VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Unilever kan ook profiteren van hogere grondstofkosten

Unilever-topman Paul Polman gaat voor de lange termijn. Opnieuw hekelt hij de rol van speculanten die de grondstofprijzen opjagen. Voor Unilever hoeven die hogere kosten niet alleen maar slecht nieuws te betekenen.

Driekwart van de topmanagers zijn alfa-mannen, dominante mannetjesputters dus.

Dat beweren onderzoekers van Harvard Business School vijf jaar geleden in ieder geval in een .

Paul Polman, topman van voedingsconcern Unilever, maakt er actief werk van om niet gerekend te worden tot die groep van snoevende gorilla's.

In een liet Polman weten het niet erg te vinden om een koe te zijn. Maar dan wel een exemplaar in het zuivelprogramma van ijsfabrikant Ben en Jerry's, . "Die koeien hebben zelfs de beschikking over massagemachines," aldus Polman.

Speculanten kwaaie pier
De viervoetige dagdromen van Polman staan niet op zich. De Unilever-topman ventileert wel vaker zijn ergernis over het hijgerige klimaat op de financiële markten waarbij de korte termijn het vaak wint van de lange.
 Op naar Davos
Het interview met Polman is de opmaat voor de presentatie van Polman tijdens het in Davos.

Polman zal daar zijn zorgen uitspreken over klimaatverandering en waterschaarste.
 

De stijging van voedselprijzen en speculatie op de voedselmarkt vormen, volgens Polman een gevaarlijke dreiging. Hij wijst de beschuldigende vinger onder meer richting speculanten die de afgelopen jaren naar de voedselmarkt zijn getrokken en kortetermijnwinst maken, over de rug van de ‘gewone' consument.

‘Dat is moeilijk te begrijpen als je werkt voor de langetermijnbelangen van de samenleving,' zegt de bestuursvoorzitter. Het is niet voor het eerst dat Unilever klaagt over speculanten. Al jaren houdt het concern -en niet als enige- speculanten verantwoordelijk voor een deel van de stijgende prijzen op de markt voor agrarische grondstoffen.

Hogere grondstofprijzen raken een bedrijf als Unilever in het hart. Het spendeert circa 40 procent van de omzet aan grondstoffen en betaalt dus een hoge tol in de vorm van hoge inkoopkosten.
 Unilever vs ExxonMobil
-Polman maakt (opnieuw) bezwaar tegen het beleid van Europa om meer biobrandstoffen te gebruiken.

-Biobrandstoffen winnen uit eetbare oliën leidt tot prijsstijgingen.

-Vreemd genoeg is Unilever daardoor een concurrent geworden van energiegiganten als ExxonMobil.

-Dat concern mengt veel biobrandstof door zijn benzine.


Daar komt bij dat het concern en juist hier is de invloed van (energie) grondstofprijzen groot. De crèmes van Unilever bevatten veel op olie gebaseerde producten. Een dure grap bij energieprijzen die naar recordhoogte pieken.

Remedie
Om ervoor te zorgen dat hogere grondstofprijzen niet te hard aan de marges vreten zou Unilever de prijzen van zijn producten moeten verhogen. Dan lonkt meteen het risico dat consumenten kiezen voor goedkopere alternatieven.

Bovendien is prijzen verhogen niet de route die topman Polman wil bewandelen. Bij zijn aantreden beloofde hij het bedrijf minder afhankelijk te maken van prijsverhogingen, zonder kasstroom en winstmarges aan te tasten.

Polman zoekt het ondermeer in hogere volumes. Hij wil Unilever laten profiteren van de stijgende vraag naar (merk-)consumptiegoederen uit groeimarkten.

Nu al haalt Unilever , vooral India en China. Polman denkt dat binnen tien jaar zeventig procent van de omzet in die markten wordt gehaald, met dank aan de stijgende koopkracht daar.

Ook kansen
Voorlopig haalt Unilever nog meer dan zestig procent van de omzet uit Europa en de Verenigde Staten. In die markten bieden hogere grondstofprijzen het Brits-Nederlandse concern ook kansen. Het helpt Unilever in de concurrentieslag met huismerken.

De kostprijs van een huismerk wordt voor een groter deel door grondstofkosten bepaald dan die van een merkartikel. Daardoor leidt het doorberekenen van de gestegen inkoopkosten bij een huismerk tot een relatief grotere prijsstijging dan bij een A-merk.

Het prijsverschil tussen private label en de bekende Unilever-merken nemen daardoor af. Consumenten zullen daardoor minder snel overstappen naar de goedkopere huismerken. Zo kan Unilever marktaandeel vasthouden of winnen.

De directe effecten op de resultaten van Unilever volgen op 28 april. , want vanaf dit jaar stapt het bedrijf over naar tussentijdse handelsberichten voor het eerste en het derde kwartaal in plaats van volledige cijferrapportages.

Want als Polman ergens een hekel aan heeft dan zijn het beleggers die alleen naar de korte termijn kijken. Blijkbaar neemt die reflex af door minder informatie te geven.

 
"Er is nog steeds teveel aandacht voor de korte termijn. In 1960 hield de gemiddelde Unilever-aandeelhouder zijn stukken 12 jaar in portefeuille, 15 jaar geleden was dat nog vijf jaar. Nu verkopen beleggers hun stukken na minder dan een jaar."

Over gebrek van interesse van westerse investeerders voor opkomende markten: "Onze beleggers in de VS zijn meer geïnteresseerd in pakweg een merk dat we willen voeren in Arkansas dan de ontwikkelingen van Unilever in Indonesië."

Polman denkt dat binnen tien jaar bijna driekwart van de omzet uit opkomende markten komt. Betekent dat dan ook dat Unilever zijn hoofdkantoor wel eens richting oosten zou kunnen verplaatsen?

"Waar je hoofdkantoor staat...is eigenlijk vooral een theoretische discussie..."
 




Gerelateerde artikelen