VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Je ziet een stevig dividend of een fors aandeleninkoopprogramma en denkt: mooi aandeel. Maar wat als een bedrijf dat dividend betaalt met geleend geld? Of ten koste gaat van een solide balans? De ‘shareholder yield’ laat zien hoeveel waarde een bedrijf écht teruggeeft. Dan smaakt het dividend van Shell toch net wat beter dan de sigaar die Randstad uit een geleende doos serveert.

Want zowel Randstad als Shell trokken afgelopen jaar flink de portemonnee. Beide bedrijven keerden een stevig dividend uit én kochten eigen aandelen in. Voor Randstad ging het om een totaalbedrag van circa 820 miljoen euro, voor Shell zelfs om ruim 21 miljard. In beide gevallen kwam dat neer op zo’n 13 procent van de huidige beurswaarde.

Op papier een fraai rendement voor aandeelhouders. Maar wie beter kijkt, ziet een belangrijk verschil. Randstad financierde vrijwel de volledige uitkering met nieuwe schulden. De balans kan dat nog dragen, maar het maakt de onderneming minder wendbaar en vergroot de financiële kwetsbaarheid.

Shell bouwde daarentegen actief zijn schulden af. Daarmee bedient het de aandeelhouder op alle fronten: dividend, aandeleninkoop én schuldaflossing.

Dat brengt ons bij een betere methode om naar aandeelhoudersrendement te kijken: de zogeheten ‘shareholder yield’

Deze maatstaf wordt berekend als de som van drie vormen van kapitaalallocatie: het dividendrendement, het netto-effect van aandeleninkoop (aangekocht minus uitgegeven aandelen), en de verlaging van de nettoschuld als percentage van de marktkapitalisatie.

Het gaat dus niet alleen om directe uitkeringen, maar ook om hoe een bedrijf zijn schulden verlaagt. De combinatie van de drie elementen biedt een vollediger beeld van de kasstroom die wordt aangewend in het voordeel van de aandeelhouders, en hen rendement oplevert. 

Shareholder yield in beeld: hoeveel geld gaven AEX-bedrijven in 2024 écht terug aan hun aandeelhouders? 

Bron: Bloomberg, analyse VEB. Dividend, aandeleninkoop en schuldaflossing op basis van cijfers over 2024 en als percentage van de marktkapitalisatie per 20 juni 2024. *Bij banken en verzekeraars is schuldafbouw buiten beschouwing gelaten vanwege hun complexe balansstructuur.

Wie AEX-bedrijven rangschikt op basis van hun totale uitkeringen - als percentage van de marktkapitalisatie - ziet duidelijke patronen. Banken en verzekeraars zoals ING, ABN AMRO, Aegon en NN Group keren ruimhartig uit via dividend en aandeleninkoop.

Maar aan de andere kant van het spectrum valt naast Randstad ook IMCD op. De Rotterdamse chemicaliëndistributeur haalde nieuw kapitaal op via zowel nieuwe leningen als door de uitgifte van aandelen, vooral bedoeld om de overnamestrategie te financieren. Maar een deel van dat opgehaalde geld werd ook als dividend uitgekeerd, naar eigen zeggen om dividendbeleggers tegemoet te komen.

Beursfondsen willen graag stabiliteit uitstralen met hun dividend. Maar een uitkering bekostigd met vers opgehaald geld is toch echt iets anders dan uit de eigen vrije kasstroom. 

Een analyse van de shareholder yield helpt beleggers dan ook om te beoordelen of de hoge uitkeringen daadwerkelijk houdbaar zijn, of dat ze vooral mogelijk worden gemaakt door het aangaan van nieuwe schulden, die op termijn kunnen gaan knellen.

Aandeleninkoop en intrinsieke waarde
Warren Buffett verkondigt het al jaren: aandeleninkoop is pas zinvol als een aandeel lager is genoteerd dan de zogeheten intrinsieke waarde. Maar wat is die intrinsieke waarde eigenlijk? En hoe stel je die vast?

