Het deze week gepubliceerde jaarverslag van Ajax laat zien dat de club voorzichtig uit het dal klimt. Financieel zijn er tekenen van bloei, met een hogere omzet en een gehalveerd operationeel verlies. Toch blijven er zorgen. De spelersselectie is steeds minder waard en het blijft rommelig in de bestuurskamer.
“Na twee mindere jaren heeft Ajax de weg omhoog ingeslagen,” schrijft algemeen directeur Menno Geelen in het jaarverslag. Onder trainer Francesco Farioli herpakte de club zich vorig seizoen na het rampjaar 2023/24, waarin Ajax zelfs kortstondig laatste stond. De tweede plaats in de Eredivisie bracht niet alleen sportief herstel, maar ook de zekerheid van Champions League-inkomsten voor het lopende seizoen.
Toch zullen supporters met ongeloof terugdenken aan de laatste minuten van de uitwedstrijd bij FC Groningen. In het Euroborg-stadion verspeelde Ajax een vooraf onverwachte landstitel op het moment dat de schaal de Amsterdammers bijna niet meer kon ontgaan.
Europese inkomsten nemen weer toe
Van het veld terug naar de jaarcijfers, waar een stijgende lijn ook langzaam zichtbaar is. De omzet groeide met 26 miljoen euro naar 178 miljoen euro. Hiermee zijn de inkomsten bijna terug op het niveau van de succesvolle Champions League-jaren. Dat gebeurde terwijl Ajax afgelopen seizoen genoegen moest nemen met de Europa League, waar de club in de achtste finales strandde tegen Eintracht Frankfurt.
De achttien wedstrijden durende Europese campagne leverde dankzij kaartverkoop en UEFA-premies 33 miljoen euro op, waardoor het operationele verlies halveerde van 39 miljoen naar 19 miljoen euro.
Wel is het contrast met de hoogste Europese competitie groot: dit seizoen toucheert Ajax alleen al circa 19 miljoen euro aan startgeld voor de Champions League. Daar komen nog inkomsten uit kaartverkoop en winstpremies bovenop.
De omzet stijgt weer dankzij extra Europese inkomsten
Bron: Rapportages Ajax. Bedragen in miljoenen euro’s.
Magere transferzomer
Maar zoals directeur Geelen zelf benadrukt, blijkt de wederopstanding “niet uit alle financiële resultaten”. Vooral de transferinkomsten stelden teleur. Alleen de verkoop van Steven Bergwijn naar Al-Ittihad (21 miljoen euro) en Devyne Rensch naar AS Roma (5 miljoen euro) leverden substantiële transfersommen op.
Dat zijn wel brutobedragen; na aftrek van kosten, als vergoedingen aan makelaars, bleef er vorig seizoen een winstpost van circa 10 miljoen euro over, terwijl tegelijkertijd ruim 40 miljoen moest worden afgeschreven op eerdere aankopen. Daar gaat het bijvoorbeeld om spelers die zijn gehaald tijdens het kortstondige bewind van technisch directeur Sven Mislintat. Denk aan Josip Sutalo (transfersom: 21 miljoen euro) en Georges Mikautadze (16 miljoen euro).
Na jaren met vele grote uitgaande transfers resteert zo een negatieve transferbalans van 31 miljoen euro, het slechtste resultaat in jaren.
Grootste transferverlies in jaren
Bron: Rapportages Ajax. Bedragen in miljoenen euro’s.
Jeugd heeft de toekomst
Juist de transferinkomsten zijn cruciaal in het verdienmodel van Ajax. Betaalde transfersommen verschijnen boekhoudkundig als ‘immateriële vaste activa’ op de balans en worden lineair afgeschreven over de duur van het contract. Dat betekent dat elke euro die in een speler wordt geïnvesteerd jaarlijks een terugkerende kostenpost vormt, ongeacht sportief succes.
Bij de eigen jeugd ligt dat anders. Spelers die op jeugdcomplex De Toekomst zijn opgeleid, staan voor een verwaarloosbaar bedrag op de bedrijfsbalans, hooguit bestaande uit tekengeld bij een nieuw contract. Vanwege die geringe balanswaarde ligt hun marktwaarde hoger dan de boekwaarde. Bij een verkoop kan de club daarom vrijwel de hele transferopbrengst als winst bijschrijven. Dit verklaart waarom Ajax traditioneel afhankelijk is van talenten die doorbreken en later voor hoge bedragen vertrekken.
Deze transferwinsten zijn structureel nodig om tekorten te dichten. Bij voetbalclubs lekt het geld vooral weg naar spelerssalarissen en zaakwaarnemers. Of dat ooit zal veranderen, is hoogst twijfelachtig. Een dergelijk broos bedrijfsmodel past niet bij een beursgenoteerd bedrijf. Laat staan dat het als serieuze belegging door kan gaan.
Minder kapitaal op het veld
Maar na de verkoop van zelfopgeleide spelers Jorrel Hato en Brian Brobbey lijken er weinig transferklappers in de maak. Vaste volgers die de Amsterdammers dit seizoen hebben zien worstelen tegen laagvliegers als Telstar, FC Volendam en NAC kunnen dat beamen.
Dat beeld blijkt ook uit de confronterende cijfers van vergelijkingssite Transfermarkt. De selectie van Ajax is volgens die taxaties momenteel slechts 187 miljoen euro waard. Slechts één speler – middenvelder Kenneth Taylor – vertegenwoordigt een marktwaarde boven de 25 miljoen euro.
Ter vergelijking: in het seizoen dat Ajax op een haar na de Champions League finale haalde, telde de selectie spelers als Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt en Donny van de Beek, die samen honderden miljoenen opleverden.
De selectie van Ajax is steeds minder waard
Bron: transfermarkt.nl. Bedragen in miljoenen euro’s.
Nieuwe visie
De club lijkt dit probleem te onderkennen en grijpt in bij de jeugdopleiding. Het jaarverslag spreekt van een “vernieuwde Ajax-visie op trainen, coachen en teamontwikkeling”. Zo hebben de Amsterdammers recent aangekondigd de allerjongste jeugdploeg op te heffen. Ajax wil dat talenten langer in de vertrouwde omgeving van hun amateurploeg blijven spelen.
Deze nieuwe koers draagt duidelijk de handtekening van Marijn Beuker, de directeur voetbal die eind 2023 overkwam van AZ, waar zelfopgeleide talenten als Wouter Goes en Kees Smit de onder-19 versie van de Champions League wonnen.
Al kunnen deze wijzigingen de komende jaren pas hun impact tonen en telt in de voetbalwereld vooral de korte termijn van de eerstvolgende wedstrijd. Toch is het voor Ajax zowel een sportieve als financiële noodzaak dat de jeugdopleiding weer snel gaat leveren.
VEB vraagt opheldering over leegloop in raad van commissarissen (RvC) |
|