VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

TKH blijft worstelen met zijn nieuwe fabriek in de Groningse Eemshaven. Aanhoudende opstartproblemen werken ongenadig hard door in de cijfers van het technologieconcern. Ondertussen lopen de schulden op en is het rendement op investeringen weggezakt naar een historisch dieptepunt.

Het klinkt zo eenvoudig. Er is een gezonde markt voor kabels waarmee de door windparken op zee opgewekte stroom richting vasteland gaat. TKH ziet er wel brood in en besluit een nieuwe fabriek neer te zetten aan de Groningse Eemshaven. Daar moet de productie van onderzeekabels gaan plaatsvinden.

Maar dan komt de uitvoeringsfase waarin de nieuw verrezen fabriekshal op tijd en op volle capaciteit moet gaan draaien. Precies daar ging het mis. TKH liep bij het opstarten en opvoeren van de productie tegen de ene na de andere tegenvaller aan, van technische mankementen tot procesmatige bottlenecks.

Zo kampt het technologieconcern al bijna een jaar met opstartproblemen van deze nieuwe productielocatie. De Eemshaven-fabriek werd vorig jaar geopend als antwoord op de groeiende vraag naar offshore-windkabels en moet het paradepaardje van TKH’s kabeldivisie worden. Dat onderdeel maakt bijvoorbeeld ook al langer glasvezelkabels.

In de 150 miljoen euro kostende fabriek zijn de eerste kabels inmiddels van de lopende band gerold, maar het opvoeren van de productie vlot allerminst. TKH is veel meer tijd en geld kwijt aan het voldoen aan allerlei kwaliteitseisen, zo meldde het in zijn halfjaarrapport. De problemen zitten volgens bestuursvoorzitter Alexander van der Lof vooral bij de langere kabellengtes. “Je kunt je niet voorstellen wat voor stomme oorzaken de productie van lange kabels in de weg hebben gezeten”, aldus de topman tijdens de cijferpresentatie, zonder daarbij concrete voorbeelden te geven.

Het betekent een nieuwe sof terwijl beleggers juist reden hadden om aan te nemen dat de fabriek op volle kracht kon gaan draaien. Bij een tussentijdse handelsupdate begin mei zei Van der Lof nog dat er “goede voortgang was geboekt bij het opvoeren van de kabelproductie”. Op dat moment was er volgens de topman net een aantal lange kabels geleverd aan klanten. Ook gaf het concern destijds aan dat problemen bij de meest kritieke productieprocessen waren gladgestreken.

Tijdens de bijeenkomst met analisten keek Van der Lof liever wat vooruit. Hij sprak van een “catch-up effect” in de tweede helft van het jaar nu de meeste productieproblemen naar zijn zeggen zijn opgelost en de projecten in de nabije pijplijn wat eenvoudiger zijn. Hij voegde daaraan toe dat “het productieproces inmiddels voor zo’n 80 procent staat, vergeleken met 10 procent aan het einde van het eerste kwartaal.”

Zorgenkindje
Maar de kabeldivisie kent meerdere gezichten. Binnen het Energie-segment (circa 55 procent van de kabelomzet) steeg de vraag naar elektriciteits­kabels op land door een inhaalslag bij netbeheerders, maar offshore had juist zwaar te lijden onder Eemshaven.

In het Digitalisatie-segment (25 procent van de kabelomzet) speelt een ander probleem. De Europese glasvezelmarkt zit op slot. Klanten investeren weinig en dat zorgt voor prijsdruk en onderbezetting. TKH verplaatste als antwoord daarop de volledige productie naar Polen waar arbeidskrachten goedkoper zijn.

CFO Elling de Lange gaf aan dat deze digitalisatie activiteiten “onder strategische review staan” en dat verkoop kansrijker wordt “als de winstgevendheid verbetert” – iets waar nu nog nauwelijks sprake van is.

De overige kabelactiviteiten (20 procent van de kabelomzet), zoals kabels voor machinebouw en medische toepassingen kregen te maken met de zwakke Duitse economie.

Alles bij elkaar kelderde de aangepaste operationele winst (EBITA) van de kabeldivisie naar slechts 3 miljoen euro op 350 miljoen euro omzet. De marge is daarmee zo goed als verdampt. In totaal kwam de halfjaaromzet van TKH iets lager uit, op 858 miljoen euro. Het nettoresultaat kreeg een veel grotere klap. Zo daalde de winst per aandeel van 1,25 euro naar 0,34 euro.

EBITA-marge in beeld: kabeldivisie sleurt TKH naar beneden

Bron: (Half)jaarverslagen TKH Group en analyse VEB. Percentages reflecteren de EBITA-marge.

Tanend rendement
De Smart Vision divisie, het onderdeel dat onder andere camerasystemen voor parkeergarages en vliegvelden maakt, hield het concern in zekere zin overeind met een omzetgroei op eigen kracht van 7,5 procent en een winstmarge (EBITA) van zo’n 17 procent. Vooral het onderdeel Machine Vision deed het goed, geholpen door een sterkere markt voor fabrieksautomatisering.

Bij het derde onderdeel, Smart Manufacturing, liepen de zaken dan weer stroever. Die divisie richt zich voornamelijk op de ontwikkeling van bandenbouwmachines. Daar nam de omzet af met negen procent, maar wist TKH de winstmarge (EBITA) wel boven de 17 procent te houden. Klanten bestelden minder nieuwe machines, mede door handelstariefonzekerheid. De levering van een nieuwe generatie machine staat gepland voor het derde kwartaal van dit jaar en kan volgens bestuurder Harm Voorman tot een nieuwe stroom bestellingen leiden.

Hoewel Smart Vision en Manufacturing het beeld nog enigszins rechttrekken, laat het rendement op geïnvesteerd vermogen (ROCE) zien dat het geïnvesteerde kapitaal zich nog nauwelijks uitbetaalt. De ROCE bevindt zich op een historisch dieptepunt – zelfs lager dan tijdens de coronacrisis. Voor beleggers is het cruciaal dat grote investeringen, zoals de Eemshaven-fabriek, de komende kwartalen wél gaan renderen.

Rendement op geïnvesteerd vermogen naar een dieptepunt

Bron: (Half)jaarverslagen TKH Group en analyse VEB. Bedragen in miljoenen euro.

Strategische stappen
Het tanende rendement en de weggezakte beurskoers maken eens te meer duidelijk dat het roer om moet. TKH houdt vast aan zijn plan om niet-kernactiviteiten af te stoten. Zo wordt in het derde kwartaal de verkoop van Dewetron afgerond voor 54 miljoen euro. Die opbrengst is vooral bedoeld om de oplopende schuld terug te brengen.

De nettoschuld steeg namelijk naar 602 miljoen euro (eind 2024: 496 miljoen euro), goed voor een schuldratio van 2,6 keer het bedrijfsresultaat (EBITDA) – historisch hoog en ruim boven de eigen doelstelling van maximaal 2.

De mogelijke verkoop van de glasvezelkabelactiviteiten (digitalisatie-segment), goed voor een jaaromzet van ongeveer 180 miljoen euro, kan eveneens bijdragen aan schuldafbouw, maar de timing lijkt wat ongunstig door de lage marges.

Op 25 september volgt een Capital Markets Day, waar het management meer duidelijkheid belooft over de toekomst van de divisie en andere strategische keuzes.




Gerelateerde artikelen