VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Voor optiebeleggers is een butterfly-constructie op het eerste gezicht een elegante manier om beperkt risico te nemen en toch een mooie kans op winst te houden. Maar zodra de kosten van deze constructie worden meegewogen, blijkt de werkelijkheid wat minder sierlijk.

Sommige beleggers zoeken hun kansen niet in koersbewegingen, maar juist in het uitblijven daarvan. De butterfly is een optiestrategie die het mogelijk maakt om te profiteren van een stabiele markt, terwijl het risico beperkt blijft.

De butterfly combineert meerdere opties op hetzelfde aandeel en met dezelfde expiratiedatum, maar met verschillende uitoefenprijzen. In de meest gebruikelijke vorm koopt de belegger één calloptie met een lagere uitoefenprijs, verkoopt twee calls met een middelste uitoefenprijs en koopt tot slot één call met een hogere uitoefenprijs.  

Het winstpotentieel van de butterfly ligt precies op de middelste uitoefenprijs, het punt waar de twee verkochte calls liggen. Wanneer de koers van het aandeel bij expiratie rond dat niveau eindigt, is het verschil tussen de gekochte en verkochte opties het grootst. Beweegt de koers daarentegen te ver omhoog of omlaag, dan verdwijnt de waarde van de positie en blijft de belegger achter met verlies van de betaalde premie.

De aantrekkingskracht van de butterfly zit voor beleggers in het beperkte risico. Vooraf is bekend hoeveel er te verliezen valt, en dat is nooit meer dan de initiële inleg. De maximale winst is ook vastomlijnd en wordt bereikt als de koers precies in het midden van de gekozen bandbreedte eindigt.

Tien keer langs de kassa
Niet alleen beleggers zien aantrekkelijke kanten aan de butterfly-constructie, ook brokers zijn er dol op. Op hun websites geven ze in ruime mate informatie over deze strategie en bieden ze zelfs online cursussen. Goede informatievoorziening valt te prijzen, maar in dit geval is het niet alleen ingegeven door de behoefte om klanten iets te leren. Brokers profiteren ruimschoots mee als beleggers een butterfly opzetten. Ze verdienen aan de transactiekosten die beleggers betalen – kosten die direct het uiteindelijke rendement van die beleggers verlagen.

Een voorbeeld van een butterfly-constructie op een liquide aandeel als ABN Amro maakt duidelijk welke prijs beleggers betalen.  

We bekijken een 24-26-28 butterfly met een resterende looptijd van drie maanden.

De belegger:  

• koopt de 24 call voor 2,56 euro 

• verkoopt twee 26 calls voor 1,40 euro 

• koopt de 28 call voor 0,71 euro 

Gerekend met de middenprijzen van deze drie opties, is de combinatie 0,47 euro waard. Dat is tevens het maximale verlies, wanneer de koers van ABN Amro bij het aflopen van de opties lager dan 24 euro of boven de 28 euro sluit.

In het ideale geval eindigt de koers exact op 26 euro. Dan is alleen de call 24 geld waard, en lopen de andere call-opties waardeloos af. De butterfly-strategie eindigt dan met een waarde van 2 euro (en 1,53 euro winst).

Dat klinkt goed, totdat de kosten in beeld komen. Het begint met het opzetten van de constructie. De butterfly is namelijk niet te koop tegen 0,47 euro, vanwege de bied- en laatspread die in de praktijk overbrugd moet worden. De bied-laatspread in ABN Amro-opties bedraagt gemiddeld 6 à 7 cent per contract. In werkelijkheid zullen beleggers zo uitkomen op twee cent extra per optie, en de butterfly kunnen kopen voor 0,55 euro.

Omdat één optie betrekking heeft op 100 aandelen en er per constructie vier opties worden gebruikt, resulteert dit in 8 euro aan spreadkosten. Tel daar 3 euro kosten voor de broker bij op, en de prijs stijgt van 47 naar 58 euro.  

Met butterfly-voorbeelden gaat men er vaak van uit dat een belegger de opties helemaal laat aflopen tot en met de expiratiedatum. In de praktijk is het vaak slimmer om eerder te sluiten, want opties laten expireren is meestal duurder. Dan moet je als belegger mogelijk stukken leveren en/of afnemen en calls uitoefenen (als die intrinsieke waarde hebben).

Wie de constructie voortijdig sluit, betaalt opnieuw vier keer 2 cent aan spread, plus nog eens 3 euro aan transactiekosten.

Samen levert dat het volgende kostenplaatje op:
Openen positie: 8 euro spread + 3 euro transactiekosten = 11 euro
Sluiten positie: 8 euro spread + 3 euro transactiekosten = 11 euro
Totale kosten: 22 euro


Goed gezien, toch verlies?
De belegger kan volkomen gelijk krijgen in zijn visie. Het aandeel ABN Amro blijft keurig liggen op dezelfde koers. De dagen verstrijken en de waarde van de butterfly loopt langzaam op – tot het moment dat er winst gemaakt kan worden. Dan zal de belegger merken dat een strategie die aantrekkelijk leek op papier, in de praktijk anders uitpakt. De waarde van de butterfly moet zelfs 0,22 euro per aandeel stijgen om uit de kosten te komen.  

Zelfs al heeft de belegger het helemaal goed gezien, betekent dat niet dat de transactie winstgevend wordt. Behalve voor de broker, die gegarandeerd 6 euro aan kosten ontvangt.

Reken met kosten
De kosten van beleggen zijn de afgelopen decennia flink gedaald. Toch blijft het een factor van belang om mee te wegen of een belegging aantrekkelijk is of niet. Zeker als er veel gehandeld moet worden. De butterfly kan zeker een interessante strategie zijn voor beleggers die meer rust willen, maar het is goed te beseffen dat transactiekosten en spreads het verschil maken tussen een mooie theoretische winst en een teleurstellend resultaat. Zelfs een vlinder moet tenslotte tegenwind incalculeren. 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap