje echt fout gaat. Dan heb je opeens geen geld meer, maar nog wel een schuld. Wij kopen natuurlijk wel onze huizen op die manier en daar hoor ik nooit iemand over klagen, maar ik ben toch net een beetje van de oude stempel om niet te veel op krediet te doen. Aandelen zijn zo volatiel, een correctie van 20 procent is niet abnormaal.” 

10. De vermogensbelasting op aandelen in box 3 is de laatste tijd behoorlijk gestegen. Is dat voor u reden om bijvoorbeeld meer fiscaal gunstig te gaan sparen voor pensioen?
“Dat boeit mij totaal niet. Ik vind het geen enkel probleem om belasting te betalen. Ik snap dat ik daarmee rendement laat liggen en ik snap dat er hele volksstammen zijn die daarmee hun geld verdienen, maar ik associeer dat alleen maar met negatieve energie. Ik heb nog nooit een beleggingsbesluit veranderd vanwege extra belasting.” 

11. U zit ruim tien jaar voor uw pensioen. Het is de bedoeling dat u risico afbouwt naarmate dat dichterbij komt. Gaat u dat doen?
“Door dertig jaar in dit vak ben ik gepokt en gemazeld, maar ook een beetje afgestompt. Ik lig gewoon niet wakker van correcties. Het risico dat ik nu in mijn portfolio heb, vind ik prima. In het vermogensbeheer lijken er bepaalde regels te zijn. Het afbouwen van risico als je bijna met pensioen gaat is er zo een, net als het aanhouden van een gemengde portefeuille met 60 procent aandelen en 40 procent obligaties. In dit soort regels zit een kern van waarheid en ze klinken heel logisch, maar het zijn geen wetmatigheden. Ik heb nooit in obligaties belegd en ik houd me ook niet aan die theorie.” 

12. Kunnen beleggers dit soort regels beter negeren?
“Mijn advies is om die regels als een indicatie te zien. Als je er geen verstand van hebt, kun je je er misschien aan houden. Ben je ervan overtuigd dat het niet klopt, voel je dan niet bezwaard om ervan af te wijken. Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat obligaties gewoon een te laag rendement boden. Toen de rente richting de nul ging en daarna zelfs onder de nul, vond ik dat belachelijk. Ik ga niet een staatsobligatie kopen waarvan ik weet dat mijn nominale rendement al zeker een half procent negatief is. De afgelopen twee jaar is ook gebleken dat ze geen enkele buffer vormden. Het was niet zo dat aandelen naar beneden gingen en obligaties omhoog. Obligaties gingen even hard naar beneden. Ik heb mezelf altijd de vrijheid gegeven om niet via vaste economische wetten te beleggen.” 


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap