VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Centrale banken varen allang niet meer op de automatische piloot. Politieke druk, oplopende staatsschulden en hardnekkige inflatie zetten het monetaire beleid onder spanning. 2026 belooft daardoor een belangrijk jaar te worden voor markten en wisselkoersen.

Een schaatswedstrijd. Dat is hoe het monetaire beleid van afgelopen jaar in de VS en in de eurozone zich laat typeren. De schaatsers zijn de Europese Centrale Bank (ECB) en de Fed, het stelsel van centrale banken in de VS. Ze schaatsen ieder een eigen baan en op gezette tijden kruisen ze elkaar.  

De Fed verruilde na de zomer een rentepauze voor een serie verlagingen, terwijl de ECB juist het tegenovergestelde deed: na maanden van renteverlagingen volgde vanaf de zomer een pas op de plaats.

De gevolgen waren zichtbaar op de valutamarkt. De dollar verzwakte fors ten opzichte van de euro en de wisselkoers schoof op van bijna pariteit richting 1,20 dollar per euro. De vraag is wat 2026 zal brengen, nu de economische en politieke druk verder oploopt.

Ongunstige cijfers
Voor de Federal Reserve begint 2026 met een lastig evenwicht. De inflatie in de VS blijft hoog en kan dit jaar nog oplopen als gevolg van het vertraagde effect van de hogere invoerheffingen en verzwakte dollar in 2025. Tegelijkertijd verslechtert de situatie op de arbeidsmarkt. Het aantal nieuwe banen per maand is fors afgenomen en de werkloosheid begint te stijgen. De ervaring van 2025 leert dat de Fed, als deze moet kiezen tussen inflatiebestrijding en economische ondersteuning, de tweede optie verkiest. Dat voedt de verwachting dat de rente in 2026 verder omlaag zal gaan.

Nieuwe voorzitter
Een machtswisseling aan de top van de Fed hint ook op een lagere rente. De huidige voorzitter, Jerome Powell, zal vanaf eind mei deze functie niet meer bekleden. Wie hem opvolgt, is nog onbekend, maar de kans is aanzienlijk dat de nieuwe voorzitter ontvankelijker zal zijn voor de wensen van president Donald Trump dan Powell was.

Trump wil zijn invloed binnen de Fed vergroten. Zo buigt het Amerikaanse Hooggerechtshof zich binnenkort over de juridische vraag of Trump Fed-bestuurder Lisa Cook mag ontslaan. Als het antwoord ja is, kan de Amerikaanse president nog een extra gouverneur benoemen.  

Minder meegaand
Toch is het allerminst zeker dat de Fed zwicht onder de politieke druk. Dat heeft alles te maken met de samenstelling en de dynamiek van het rentecomité. Dit comité van de Fed telt negentien leden: zeven bestuurders in Washington en twaalf regionale centralebankpresidenten. Op elk moment hebben twaalf leden stemrecht, waarbij de zeven bestuurders altijd stemmen en de overige vijf rouleren volgens een vast schema.

In 2025 werd duidelijk hoe relevant die structuur is. In december stemden twee regionale presidenten tegen een nieuwe renteverlaging. Zij maakten zich zorgen over de aanhoudend hoge inflatie en de gevolgen daarvan voor Amerikaanse huishoudens.

Historisch gezien zijn regionale centrale bankiers vaker anti-inflatie dan hun collega’s in Washington. Dit verschil wordt vaak aangeduid als het contrast tussen Main Street en Wall Street. Hoge inflatie pakt vooral nadelig uit voor de Amerikaanse bevolking (Main Street) terwijl financiële markten (Wall Street) er geen of minder last van hebben. Het lijkt dan ook geen toeval dat het stemstelsel in het verleden zo is ontworpen dat het dagelijks bestuur structureel in de meerderheid is ten opzichte van de stemgerechtigde regionale bankpresidenten.

Toch betekent dit nog geen garantie voor verdere renteverlagingen, zelfs als president Trump naast een nieuwe voorzitter nog één of twee leden van het dagelijks bestuur kan benoemen. Zeker niet als de inflatie opnieuw oploopt. De zogeheten dot plot van de Fed, waarin comitéleden aangeven wat de bank met de rente moet doen, laat een verdeeld beeld zien. Een meerderheid wil de rente nog één of twee keer verlagen, maar er zijn ook leden die een aanzienlijk ruimer beleid voorstaan.

Andere instrumenten
Naast het rentetarief heeft de Fed nog andere instrumenten in de gereedschapskist die weer relevant kunnen worden. Dat heeft te maken met de Amerikaanse staatsschuld. Dit jaar moet de Amerikaanse overheid ongeveer een kwart van haar totale schuld herfinancieren, goed voor circa 9.000 miljard dollar.

De Amerikaanse overheid heeft de jaren van rente rond het nulpunt gebruikt om vooral veel kortlopende schulden aan te gaan. Die leningen lopen dit jaar af en moeten doorgerold worden. En de rente op nieuwe schulden is aanzienlijk hoger dan de rente op leningen die aflopen.  

Tegelijkertijd neemt het animo af onder de van oudsher grote afnemers: China en institutionele beleggers in Japan. Voor de tweede groep zijn Amerikaanse staatsobligaties veel minder interessant geworden nu de Japanse rentes zijn opgelopen en de kosten van het afdekken van de wisselkoersrisico’s zijn gestegen. China is minder happig door de aanhoudende ruzie met de VS en de wens om financieel minder afhankelijk te zijn van Amerika, en ook minder kwetsbaar. Amerikanen kunnen in principe beslag leggen op de Chinese beleggingen in het land.  

In dat krachtenveld blijft uiteindelijk één partij over die kan bijspringen: de Federal Reserve. Het besluit in december om voor 40 miljard dollar per maand aan kortlopende staatobligaties op te kopen, kan een signaal zijn voor de toekomst.  

Toekomstvisie
Als belegger en econoom kijk ik dit jaar onder meer reikhalzend uit naar welke kracht binnen de Fed aan het langste eind zal trekken, de situatie omtrent de Amerikaanse staatsschuld en de huiver voor hoge inflatie van de regionale bestuurders. De uitkomst zal, samen met de ontwikkelingen bij de ECB, belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de wisselkoers tussen de euro en dollar.  


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap