VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Alphabet en Meta kwamen bij de kwartaalcijfers met ogenschijnlijk hetzelfde verhaal: hogere omzetten en opnieuw miljarden richting kunstmatige intelligentie. Maar waar Alphabet op de beurs werd beloond, kreeg Meta een tik. Beleggers slikken niet langer vage vergezichten over kunstmatige intelligentie.

Nog geen jaar geleden draaide alles in de techsector om één begrip: groei. Zolang de omzet steeg, keek niemand op van verliescijfers. Dat gold al helemaal voor de grote beloftes van het AI-tijdperk.

Maar die vanzelfsprekendheid is verdwenen. Waar beleggers vorig jaar nog kochten op verhalen over dominantie en innovatie, kijken ze nu weer naar ouderwetse zaken als omzet, winst en kasstroom. De beurs beloont bedrijven die hun investeringen kunnen omzetten in kasstromen, en straft ondernemingen die vooral kapitaal verbruiken.

Die verschuiving is zichtbaar in de koersreacties. Het aandeel Alphabet steeg na zijn derdekwartaalcijfers zo’n 3 procent, terwijl Meta ruim 11 procent verloor – ondanks dat het bedrijf procentueel zelfs sterkere omzetgroei liet zien.

Het verschil zit niet in ambitie, maar in balans. Alphabet weet hogere AI-investeringen te combineren met stijgende winstverwachtingen; Meta verlengt vooral zijn balans. Waar Alphabet zijn cashflow versterkt, ziet Meta die juist afnemen door de bouw van enorme datacenters en hoge kosten voor de ontwikkeling van nieuwe AI-modellen.

Alphabet: AI als winstmachine  
Alphabet, het moederbedrijf van Google, laat zien dat kunstmatige intelligentie geen kostenpost hoeft te zijn, maar een hefboom voor (kasstroom)groei.

De divisie Google Cloud is uitgegroeid tot een van de belangrijkste winstpijlers van de techreus uit Silicon Valley. Bedrijven betalen daar voor rekenkracht, opslag en software die nodig zijn om hun eigen AI-toepassingen te draaien – van klantenservicebots tot dataverwerking. In zekere zin verkoopt Google de infrastructuur waarop de AI-revolutie draait.

De orderportefeuille van Google Cloud groeide in een kwartaal met bijna de helft tot 157 miljard dollar. Recent afgesloten meerjarige contracten met onder meer Anthropic (bekend van chatbot Claude) moeten daar nog tientallen miljarden aan toevoegen. Het laat zien dat Google niet alleen meedoet in de AI-race, maar ook degene is die de wegen aanlegt waar anderen overheen rijden.

In de consumentenmarkt werkt AI als katalysator voor de advertentiemachine. De zoekmachine van Google voorspelt met behulp van AI welke advertenties de meeste kans maken om op geklikt te worden, en bepaalt automatisch wat die klik mag kosten. Voor Alphabet betekent dat: meer opbrengst per zoekopdracht, zonder dat gebruikers meer advertenties zien.

De sleutel tot dat succes is Gemini, de verzamelnaam voor Google’s familie van AI-modellen. Die technologie is inmiddels doorgedrongen tot bijna elk product: van Gmail tot YouTube en Workspace. Ook onder bedrijven is Gemini populair. Werknemers gebruiken het model om teksten te genereren, code te schrijven of documenten te analyseren.

Om dat alles mogelijk te maken, bouwt Alphabet aan een van de grootste datacenternetwerken ter wereld. In de Amerikaanse staat Iowa verrijst een complex dat naar schatting evenveel stroom verbruikt als een middelgrote stad. Ondanks torenhoge investeringen groeit de vrije kasstroom volgens analisten van zakenbank JP Morgan de komende twee jaar van 67 miljard naar 76 miljard dollar.

Alphabet laat daarmee zien dat AI geen experimentele technologie meer is, maar de motor van zijn verdienmodel.



Meta: winst nu, onzekerheid later
Op een steenworp afstand van Alphabets campus in Mountain View bouwt Meta aan zijn eigen AI-toekomst – ambitieus, maar met meer onzekerheid.

Het moederbedrijf van Facebook en Instagram profiteert al volop van kunstmatige intelligentie binnen zijn advertentieplatformen. AI bepaalt daar welke reclames gebruikers te zien krijgen en hoe campagnes worden verdeeld over doelgroepen. Die automatisering verhoogt de effectiviteit van campagnes en daarmee de opbrengst per gebruiker.

Die zogeheten operationele AI vormt de ruggengraat van Meta’s huidige winstmodel. De onderneming verdient miljarden aan advertenties die dankzij kunstmatige intelligentie nauwkeuriger en winstgevender worden aangeboden.

Maar de forse ophoging van het AI-budget van vandaag hangt samen met iets totaal anders: superintelligentie.

In de nieuwe divisie Superintelligence Labs ontwikkelt Meta AI-systemen die niet alleen teksten of beelden genereren, maar zelfstandig kunnen redeneren en beslissingen nemen. De kern daarvan is Llama, een reeks open AI-modellen die de basis moeten vormen voor toekomstige producten en digitale diensten. Topman Mark Zuckerberg ziet dit als de volgende grote stap na het smartphone-tijdperk.

Om dat doel te bereiken, trekt Meta toponderzoekers aan en bouwt het nieuwe datacenters op ongekende schaal. In Louisiana verrijst momenteel het zogenoemde Hyperion-complex, een campus ter grootte van een stad, midden in moerasgebied. Daar komen duizenden chips te staan die de volgende generatie AI-modellen moeten trainen.

Het prijskaartje is fors: Meta’s kapitaalinvesteringen stijgen volgend jaar naar ruim 115 miljard dollar. Tegelijk daalt – voornamelijk door die forse investeringen – de vrije kasstroom flink: van 41 miljard dollar nu naar volgens analistenschattingen slechts 17 miljard dollar in 2027.

Een belangrijk verschil met Alphabet: Meta heeft geen eigen cloudtak. Waar Google zijn datacenters kan verhuren aan andere bedrijven, gebruikt Meta zijn infrastructuur uitsluitend voor eigen doeleinden. Daardoor leveren de miljarden die in servers, chips en datacenters verdwijnen, voorlopig niets op.

Voor beleggers roept dat herinneringen op aan Zuckerbergs eerdere megaproject: de metaverse. Ook daar beloofde de ceo een technologische doorbraak aan beleggers, die opgescheept werden met een kostenpost van vele tientallen miljarden. Beleggers lijken niet bereid om dezelfde gok nog eens te financieren.

Waar Alphabet zijn uitgaven en vrije kasstroom tegelijk ziet groeien, stijgt bij Meta alleen het eerste. Het bedrijf verhoogt zijn investeringen sneller dan zijn kasstroom toeneemt – en is daarmee de enige grote techspeler waar de geldstroom daadwerkelijk daalt.

Beleggers trekken daaruit een duidelijke conclusie: het AI-tijdperk mag dan om innovatie draaien, maar bedrijven krijgen geen blanco cheque meer. Meta’s strategie lijkt een herhaling van de metaverse-gok – visionair, maar voorlopig verlieslatend.



De nieuwe logica van Big Tech
De verschuiving van hype naar discipline beperkt zich niet tot deze twee bedrijven. De zes grootste techspelers – Amazon, Alphabet, Meta, Microsoft, Oracle en CoreWeave – zullen volgend jaar naar schatting 570 miljard dollar investeren in datacenters, oplopend tot 660 miljard dollar in 2027.

Die bedragen laten zien hoe serieus de AI-race is geworden, maar ook hoe scherp de grenzen worden. Beleggers eisen zicht op rendement, en zien liever een solide kasstroom dan visionaire beloften.

Alphabet heeft daarin een voordeel. Het verdient aan elke laag van het AI-ecosysteem – van infrastructuur tot software en advertenties. Meta zit aan slechts één kant van die keten, en heeft dus minder manieren om zijn investeringen terug te verdienen. 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap