VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De Rechtbank Amsterdam heeft de vorderingen van gedupeerde LCI-beleggers afgewezen. Deze zouden zijn verjaard.

Eerder al oordeelde de Ondernemingskamer (OK) van het gerechtshof Amsterdam en de Hoge Raad dat van wanbeleid - ondanks de duidelijke misstanden bij het in 2001 gefailleerde ICT- bedrijf - geen sprake was.

Daarvoor was het onderzoek waarop de OK zich moest baseren te beperkt.

De Rechtbank hecht veel waarde aan publicaties na het faillissement. Op grond daarvan meent de Rechtbank dat gedupeerde beleggers hun vorderingen eerder bij de bestuurder en commissarissen van LCI aanhangig hadden moeten maken.

Teleurstellend
De uitspraak van de Rechtbank Amsterdam is opmerkelijk. VEB-directeur Jan Maarten Slagter is teleurgesteld. "LCI-Bestuurder Asseer en de commissarissen hebben in het verleden verweer gevoerd bij de OK en de Hoge Raad.

Natuurlijk wisten zij dat gedupeerde beleggers hen aansprakelijk hielden. Dat de verantwoordelijken voor de ondergang van LCI op deze wijze hun aansprakelijkheid ontlopen, is teleurstellend."

De VEB heeft in deze zaak hoger beroep ingesteld. De procedure tegen PWC, de voormalige accountant van LCI, wordt voortgezet.

Contact
Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met de VEB Beleggersservice.