VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Ontlezing is ook in Nederland al tijden aan de gang. Maar als boekhouder ben je hier nog steeds de gebraden haan. Op de centen zitten, zuinig zijn, sparen en schulden aflossen: het zijn deugden die in Den Haag met hoofdletters geschreven worden.

Gerrit Zalm, oud-directeur van het Centraal Planbureau en de langstzittende minister van Financiën, gaf zijn autobiografie zelfs de titel De romantische boekhouder. Van de romantiek maak ik me liever geen voorstelling, maar de boekhoudkundige Zalmnorm bepaalt nog steeds dat afzonderlijke departementen tegenvallers in de eigen begroting moeten oplossen.

Op het eerste gezicht lijkt het goed te werken, dat interne schuiven met budgetten en realisaties op een ministerie. Ministers moeten hun eigen boontjes doppen; op Financiën bekijken ze het vanaf de zijlijn en helpen zo de minister populair te worden. Hun succes wordt afgelezen aan de stand van de overheidsfinanciën. Hoe strenger, hoe beter. 

Dankzij de Zalmnorm zijn de Nederlandse overheidsfinanciën in toom gehouden. Het Nederlandse begrotingstekort was in 2023 0,4 procent, afgelopen jaar 0,9 procent en stijgt in de geopolitiek uitdagende jaren 2025 en 2026 waarschijnlijk tot net onder de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De staatsschuld stond begin dit jaar op een ongekend laag niveau: 42,2 procent van het bbp. Die begaanbare heuvel staat in schril contrast met de berg aan schuld in andere landen, met Zuid-Europa en de VS aan de top van de schuldenpiramide.

Verkeerde zuinigheid
Tot zover de scorebordargumenten; de werkelijkheid geeft een ander beeld. De economieën in de VS en Zuid-Europa doen het bepaald niet slechter dan Nederland. Onze productiviteit, de concurrentiekracht van het bedrijfsleven, koopkracht van de Nederlanders, de bereidheid te investeren en de belastingdruk zijn redenen tot grote zorg. De donkere kant van een doorgeslagen boekhoudersmentaliteit wordt maatschappelijk zichtbaar. De zogenaamd terugtrekkende overheid heeft niet geleid tot lagere belastingen. Een flinke extra rekening voor grote maatschappelijke transities is simpelweg buiten de begroting gehouden en bij het bedrijfsleven en particulieren neergelegd.

Natuurlijk, sociale zaken en zorg zijn belangrijke thema’s die veel van de overheidsinkomsten vergen. Maar investeringen in het toekomstige verdienvermogen van Nederland kun je niet blijven uitstellen. De problemen op het stroomnet laten zien wat daarvan komt. De energietransitie naar meer elektrificering met duurzame bronnen staat al decennialang in de fossiel gevoede ijskast. Particulieren en bedrijven betalen een ongekend hoge rekening, nieuwe bedrijven kunnen niet starten en andere vertrekken. De lokale lasten stijgen maar door. Dit gaat ten koste van ons verdienvermogen, belastingopbrengsten, werkgelegenheid en productiviteit. Nederlanders zonder zorgvraag of toeslagen zijn financieel helemaal niet geholpen met een uiterst gierige overheid.

Collectief investeren
Investeren in verdienvermogen gaat al lang niet meer over links of rechts. Ambtenaren op het ministerie van Financiën zullen, ongeacht de zittende passant, stellen dat met meer schuld de rente op de staatsschuld zal toenemen, en daarmee de kapitaalkosten voor bedrijven en hypotheekrentes voor particulieren, en dat dit onze economie negatief zal raken. Mis. Kijk naar de realiteit. De spread tussen Italiaanse en Duitse obligaties is in vijftien jaar niet zo klein geweest. Beleggers schatten Italië momenteel bijna net zo veilig in als Duitsland. Het gaat in de realiteit steeds minder om alleen de boekhoudkundige overheidsfinanciën, maar meer om de manier waarop markten oordelen over de economie, de stabiliteit en beleidsvriendelijkheid. Groeit de economie en worden hervormingen en transities doortastend doorgevoerd, dan wordt dat beloond met lage rentes. En met de groei kunnen extra uitgaven worden gefinancierd die ons mooie land duurzaam en veilig maken.

Gerben Everts is directeur van de VEB