VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Unilever moet werken aan zijn Dutch Discount

Unilever laat onduidelijkheid ontstaan over de voorgenomen opheffing van de certificering van haar aandelen. Bij certificering van aandelen mag een administratiekantoor op de aandeelhoudersvergadering alle stemrechten uitoefenen van de niet-aanwezige aandeelhouders.

Certificering van aandelen is ongunstig voor aandeelhouders. Doordat veel aandeelhouders niet komen opdagen tijdens de jaarvergadering voor beleggers heeft de stem van het administratiekantoor groot gewicht tijdens stemmingen over de gang van zaken bij gecertificeerde bedrijven.

Op de jaarlijkse vergadering van certificaathouders Unilever bleek dat het Administratiekantoor (AK) in het afgelopen jaar geen inzicht heeft verkregen in hoeverre Unilever vorderingen maakt met de afschaffing van de certificering van de aandelen.

Prefs struikelblok

Het belangrijkste struikelblok bij de opheffing van certificering zijn de preferente aandelen. Deze aandelen, met extra voordelen, vertegenwoordigen een onevenredig groot stemrecht en dat is meteen de reden dat Unilever deze beschermingsconstructie in stand houdt.

Bestuurder Michael Treschow van Unilever dat Unilever van plan is om ‘zo snel mogelijk’ de certificering van aandelen op te heffen. Ook zei hij dat Unilever vorderingen maakt in de gesprekken met de belangrijkste bezitters van de preferente aandelen. Nu, een half jaar later, heeft het AK niet kunnen constateren dat er concrete vorderingen zijn gemaakt bij de afschaffing van de certificering.

Ook gunstig voor bedrijven

Er is op dit moment ook een economisch motief dat pleit voor afschaffing: bij de huidige rentestanden en beurskoersen zijn de jaarlijkse vaste dividendlasten, die gemoeid zijn met de preferente aandelen hoger dan de rente waartegen Unilever kan lenen. De prefs gaan dus ten koste van het rendement van de gewone aandeelhouders. De onderneming en de aandeelhouder (eigenlijk certificaathouder) zijn dus ook financieel beter af zonder.
 
In mei, tijdens de aandeelhoudersvergadering, werd vastgesteld dat Unilever gemiddeld tegen 4,8 procent kan lenen en dus op rentelasten kan besparen. Bij de huidige koersen de preferente aandelen tussen de 6 en 7 procent kosten. Sinds mei zijn de koersen van de prefs wat opgelopen, maar de rendementen liggen nu nog altijd rond de 6 procent.

ING, ASR Nederland (het voormalige Fortis) en Aegon zijn de belangrijkste houders van de preferente aandelen, zij willen hun balansen verkorten en solvabiliteit verbeteren. Het inkopen van preferente aandelen past mooi in dit streven. Het is onduidelijk waarom de genoemde ondernemingen desondanks niet tot inkoop overgaan.

Achtergrond: Dutch Discount

In de vorige eeuw, toen Nederlandse bedrijven de gewoonte hadden zich met allerlei constructies te beschermen tegen vijandige overnames of andere bemoeienis van buitenaf, was er sprake van een ‘Dutch Discount’. Nederlandse aandelen werden fors lager gewaardeerd dan hun buitenlandse sectorgenoten. Certificering van de aandelen speelde daarbij een belangrijke rol. Aandeelhouders hebben zo alleen indirect invloed op een bedrijf.

Als één van de laatste Nederlandse ondernemingen zijn de aandelen Unilever nog altijd gecertificeerd. De onderneming heeft zich de laatste jaren goed ontwikkeld. De strategische keuze voor een kleiner aantal sterke merken in het hogere segment van de ‘fast moving consumer goods’ pakt goed uit.

Toch is het aandeel Unilever op veel vlakken goedkoop ten opzichte van de buitenlandse concurrenten. Zaken als certificering van de aandelen en een onevenwichtige verdeling van de stemgewichten doen een aandelenkoers nooit goed. Als er ooit een kans is nog een stukje Dutch Discount weg te nemen, is het nu.



Gerelateerde artikelen