VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Voor de vierde achtereenvolgende keer hield het rentecomité van de Federal Reserve (Fed), de rente onveranderd. Met een keurige groei en zeer lage werkloosheid ligt de Amerikaanse economie er goed bij. De inflatie is – hoewel lager dan voorheen – nog wel aan de hoge kant.

Volgens de Amerikaanse centrale bankiers verandert dit positieve beeld. Zij zien de economische groei zowel dit jaar als volgend jaar lager uitvallen dan eerder werd verwacht. Dit terwijl de geldontwaarding juist lijkt op te lopen. 

Zo zal de Amerikaanse economie dit jaar naar verwachting niet met 1,7 procent groeien, maar met 1,4 procent. Ook de verwachtingen voor 2026 zijn teruggeschroefd, van 1,8 procent groei naar 1,6 procent. 

Prijzen klimmen dit jaar met 3 procent. Dat is iets méér dan de verwachting uit maart. Volgend jaar komt de inflatie uit op bijna 2,5 procent – waar eerder op ongeveer 2 procent werd gerekend. De Fed streeft naar 2 procent inflatie per jaar. Het gaat hier om de PCE-inflatie-indicator, de favoriete maatstaf van de Fed. De algemeen gebruikte consumentenprijsindex stijgt doorgaans harder dan de PCE-inflatie, wat te maken heeft met de samenstelling van het mandje waarmee de verandering wordt berekend. In 2027 hopen de beleidsmakers dat de inflatie terug zal zijn op het streefpercentage.

Deze getallen zijn afkomstig uit de zogeheten ‘dot plot’: een puntenwolk die de individuele inschattingen van de leden van het rentecomité visualiseert op het gebied van economische groei, inflatie en werkloosheid. 

Weinig overtuiging
Wat de leden van het rentecomité óók moeten aangeven, is wat de bank in hun optiek met de rente moet doen. Daaruit blijkt dat twee renteverlagingen van in totaal 50 basispunten zo’n beetje het gemiddelde is. Toch hecht ik persoonlijk niet veel waarde aan de puntenwolk. Dat heeft meerdere redenen.

Ten eerste gaven zeven van de negentien comitéleden aan de rente dit jaar helemaal niet te willen verlagen. Zeer waarschijnlijk heeft dat te maken met de hoge en naar verwachting oplopende inflatie. De genoemde puntenwolk die de buitenwereld ziet, is geanonimiseerd. We weten dus niet welke leden van het comité de rentewinterslaap willen voortzetten en hoeveel daarvan dit jaar stemrecht hebben. 

Van de negentien leden van het rentecomité hebben er zeven altijd stemrecht. De overige twaalf zijn ieder president van een van de twaalf regionale centrale banken. Als groep hebben zij altijd vijf stemmen in de besluiten. De president van de regionale centrale bank in New York stemt altijd mee, de overige vier stemmen worden elk jaar, volgens een vastgesteld schema, gerouleerd tussen overige regionale Fed-presidenten. Als zeven van de negentien leden aangeven dat de bank de rente gedurende heel 2025 onveranderd moet houden, dan is de kans groot dat daar meerdere stemgerechtigden tussen zitten. 

Aan de andere kant stelde Fed-voorzitter Jerome Powell in de persconferentie na afloop van dit renteberaad, dat de bank er niet van uit kan gaan dat de inflatie vanaf 2027 zal dalen. Hij voegde eraan toe dat niemand in het rentecomité echt met overtuiging de invuloefening heeft gedaan. De onzekerheden zijn zo groot dat het invullen van de lijst om een puntenwolk te maken, voor een groot deel een verplicht nummer is geweest. 

Niet in juli

Als de Fed de rente dit jaar wel verlaagt, wanneer is dat dan te verwachten? Afgaand op de woorden van Powell zal dat vrijwel zeker niet in juli gebeuren. Hij gaf aan de rente pas te wijzigen als er daadwerkelijk data beschikbaar zijn over de economische groei, inflatie en werkloosheid. De handelsoorlog en invoerheffingen hebben grote invloed op al die variabelen. Deze zomer zullen de effecten van de handelsoorlog op de economie en inflatie duidelijker worden. De invoerheffingen zullen dan merkbaar effect hebben op consumenten, bedrijven en de economie als geheel. 

Powell merkte ook op dat de Fed-rente op een niveau ligt dat de bank de mogelijkheid geeft om de situatie rustig te kunnen aankijken om de gevolgen van de handelsoorlog goed in kaart te brengen. Vervolgens kan de Fed goed onderbouwd beslissingen nemen over de rente. Daarom is een eerste renteverlaging mogelijkerwijs in september te verwachten. Dat is afhankelijk van de effecten van de handelsoorlog. 

Powell was overigens opvallend duidelijk over wat de belemmering is: president Donald Trump, de man die juist ijvert voor behoorlijke renteverlagingen. Vertrouwen in een dalende inflatie is een voorwaarde om de rente te kunnen verlagen. Zonder de handelsoorlog zou dat vertrouwen inmiddels zijn gegroeid, stelde Powell. Maar juist die handelsoorlog ondermijnt het vertrouwen. Sterker nog, de inflatieverwachtingen voor 2025 en 2026 zijn daardoor zelfs naar boven bijgesteld.

Powell stelt dat de bank er niet van uit kan gaan dat de inflatie – na een aanvankelijke stijging – zal dalen na 2026. Tussen de regels door klinkt de waarschuwing dat Trump nog 3,5 jaar in het Witte Huis zit, en dat in die periode nieuwe beleidsplannen kunnen volgen die de inflatie opnieuw aanjagen. 

Trump maakte voorafgaand aan deze Fed-rentevergadering een opmerking die voor beleggers belangrijk is. Hij gaf aan tot het vertrek van Powell in het voorjaar van 2026, voornamelijk zeer kortlopende staatsobligaties uit te geven. Nadat Powells opvolger geïnstalleerd is, wil Trump de langlopende staatsobligaties weer van stal halen. Het idee is blijkbaar om Powell te vervangen door iemand die blindelings doet wat de president wil: de rente fors verlagen. 

Nieuwe Fed-voorzitter
Belangrijk om in gedachten te houden is dat de president weliswaar de Fed-voorzitter voordraagt, maar dat de benoeming in handen ligt van de Senaat. Het is dan ook de vraag of die een kandidaat zal goedkeuren die te loyaal is aan het Witte Huis. Toch moeten we er rekening mee houden dat Powells opvolger minder onafhankelijk zal opereren. 

Dat gezegd hebbende: het rentecomité bepaalt het rentebeleid, niet de voorzitter alleen. De Fed-president vervult echter wel de rol van spreekbuis van de centrale bank. Met de opvolger van Powell zou de onzekerheid en volatiliteit op de financiële markten weleens stukken hoger kunnen liggen dan nu het geval is.

Over de auteur
Edin Mujagić is econoom (gespecialiseerd in het beleid van de centrale banken) en beheerder bij beleggingsfonds Hoofbosch. 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap