Beursbedrijven rapporteren nog in veel te algemene termen over kunstmatige intelligentie (AI). In aanloop naar het jaarvergaderseizoen vraagt de VEB in haar speerpuntenbrief van ondernemingen daarom veel concreter te maken waar de kansen en risico’s voor hun verdienvermogen en strategie liggen.
AI duikt inmiddels in vrijwel elk jaarverslag op, maar echt houvast bieden bedrijven beleggers nauwelijks. Vaak blijft het bij ambities op hoofdlijnen, een paar algemene paragrafen of een losse pilot onder het kopje “digitale transformatie”.
De VEB vindt dat niet langer voldoende. In de speerpuntenbrief 2026 verzoeken beleggers beursfondsen duidelijk te maken wat AI precies betekent voor hun bedrijfsmodel. AI moet niet alleen genoemd worden, maar zichtbaar worden ingebed in de bedrijfsvoering.
De VEB verwacht dat ondernemingen concreet aangeven welke processen en operaties een fundamentele herziening vragen om AI zinvol te kunnen inzetten. Ook moet helder zijn welke kernprocessen prioriteit krijgen, hoe versnippering van pilots wordt voorkomen en welke tastbare voordelen het bedrijf verwacht op het vlak van productiviteit, efficiëntie of concurrentievoordeel.
Lees de VEB Speerpuntenbrief 2026
Daarnaast moet de rapportage over risico’s veel eerlijker en specifieker worden. De speerpuntenbrief vraagt om een gestructureerde SWOT-analyse, waarin ook de mogelijkheid wordt meegenomen dat bestaande verdienmodellen worden verdrongen door AI-toepassingen van concurrenten of nieuwe toetreders.
Ook verlangt de VEB openheid over de governance. Bedrijven moeten duidelijk aangeven wie binnen de organisatie verantwoordelijk is voor AI, hoe besluiten worden genomen en of bestuur en commissarissen voldoende kennis hebben om kansen en risico’s te wegen. Dat element krijgt in veel jaarverslagen nog nauwelijks aandacht, terwijl de strategische impact van AI juist steeds groter wordt. Tijdens de aandeelhoudersvergaderingen van komend voorjaar zal de VEB beursfondsen specifiek aanspreken op de in het jaarverslag verschafte informatie over AI.
Meer speerpunten
Naast AI scherpt de VEB ook de eisen aan rond geopolitieke risico’s, alternatieve prestatiemaatstaven en de nieuwe verklaring over risicobeheersing.
De macro-omgeving is instabiel en dat raakt direct het verdienmodel. Ondernemingen moeten daarom duidelijk maken welke kwetsbaarheden zij zien en welke maatregelen zij nemen om die te beperken. Daarnaast verwachten beleggers dat bedrijven een kwalitatieve én kwantitatieve toelichting geven op de aannames die zij gebruiken voor de waardering van activa en verplichtingen. Als die aannames veranderen, moet helder zijn waarom dat gebeurt en wat dat doet met de uitkomsten.
Verder wil de VEB grip krijgen op de wildgroei aan alternatieve prestatiemaatstaven. Bedrijven moeten per maatstaf helder uitleggen waarom die wordt gebruikt, wat er precies wordt gecorrigeerd en hoe de brug naar IFRS-cijfers eruitziet. Definities moeten consistent zijn, wijzigingen moeten worden toegelicht en vergelijkende cijfers moeten worden aangepast.
Een laatste speerpunt is de nieuwe Verklaring Omtrent Risicobeheersing (VOR). In het jaarverslag over boekjaar 2025 moeten bedrijven voor het eerst uitgebreider rapporteren over hun beheersing van risico’s binnen de onderneming. Die rapportage mondt uit in de nieuwe risicoverklaring.
Die mag geen verzameling sjabloonteksten worden, maar moet een bedrijfsspecifieke analyse geven van risico’s, tekortkomingen en genomen maatregelen ter verbetering. De VEB moedigt ondernemingen ook aan de externe accountant de opdracht te verlenen limited assurance af te geven op onderdelen van het systeem, zodat de verklaring nog meer gewicht krijgt. Die verklaring is immers gebouwd op drie fundamentele pilaren: het aanmoedigen van betere risicobeheersing, een hogere mate van transparantie en meer vertrouwen van beleggers in bedrijven.