VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De godenzonen van Ajax zijn inmiddels beursschlemielen

Op sportief gebied presteert voetbalvereniging Ajax de laatste jaren hoogst wisselvallig. De resultaten van beursfonds Ajax zijn een stuk stabieler. Constante factor: verlies. De verwachtingen voor de toekomst zijn stevig.

Bij het beursgenoteerde bedrijf Ajax is alles anders. Het grote geld valt te verdienen op de werkvloer, niet in de bestuurskamer. En als de resultaten tegenzitten wordt in eerste instantie niet de directie afgeserveerd, maar een werknemer, de trainer/coach.

Nog geen week geleden vertrok de dertiende trainer sinds de beursgang van Ajax in 1998, waarmee het moyenne van één trainer per jaar werd veilig gesteld.

Vandaag zal dan ook de nieuwe trainer Frank de Boer op aanschuiven.

In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers zou Martin Jol vrijwillig zijn opgestapt. In de beursgenoteerde wereld betekent dat doorgaans dat een vertrekregeling achterwege blijft. Bij Ajax is dat anders. Als Jol tot begin juli geen andere club vindt, moet Ajax hem 4 mln. euro overmaken. Een curieuze afspraak met iemand die vrijwillig opstapt.

Verloren decennium
Het valt voor Ajax te hopen dat Jol snel een andere baan vindt want de kas is vrijwel leeg in Amsterdam. Na jarenlange verliezen en sporadisch een kleine winst zijn de miljoenen die zijn opgehaald bij de beursintroductie snel verbrand, net als de recettes, prijzengelden en transferinkomsten.

Het totale verlies van Ajax in de afgelopen tien jaar is opgelopen tot 83 mln euro. Afgelopen (gebroken boekjaar) ging het Amsterdamse beursfonds voor 23 miljoen euro in het rood, het grootste verlies sinds 2002. En als er al een keer winst werd behaald -drie keer dit decennium- dan was die beperkt (minder dan 10 miljoen) en voornamelijk te danken aan eenmalige meevallers.

De oorzaken van het verlies en de negatieve kasstroom zijn evident. De balans tussen omzet en de uitgaven aan spelerssalarissen is volledig verdwenen. Een bonte collectie aan spelers is afgelopen jaren met veel bombarie binnen gekomen, het overgrote deel vertrok niet veel later geruisloos via de achterdeur. Alleen de doorgewinterde volgers van de club kunnen zich de prestaties van heren als Suk, Kerlon, Eduardo en Atouba nog herinneren.

Gedurfde prognose
Een constantere factor binnen het bestuur is financieel directeur Jeroen Slop. Hij is vanaf het jaar van de beursgang in dienst en heeft de jaarlijkse, financiële slecht nieuwsshows consequent overleefd. Toch is hij de man die heeft toegestaan dat Ajax jarenlang op te grote voet heeft geleefd.

Sinds beursgang is het eigen vermogen (103 mln) haast verdampt (nog maar 39 mln). Je hoeft geen rekenmeester te zijn om te becijferen dat een verliesjaar als 2009/2010 niet meer is op te vangen.

Daar rekent Slop dan ook niet op. Komende twee jaar zit winst er nog niet in. In de drie jaar daarna denkt de onderneming zwarte cijfers te kunnen presenteren.

Dat optimisme gebruikt de financieel directeur nu al om belastingvoordeel uit eerdere verliezen te halen. Om verliezen uit het verleden te verrekenen met fiscale verplichtingen in de toekomst is het noodzakelijk dat er uitzicht is op winstgevende tijden. Ajax heeft de accountant weten te overtuigen dat dit het geval is, zodat deze zogenoemde compensabele verliezen op de balans geactiveerd mogen worden.

Of de boekhouders van Ajax veel verstand van voetbal hebben is niet bekend. Maar zelfs voor een leek is duidelijk dat het behoorlijk onzeker is of die verwachte winst ook gerealiseerd kan worden. Ajax gaat in zijn prognoses voor de komende vijf jaar uit van drie keer deelname aan de Champions League. Ter vergelijking: in de afgelopen vijf jaar lukte dat maar één keer.

Behalve boekhoudkundige kunsten wil de Ajax-directie flink in de kosten gaan snijden. "Nog kritischer dan voorheen," zo schrijft het bestuur in het meest recente jaarverslag. De zin opschrijven is één, maar spreek hem maar eens uit zonder in de lach te schieten.

Beleggers zien af
Misschien dat Ajax-beleggers er de humor van inzien. Het merendeel van de beleggers zal het aandeel Ajax hebben aangekocht uit sympathie voor de club, niet als aanvullende oudedagsvoorziening. En dat is maar goed ook.

Aandeelhouders zijn afgelopen jaren wel erg hard gestraft voor hun loyale instelling. Het aandeel Ajax ging in 1998 voor 11,38 euro naar de beurs. Inmiddels is daar nog maar circa 6,50 euro van over. Misschien een idee om de spelers voortaan in aandelen te betalen.



Gerelateerde artikelen