ASM International is een van de succesvolste technologiebedrijven op de Amsterdamse beurs. De chipmachinemaker uit Almere profiteert volop van de wereldwijde vraag naar steeds kleinere en krachtigere chips, aangejaagd door kunstmatige intelligentie. Toch blijft het bedrijf opvallend terughoudend in de informatie die het met beleggers deelt.
Waar sectorgenoten openheid geven over eindmarkten en regio’s, houdt ASMI veel meer de kaarten tegen de borst. Volgens sommige analisten is het bedrijf uit Almere zelfs een ‘black box’. Vooral nu geopolitieke spanningen rond China en strategische investeringen in Japan het speelveld snel veranderen, roept die geslotenheid steeds meer vragen op.
Tijdens de aandeelhoudersvergadering van deze week riep VEB ASMI op om voor zo ver mogelijk – ASMI wil de concurrentie niet te wijs maken – meer openheid te geven over de omzetverdeling in haar verslaggeving.
ASM International opereert grofweg in dezelfde markt als grote broer ASML uit Veldhoven. Hoewel het niet dezelfde bekendheid geniet is het inmiddels in haar eigen niche minstens zo succesvol. ASMI speelt dan ook een sleutelrol in de productie van steeds kleinere en krachtigere chips. Het bedrijf heeft inmiddels een marktaandeel van 55 procent in de groeiende markt voor zogeheten ALD-machines.
Alle grote chipproducenten – zoals logic klanten TSMC, Samsung en Intel – maken gebruik van ASMI’s apparatuur, vooral voor de overstap naar de nieuwste chiparchitectuur: gate-all-around (GAA). Die techniek vormt het fundament onder AI-chips voor datacenters en high-end smartphones. De orderinstroom uit deze hoek is dan ook sterk.
Logic en memory
Toch blijft onduidelijk waar de groei precies vandaan komt. De rapportage van ASMI maakt alleen onderscheid tussen 'logic' en 'memory', terwijl de praktijk veel complexer is. Er zijn minstens zes eindmarkten, elk met hun eigen groei- en risicoprofiel. Door het gebrek aan detail is het voor beleggers lastig om te beoordelen of de groei structureel van aard is – zoals bij de overstap van grote logic-chipfabrikanten op GAA-technologie – of vooral voortkomt uit meer cyclische, traditionele eindmarkten (zoals auto’s en industriële machines; ASMI spreekt van power en analog).
De afgelopen jaren heeft ASMI bovendien ook haar marktaandeel op de geheugenmarkt (memory, waar bedrijven chips maken die gegevens opslaan) verbeterd. In deze markt moet ASMI opboksen tegen de grote Amerikaanse concurrenten Applied Materials en Lam Research. In het bijzonder stijgt op deze markt de vraag naar zogeheten DRAM-geheugenchips, die steeds meer zijn voorzien van de laagjes die ook op logic-chips zitten.
Deze DRAM-geheugenchips (HBM-chips, een type DRAM) zijn, net als de rekenchips, essentieel voor AI-toepassingen, zoals de servers in datacenters van bijvoorbeeld Microsoft, Google en Amazon. En dus bestellen de grootste geheugenchipmakers, zoals het Zuid-Koreaanse SK Hynix, Samsung (ook actief in memory) en het Amerikaanse Micron, steeds meer chipmachines van de nieuwe generatie bij ASMI. Uit de rapportage van ASMI valt echter niet op te maken hoe groot de omzet uit DRAM-chips inmiddels is.
China en Japan
Ook de geografische uitsplitsing van de omzet biedt te weinig inzicht in belangrijke ontwikkelingen. ASMI vermeldt alleen een grove regionale verdeling: Azië, Europa en de Verenigde Staten. Analisten schatten dat China vorig jaar mogelijk goed was voor bijna 40 procent van de omzet – dat was meer dan ooit, een strategische verschuiving waar ASMI nauwelijks ruchtbaarheid aan geeft.
Zo is China de afgelopen jaren een steeds belangrijkere markt geworden. ASMI communiceerde echter de afgelopen jaren zelden expliciet over het aandeel van China in haar omzet. Voor dit jaar geeft ASMI nu aan dat het verwacht dat het aandeel van China zal dalen naar de bovenkant van de bandbreedte van 20 tot 30 procent (“low to high-20s”). Wat het percentage over boekjaar 2024 was, deelt ASMI zelf niet.
Die vaagheid wringt, nu de Amerikaanse overheid de export van chipapparatuur naar China zoveel mogelijk aan banden wil leggen. De Amerikanen maken zich al enige tijd zorgen over de banden tussen Chinese chipbedrijven en het militair-industrieel complex. Het is dan ook belangrijk zicht te hebben op hoeveel omzet er uit China komt.
Tegelijkertijd ruikt buurland Japan kansen. Met steun van de overheid doen acht Japanse bedrijven via het zogenoemde Rapidus-chipproject een ultieme poging om wereldleider te worden in de productie van geavanceerde chips. Daarvoor zullen de Japanners moeten beschikken over de nieuwste chipmachines, waaronder de ALD-machines van ASMI. Het aandeel van Japan in de omzet van ASMI zal dan ook de komende jaren waarschijnlijk verder oplopen, maar details krijgen beleggers dus niet.
De terughoudendheid van ASMI maakt het voor analisten – en beleggers – moeilijk vat te krijgen op de eindmarkten en klanten die de groei moeten aanjagen. Inzicht in omzet per eindmarkt en regio is geen overbodige luxe. Want hoe indrukwekkend de groei ook is – beleggen in een black box blijft een sprong in het duister.
Onduidelijkheid beloningsverslag |
Tijdens de jaarvergadering van ASMI werden alle reguliere agendapunten met Noord-Koreaanse uitslagen aangenomen. Eén punt lag echter gevoelig: het beloningsverslag. Hoewel het verslag eenvoudig een meerderheid behaalde, stemde bijna 15 procent van de aandeelhouders tegen – een opvallend hoog percentage. In het beloningsverslag dienen commissarissen toe te lichten waarom bestuurders bonussen ontvangen, welke doelstellingen zijn gehaald en welke niet. Die transparantie moet aandeelhouders in staat stellen de beloning te beoordelen op basis van prestaties. De tegenstem richtte zich vooral op de totale beloning van voormalig ASMI-topman Benjamin Loh, die vorig jaar mei opstapte. Hij ontving in totaal ruim 10 miljoen euro, waaronder 1,6 miljoen aan kortetermijnbonus. Dat bedrag riep weerstand op bij onder andere het invloedrijke stemadviesbureau Glass Lewis, dat opriep tegen het beloningsverslag te stemmen. Dat was niet aan dovemansoren gericht. Zo gaven bijvoorbeeld de twee grootste Amerikaanse pensioenfondsen, Calpers (ambtenaren) en Calstrs (leraren), gehoor aan die oproep, zo blijkt uit hun rapportage richting deelnemers. Volgens Didier Lamouche, voorzitter van de remuneratiecommissie van ASMI, was de hoge beloning grotendeels het gevolg van een “significante belastinglast” – een technisch gevolg van de beloningsstructuur. “Geen cent van die 8,4 miljoen euro is in de zakken van de heer Loh beland”, aldus Lamouche. Hoewel de VEB blij was met de uitgebreide toelichting die door ASMI werd verschaft tussen de jaarvergadering – waaronder ook een verwijzing naar een eerder kwartaalverslag waarin deze belastinglast al werd vermeld – had deze relevante informatie ook moeten staan in het beloningsverslag waarin deze kwesties worden toegelicht. |
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |