VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Veelgestelde vragen

In februari 2013 heeft de Nederlandse staat bankverzekeraar SNS Reaal genationaliseerd. Aandeel- en obligatiehouders SNS Reaal en SNS Bank zijn daarbij onteigend. Namens gedupeerde beleggers is de VEB een collectieve actie begonnen

De VEB strijdt op verschillende fronten voor de belangen van onteigende aandeel- en obligatiehouders SNS Reaal en SNS Bank. Hieronder een overzicht van de stappen die tot nu toe zijn gezet.

Welke stappen heeft de VEB gezet tegen het onteigeningsbesluit?
De VEB is betrokken bij verschillende procedures. Hieronder een overzicht van de stappen die de VEB tot nu toe heeft gezet.

(i) Het aanvechten van het onteigeningsbesluit van minister van financiën Jeroen Dijsselbloem bij de Raad van State was de eerste stap die de VEB zette namens onteigende beleggers. Op 15 februari 2013 oordeelde de Raad van State dat het onteigeningsbesluit rechtmatig was.

(ii) De Raad van State oordeelt niet over de compensatie van onteigende beleggers. Dat oordeel is voorbehouden aan de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. Deze procedure wordt de schadeloosstellingsprocedure genoemd. Inmiddels heeft de Ondernemingskamer een beschikking gewezen, waarin duidelijkheid wordt gegeven over de waarde van de onteigende effecten.

(iii) De VEB heeft bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens beroep ingesteld tegen de onteigening en de wijze waarop de minister gebruik heeft gemaakt van de Interventiewet. Daarmee heeft de VEB haar rechtspositie geborgd. Namens de gedupeerde beleggers heeft de VEB gezorgd dat tijdig geklaagd is bij het Europees Hof. Het Europees Hof heeft aangegeven dat gedupeerden moeten wachten op de uitspraak van de Hoge Raad en vervolgens de OK inzake de schadeloosstelling. Daarna mogen de gedupeerden een nieuw verzoek indienen bij het Hof.

(iv) De VEB heeft bezwaar en beroep ingesteld tegen het SREP besluit van De Nederlandsche Bank. Dit besluit ging vooraf aan de nationalisatie en vormde voor de minister reden om over te gaan tot nationalisatie. Op basis van dit besluit diende SNS haar balans binnen vier dagen met 1,84 miljard euro te versterken. Iets wat op voorhand een onmogelijkheid was. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat onteigende beleggers geen rechtstreeks belang hadden bij dit SREP-besluit. De rechtbank overwoog dat het SREP-besluit van DNB tot SNS Bank is gericht, terwijl het besluit tot onteigening van SNS Reaal door de minister van financiën (dus een ander orgaan) is genomen. Het beroep van onteigende beleggers is daarmee ongegrond verklaard.

(v) In een schadeloosstellingsprocedure werd de waarde van de SNS-effecten (zowel de onteigende aandelen als de eveneens onteigende obligaties en andere achtergestelde effecten) bepaald op het moment van nationalisatie op 1 februari 2013. Na diverse beschikkingen van de OK en de Hoge Raad is eindelijk duidelijkheid over de waarde per aandeel: 0,0 eurocent. Er is wel een vergoeding vastgesteld voor (achtergestelde) obligaties en andere effecten van in totaal ruim 804 miljoen euro. Een uitgebreide toelichting op de beschikking vindt u op deze pagina. 
 
De houders van onteigende obligaties en effecten waaraan wel een vergoeding is toegekend, zullen nog even geduld moeten hebben voordat zij de door de Ondernemingskamer vastgestelde vergoeding ontvangen. De schadeloosstelling is pas betaalbaar vier weken nadat de beschikking van de Ondernemingskamer definitief vaststaat, zo volgt uit de wet. 
 
De VEB zag geen aanleiding om in cassatie te gaan tegen de beschikking. Op 11 mei 2021 werd duidelijk dat de Staat wel in cassatie ging tegen de beschikking van februari 2021. Door de cassatie zal de uitkering aan de onteigende effectenbezitters worden opgeschort. Naar verwachting zal de cassatie ongeveer 1,5 tot 2 jaar in beslag nemen.

Vragen over het onderzoek naar mogelijk wanbeleid

1. Begin november 2014 heeft de VEB een verzoek tot onderzoek naar mogelijk wanbeleid gedaan. Waarom? 
De VEB heeft een verzoek tot enquête bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam ingediend. In deze enquêteprocedure staat het beleid en de gang van zaken van SNS centraal voor de gehele periode dat SNS beursgenoteerd was (van 2006 tot 2013). Dit onderzoek moet boven tafel krijgen wat er bij SNS fout is gegaan en wie daarvoor verantwoordelijk is.

2. Hoe werkt zo'n enquête?
Een enquête is een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij een onderneming. Deze procedure wordt gevoerd bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. 

Het doel van het enquête-onderzoek is het geven van openheid over de gang van zaken binnen een onderneming en de vaststelling van de verantwoordelijkheid voor het beleid. 

Een enquêteprocedure bestaat uit twee fasen. Allereerst dient onderzoek te worden verricht naar de gang van zaken binnen de onderneming. 

In de tweede fase zal worden vastgesteld of sprake is van wanbeleid en welke bestuurders en/of commissarissen daarvoor verantwoordelijk zijn. Hoelang een enquêteprocedure duurt valt op voorhand niet te zeggen. Dat hangt onder meer af van de omvang van de onderneming en de omvang van de onderzoeksperiode.  

3. Wat kunnen beleggers met de uitkomst van de enquête?
De uitkomst van het onderzoek kan de basis vormen voor de kwalificatie wanbeleid en verdere acties van de VEB tegen bestuurders en commissarissen van SNS. 

Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan vorderingen van gedupeerde beleggers wegens misleidende uitlatingen door het bestuur van SNS. Dergelijke vorderingen zijn aandeelhouders bij de nationalisatie niet ontnomen.

4. Wat is de huidige status van de enquête?
Op 27 juli 2021 uitten onderzoekers in een lijvig rapport forse kritiek op de bestuurders en commissarissen van SNS Reaal in de periode voorafgaand aan de nationalisatie. 
 
In bijna 500 pagina’s reconstrueren onderzoekers de val van SNS Reaal, van vlak na de beursgang in 2006 tot aan de nationalisatie begin 2013. Het onderzoek biedt volgens de VEB voldoende aanknopingspunten om aan te tonen dat er sprake is van wanbeleid door bestuurders en commissarissen. Het verzoek tot vaststellen van wanbeleid heeft de VEB op 27 september 2021 gedaan. Als de Ondernemingskamer het verzoek van de VEB honoreert, kan dat een opstap zijn naar compensatie van gedupeerde beleggers. De mondelinge behandeling van het verzoek tot vaststelling van wanbeleid heeft op 17 februari 2022 plaatsgevonden. De Ondernemingskamer is voornemens om uiterlijk 30 november 2022 uitspraak te doen.