VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Als een aandeelhoudersvergadering die normaal in het voorjaar had moeten plaatsvinden, pas in december wordt gehouden, is er wat aan de hand. Voor Ebusco is dat een understatement. Er waren meerdere financiële noodverbanden, de accountant had maanden extra nodig voor de jaarrekeningcontrole en sleutelfunctionarissen kwamen en gingen.

Op het hoofdkantoor in Deurne ging het eerder deze week nauwelijks over groei of nieuwe orders voor elektrische bussen, maar vooral over overleven. De vaste lasten zijn te hoog en er komt te weinig cash binnen uit de verkoop van bussen.

Ebusco gooide vorig jaar zijn bedrijfsmodel om. Het maakt de bussen niet meer zelf in Deurne, maar heeft de productie uitbesteed aan Chinese onderaannemers.

Het bedrijf trok daarmee een pijnlijke conclusie: eigen productie in Nederland, plus een forse opschaling, bleek te complex en niet haalbaar. De strategische draai naar een minder kapitaalintensief model moet de oplossing bieden, maar tijdens de bijeenkomst met beleggers bleek nogmaals hoe kwetsbaar de financiële positie van de bussenbouwer nog altijd is.

Volgens afzwaaiend president-commissaris Derk Haank ligt de kern van het probleem niet bij de productiecapaciteit, maar bij liquiditeit. “We zijn casharm, maar voorraadrijk,” vatte hij de situatie samen. Ebusco beschikt naar eigen zeggen momenteel over circa 90 miljoen euro aan onderdelen en bussen (boekwaarde), terwijl er nog maar 1 miljoen euro aan contanten in kas zit.

In dat licht is de strategische draai van producent naar ontwerper logisch. In het nieuwe model blijven ontwerp, kennis en eindinspectie bij Ebusco, terwijl de productie in China plaatsvindt. Volgens oprichter en bestuurder Peter Bijvelds kunnen zij moeiteloos meer dan 3000 bussen per jaar bouwen. Maar het knelpunt blijft Ebusco zelf. Want welke afnemer durft het aan een bus te bestellen terwijl Ebusco wankelt?

Garanties weggevallen
“In de Europese busmarkt is het gebruikelijk dat de fabrikant de productie volledig voorfinanciert en pas dertig dagen na het leveren van de bus wordt betaald, aldus Bijvelds op de vergadering. De overstap naar het nieuwe bedrijfsmodel moet Ebusco daarbij ontlasten, maar vergt wel een goed functionerende ketenfinanciering, waar Ebusco afhankelijk is van garantieverstrekkers. Die moeten leveranciers van banden, stoelen, batterijen en materialen het comfort geven dat zij betaald krijgen. En juist op dat punt loopt het vast.

Volgens Haank zijn banken teruggekomen op eerdere toezeggingen om deze garanties na de herfinanciering van afgelopen zomer, waarbij schulden zijn omgezet in aandelen, te blijven verstrekken. “Dat heeft een dramatische impact op onze liquiditeit,” stelde hij tijdens de vergadering. Zonder dit soort garanties moet Ebusco toeleveranciers, inclusief de Chinese productiepartners, veelal vooraf betalen. Ebusco is drukdoende het wegvallen van deze bankgaranties op te vangen.

Zo wordt er vooral gekeken naar garanties van derde partijen, bijvoorbeeld via kredietverzekeraars. Een tweede optie is dat Chinese leveranciers zelf deels de rol van financier overnemen, waarbij zij pas door Ebusco betaald krijgen nadat de afnemer van de bussen Ebusco heeft betaald.

Maar zo ver is Ebusco dus nog niet. Ook bij de Chinese partners zal het besef zijn doorgedrongen dat Ebusco financieel weinig ruimte heeft. Het gevolg is dat Chinese producenten niet bereid zijn om bestaande voorraden over te nemen of nieuwe onderdelen op eigen rekening in te kopen. Ebusco moet daardoor zelf blijven voorfinancieren en doet dat met geld dat het nauwelijks heeft.

De vicieuze cirkel
Hier raakt Ebusco mogelijk verstrikt in een vicieuze cirkel. Doordat kredietgaranties ontbreken, loopt de omschakeling naar het nieuwe bedrijfsmodel – dat juist de druk op de cash zou moeten verlichten – vertraging op. Voorraad blijft op de eigen balans, de liquiditeit blijft schaars en de solvabiliteit staat onder druk. Die zwakke financiële positie maakt klanten en financiers vervolgens terughoudend, waardoor bestellingen uitblijven en garantieverstrekkers nog niet over de brug komen.

Het bestuur ziet het doorbreken van deze impasse als dé belangrijkste stap op korte termijn. De op de vergadering benoemde financieel directeur Roel Nagelmaeker gaf aan dat de cijfers over het vierde kwartaal van 2025 daarbij kunnen helpen. Die zullen naar verwachting in maart of april beschikbaar zijn.

Tijd kopen
Bij het ontbreken van structurele (voor)financiering legde Ebusco begin december opnieuw een noodverband aan. Bestaande aandeelhouders, waaronder grootaandeelhouders Heights Capital en De Engh, maar ook oprichter Peter Bijvelds en CFO Nagelmaeker, stelden gezamenlijk ruim vijf miljoen euro aan werkkapitaalfinanciering beschikbaar om liquiditeitsgaten te dichten.

Die gekochte tijd is hard nodig. Het orderboek telde per eind november nog circa 149 bussen, die volgens het bestuur uiterlijk in het derde kwartaal van 2026 moeten zijn geleverd. Het merendeel van de onderdelen ligt al op voorraad en is al betaald, waardoor elke geleverde bus relatief snel cash zou moeten vrijspelen. Tegelijk dringt de vraag zich op wat er gebeurt als deze leveringen zijn afgerond.

Vertrouwen van klanten
Nieuwe orders zijn noodzakelijk om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen, maar aanwas is er nauwelijks. Het is niet ondenkbaar dat klanten voorzichtig zijn met het plaatsen van nieuwe orders, gezien eerdere vertragingen en de huidige financiële situatie.

Volgens oprichter Bijvelds zijn de verkoopactiviteiten sinds de Busworld-beurs in Brussel, die in oktober plaatsvond, weer opgestart. “Tot nu toe lag de focus niet op verkoop, maar op het uitleveren van bestaande bestellingen”, aldus Bijvelds. Het bestuur benadrukte daarbij dat de meest moderne e-bus, de Ebusco 3.0, nog altijd veruit de meest efficiënte elektrische bus op de markt zou zijn.

De meest tastbare hoop voor nu ligt bij een niet bij naam genoemde potentiële Duitse klant die zich nog moet inschrijven voor een aanbesteding. Bij winst van die tender zou dat kunnen leiden tot een bestelling van circa 70 bussen.

Batterijen als mogelijke reddingsboei
Een mogelijke meevaller is het in juli aangekondigde contract voor batterijopslagsystemen met een waarde van 39 miljoen euro. Volgens Ebusco heeft dit bedrijfsonderdeel een gunstig kasstroomprofiel. Plat gezegd komt het geld hier binnen voor dat iets gedaan hoeft te worden omdat klanten eerder betalen dan leveranciers.

De eerste betalingen worden nog dit jaar verwacht, maar het bestuur gaf geen enkel detail op de vergadering. “Het gaat in ieder geval om meer dan één euro,” grapte Haank. Daarmee blijft het voor beleggers onduidelijk of dit contract een significante impact heeft op de kaspositie.

Wat bracht de aandeelhoudersvergadering nog meer?

  • Dat de aandeelhoudersvergadering pas in december plaatsvond, onderstreept de uitzonderlijke situatie. Accountant EY had maanden extra nodig om de boeken te controleren en de interne organisatie te beoordelen. EY kwam uiteindelijk met een oordeelonthouding, een zeldzaam verschijnsel voor een beursbedrijf. EY constateerde diverse tekortkomingen in de interne beheersing en onvoldoende beschikbare controle-informatie. Daardoor kon de accountant geen oordeel geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening 2024.

  • CFO Roel Nagelmaeker gaf aan dat inmiddels wordt gewerkt aan een heropbouw van de interne controle. Dat begint bij basiszaken als functiescheiding, toegangsrechten tot systemen en het opnieuw inrichten van het interne auditteam. Ook is de financiële afdeling versterkt met nieuwe medewerkers. Met de overgang naar het nieuwe bedrijfsmodel verschuift de controlefocus van productiecontrole naar contract- en leveranciersmanagement.

  • Verder blijven commissarissen druk met de zoektocht naar een nieuwe bestuursvoorzitter. Zij hadden een kandidaat op het oog, maar die haakte af omdat de beloning die Ebusco aanbood niet aan zijn of haar eisen voldeed. 

 




Gerelateerde artikelen