In theorie is het de contante waarde van alle toekomstige kasstromen die een onderneming genereert. In de praktijk betekent dat: inschattingen maken over omzetgroei, marges, investeringen, rentevoeten en risico-opslagen. 

En daar wringt het: verschillende aannames en verwachtingen leiden tot verschillende uitkomsten. Intrinsieke waarde is dus geen vast gegeven, maar een modelmatige inschatting.

Juist daarom geldt: een onderneming die overweegt om eigen aandelen in te kopen, moet zelf goed kunnen onderbouwen dat de beurskoers structureel onder die waarde ligt. Gebeurt dat niet, en worden aandelen tegen te hoge prijzen teruggekocht, dan is het geld slecht besteed, en wordt voor de zittende aandeelhouders juist waarde vernietigd.

In dergelijke gevallen kan het verstandiger zijn om het kapitaal aan te wenden voor schuldaflossing. Dat verlaagt de financiële kwetsbaarheid, versterkt de balans en vergroot de strategische speelruimte voor de toekomst.

Voor aandeelhouders is het effect minder tastbaar dan bij dividend of aandeleninkoop, maar de waardecreatie is er wél degelijk. De rentelasten nemen af, waardoor een groter deel van de toekomstige kasstromen toekomt aan de aandeelhouder.

Ook Buffett wijst in zijn jaarlijkse aandeelhoudersbrieven regelmatig op het belang van een sterke balans. “Een gezonde financiële positie geeft je de luxe om toe te slaan wanneer anderen terugdeinzen,” stelt het orakel van Omaha. 

Een andere legendarische oneliner van zijn hand is dat je er bij eb pas echt achter komt wie naakt heeft gezwommen. Minder schulden betekent simpelweg minder risico én meer ruimte om toekomstige winst uit te keren of te herinvesteren tegen een aantrekkelijk rendement.

Discipline
Bestuurders hebben meerdere opties voor kapitaalallocatie: investeren in de eigen activiteiten, overnames doen, dividend uitkeren, eigen aandelen inkopen of schulden aflossen. De juiste keuze hangt af van de omstandigheden, balanspositie, waardering en groeiperspectief.

Dividend en aandeleninkoop zijn populaire instrumenten om waarde terug te geven, maar mogen geen automatisme zijn. Effectieve kapitaalallocatie vereist zorgvuldige afweging.

Een grondige analyse en onderbouwing van de allocatie van kapitaal is essentieel om structureel te kiezen voor wat op lange termijn het meeste waarde oplevert voor álle aandeelhouders.

Shareholder yield in onderzoek en praktijk

  • Verschillende studies, waaronder die van James O’Shaughnessy (What Works on Wall Street) en Mebane Faber (Shareholder Yield: A Better Approach to Dividend Investing), laten zien dat een strategie gericht op totale aandeelhoudersuitkeringen (dividend, aandeleninkoop én schuldafbouw) historisch goed heeft gepresteerd. 
  • De kern van deze benadering is kapitaaldiscipline: bedrijven die consequent waarde teruggeven via meerdere kanalen, leveren op de lange termijn vaak een beter rendement op dan de brede markt.

  • Voor beleggers is er inmiddels een handjevol ETF’s beschikbaar dat deze strategie volgt. De bekendste is van Cambria en selecteert wereldwijd bedrijven met een hoge shareholder yield. 

  • Ook Nederlandse namen zijn daarin vertegenwoordigd, zoals Shell en NN Group. Midkapper Aperam heeft eveneens een plek bemachtigd, dankzij het relatief hoge dividendrendement en schuldreductie.

  • Wel is een kanttekening op zijn plaats: de genoemde studies bestrijken vooral langere historische perioden. Over de afgelopen tien jaar laten de grootste Cambria-ETF’s nauwelijks een outperformance zien ten opzichte van bredere indices.

  • Een hoge shareholder yield is dan ook geen garantie voor bovengemiddeld aandelenrendement. Bovendien zijn dit soort fondsen voor ETF-begrippen relatief prijzig: de jaarlijkse kosten bedragen zo’n 0,6 procent van het belegde vermogen. 

 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap