VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Ondernemingskamer start onderzoek naar wanbeleid ASMI

De Ondernemingskamer wil een onderzoek laten doen naar de gang van zaken bij chipmachinefabrikant ASMI. Daarnaast wordt gekeken naar de verlening van een omstreden beschermingsrecht aan een bevriende stichting.

Aandeelhouders, waaronder de VEB hadden om dit onderzoek gevraagd nadat aandeelhouders feitelijk buiten spel waren gezet.

De Stichting Continuïteit ASMI (Stichting) had daartoe een aan haar verleende optie om beschermingspreferente aandelen te bemachtigen. En dit terwijl er weinig redenen waren om van deze nucleaire optie gebruik te maken .

Directe aanleiding voor de Stichting om de beschermingsconstructie in stelling te brengen waren de voorstellen van aandeelhouder Hermes om het bestuur van ASMI te vervangen en de strategie aan te passen.

Hard oordeel
De OK is hard in haar oordeel over de beleidsbepalers bij ASMI. De raad van commissarissen wordt verweten niet transparant en niet kritisch genoeg te zijn geweest. Van het bestuur van de stichting wordt de onafhankelijkheid in twijfel getrokken. De OK beveelt een onderzoek naar de verlening van de optie aan de Stichting Continuïteit in de periode 1996-1998 en de algemene gang van zaken bij ASMI vanaf 1 januari 2006.

“De uitspraak van de Ondernemingskamer laat niets aan duidelijkheid te wensen over”, zegt VEB-directeur Jan Maarten Slagter in een eerste reactie. ” Het gebruik dat bij ASMI wordt gemaakt van beschermingsprefs brengt de reputatie van de Nederlandse kapitaalmarkt ernstige schade toe.

Door aandeelhouders als het spannend wordt rond een onderneming hun zeggenschap te ontnemen, wordt de indruk gevestigd dat Nederland het niet zo nauw neemt met het systeem van "checks en balances" binnen de vennootschap. Dit beperkt de toegang tot de internationale kapitaalmarkt van alle Nederlandse bedrijven.

Achtergrond
Beleggers verzochten de Ondernemingskamer meer dan een jaar geleden om een onderzoek nadat aandeelhouders van ASMI feitelijk buiten spel waren gezet. De Stichting Continuïteit ASMI (Stichting) had daartoe een aan haar verleende optie om beschermingspreferente aandelen te bemachtigen. En dit terwijl er weinig redenen waren om van deze nucleaire optie gebruik te maken .

De Ondernemingskamer wijst in de uitspraak op de gebrekkige en gedateerde praktijk van besturen bij ASMI:

"Niet anders kan worden geconcludeerd dan dat een beeld naar voren komt van een beursvennootschap die haar problemen op het (ondernemings)strategische vlak steeds naar voren heeft geschoven, althans steeds heeft gepoogd binnen de besloten kring van de eigen functionarissen (en met name de ceo en commissarissen) en grootaandeelhouder af te wikkelen en zich daartoe jegens haar (overige) aandeelhouders, met behulp van haar gedateerde governance, defensief en gesloten heeft opgesteld. ", aldus de uitspraak.



Gerelateerde artikelen