Echt om te huilen. De serieus te nemen politieke partijen in Nederland ontbreekt het aan economische basiskennis. De impact van rente-op-rente en inflatie is hun onbekend.
Als VEB maken we ons hierover grote zorgen. We denken vaak dat jongeren in hun opleiding meer basiskennis over financiën en beleggen zouden moeten meekrijgen, maar het zijn juist de eindverantwoordelijke opstellers van verkiezingsprogramma’s en dames en heren politici die een evident gebrek aan kennis tentoonspreiden. Met mogelijk zeer negatieve gevolgen voor het investeringsklimaat en de economische groei in Nederland. Laten we die laatste twee nu juist hard nodig hebben om de verzorgingsstaat te kunnen blijven financieren en de onderlinge saamhorigheid te stutten.
De kennisleemte is opvallend, omdat de financiële kennis van huishoudens in Nederland in het algemeen juist het hoogst ontwikkeld is van alle Europese lidstaten. Vanuit Den Haag wordt spaarzaamheid en eigen financiële verantwoordelijkheid met de mond beleden. Denk maar aan de schrobbering die Zuid-Europese politici periodiek krijgen over hun spilzucht en gebrek aan financiële discipline, niet geheel onterecht trouwens. Tegen deze achtergrond is het onbegrijpelijk dat in Den Haag de fiscale knoppen inmiddels zo gedraaid zijn dat in het thuisland individuele spaarzaamheid en het nemen van eigen financiële verantwoordelijkheid geheel niet meer loont.
Hadden we dit niet aan kunnen zien komen? Het was een teken aan de wand dat coalitie en oppositie eensgezind aan het plunderen sloegen en enkel de onafhankelijke rechter Den Haag kon verbieden nog langer te graaien uit niet-gerealiseerde rendementen in box 3. Ook de zorgvuldig georkestreerde poging tot recidive bleef gelukkig niet onbestraft. De opgaaf werkelijk rendement helpt onschuldige beleggers die eerder exorbitant waren belast. Maar het blijft slechts deelcompensatie.
Fiscale pijniging
Als de verkiezingsprogramma’s werkelijkheid worden, is het straks opnieuw aan de rechter een stok tussen de spaken te steken in de poging alsnog totale ontneming van rendementen op vermogens te realiseren. Vrijwel elke politieke partij stelt dat namelijk in het vooruitzicht. Bij een gemiddeld jaarrendement van 6 procent gaat de helft naar de fiscus en de rest gaat op aan inflatie. De miljarden euro’s staan al ingeboekt als opbrengst. Zo’n straffe fiscale pijniging valt niet binnen democratisch-juridische lijnen van rechtvaardigheid te kleuren.
In absolute getallen beleggen Nederlandse particulieren inmiddels steeds minder in vastgoed en binnenkort zullen ook obligaties en aandelen het ontgelden. Huishoudens profiteren niet langer van het ter beschikking stellen van financiering en de bereidheid tot het nemen van risico. Immers, het heffingsvrij vermogen gaat omlaag (CDA, D66, GroenLinks-PvdA), het tarief omhoog (GroenLinks-PvdA), er wordt niet gecorrigeerd voor inflatie (allen, inclusief VVD) en kostenaftrek is niet toegestaan. Er wordt poëtisch gesteld dat het ‘werkelijk rendement’ zal worden belast. Dat klinkt als muziek, maar als de hoge inflatie jaarlijks de andere helft wegneemt uit de vermeende koopkrachtstijging, is dat geen werkelijk rendement. Het rendement wordt feitelijk voor 100 procent belast.
Uit de bocht
De inkt is nog niet droog van de rechterlijke uitspraken over box 3 of het kabinet vliegt weer gierend uit de bocht. Een nieuwe coalitie zou zich moeten inzetten voor een meer redelijke grondslag (echte koopkrachtstijging) en een redelijk tarief. Bij voorkeur pas bij realisatie van het rendement, zoals ook voor uitkering van pensioenen uit loondienst geldt.
We kunnen weer jaren aan fiscaal-juridische procedures en onzekerheid tegemoetzien. Gelukkig zijn er in Nederland onafhankelijke rechters. En hopelijk beleggen ze naast hun ABP-pensioen, zodat voor hen de doorwerking van kosten en inflatie op de koopkracht van beleggers geen abracadabra is.
Gerben Everts is directeur van de VEB