VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Drie redenen waarom Amerikaanse aandelen nog duurder kunnen worden

De Amerikaanse beurs blijft ondanks torenhoge waarderingen en een wankele wereldeconomie oplopen. Is dit terecht?

1890,36 punten. Dat was de ultieme recordstand van de S&P 500 afgelopen woensdag.

Waar in Europa beursindices nog ver onder de toppen van 2007 staan, is de Amerikaanse hoofdindex met de vijfhonderd grootste bedrijven uit de VS deze al ruimschoots gepasseerd.

Inmiddels staat de index ruim 20 procent boven het oude record uit 2007 van vlak voor het knappen van de kredietbubbel.

Ook als beleggers kijken naar de koers-winstverhouding (k/w) van de S&P 500 – kort gezegd de som van de winsten (per aandeel) van de bedrijven die deel uitmaken van de index gedeeld door de indexstand – begeeft deze zich in gevaarlijk territorium.

Bij de huidige stand betalen beleggers  17 keer de winst. Dit cijfer ligt ver verwijderd van het door Goldman Sachs becijferde langjarige gemiddelde van 13.

In perspectief: alleen tijdens de internethausse eind vorige eeuw, en in een periode van krap vier maanden in 2004, lag de k/w boven de 17.

Een breed veld – van Yale-professor Robert Shiller en belegger James Montier van vermogensbeheer GMO tot onderzoekers van zakenbank Goldman Sachs – wijst op het aanzienlijke neerwaartse risico voor Amerikaanse aandelen.

Tegendraads
Het steeds kleinere kamp dat weigert een valhelm op te zetten, stelt dat de (wereld)economie juist nu op stoom begint te komen.

Maar Christine Lagarde, voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds, plaatst nu een kanttekening bij deze lijn van denken in een op woensdag gepubliceerd rapport.

“De wereldeconomie laat de grote recessie achter zich, maar de economische groei blijft te traag en te zwak”, aldus de topvrouw van het IMF, die verder wijst op risico’s op de Krim en een deflatiescenario in Europa.Hoe kan het dat Amerikaanse aandelen het zo goed blijven doen in een economisch klimaat dat nog altijd verre van ideaal is?

1. Minder rente

Jeremy Siegel, professor op de prestigieuze Wharton universiteit en door de markt gekenschetst als een rasoptimist als het gaat om aandelen, wijst er op dat de extreem lage rente hoge waarderingen rechtvaardigt.

Door de lage rente zijn aandelen relatief aantrekkelijk ten opzichte van obligaties, waardoor waarderingen omhoog kunnen.

Een ander effect, waar minder over wordt geschreven, is dat de grote S&P 500 bedrijven leningen kunnen herfinancieren tegen ongekend lage tarieven. Aangezien bedrijven veel langlopende leningen hebben uitstaan, is het iedere herfinancieringsronde “kassa”.

De lagere rentelasten kunnen voor een winstimpuls blijven zorgen in de komende jaren.

Siegel houdt er rekening mee dat de rente kan oplopen, maar vindt de waarderingen dan nog altijd niet overdreven hoog. De S&P 500 heeft volgens de Amerikaan pas bij 2000 punten (nog zo’n 5 procent te gaan vanaf 1900 punten) een “faire” waardering.

2 Minder QE maar niet nul

Iedereen is er over eens dat hoge koersen in de VS het gevolg zijn van ongekende monetaire verruimingsmaatregelen van het Amerikaanse stelsel van centrale banken (Fed).

In de laatste drie maanden zijn de obligatie-aankopen door de Fed elke vergadering verlaagd met 10 miljard dollar tot 55 miljard dollar. Fed-president Jannet Yellen liet maandag weten dat de uitzonderlijke steun nog enige tijd van kracht zal blijven.

“De littekens van de grote recessie zijn nog altijd zichtbaar. Het vergt tijd om onze doelen te bereiken”, zo sprak Yellen.

Verder speelt mee dat centrale bankiers wereldwijd meekijken naar het tot nu toe succesvol verlopen verruimingsproces in de VS.

Steeds meer marktvorsers hinten er op dat de Europese Centrale Bank meer maatregelen moet nemen om het deflatiegevaar in landen als Spanje af te wenden; Japan is hier al een tijd mee bezig. 

3 Nu is het anders

“This time is different”, wordt vaak geroepen als koersen recordhoogtes bereiken.

Enige scepsis lijkt hier op zijn plaats is: tijdens de internetbubbel was het argument dat de “nieuwe economie” tot in de eeuwigheid recessievrij zou zijn. We weten nu wel beter.

De huidige “game changer” is schaliegas. De VS heeft het kleinste handelstekort sinds 1998, omdat zij op grote schaal schaliegas uit de grond haalt.

In 2008 bedroeg de productie 5 miljoen olievaten per dag, nu zijn er zo’n 8 miljoen en in de komende jaren kan dit verder stijgen naar wel 10 miljoen vaten per dag.

Analisten verwachten zelfs dat het land straks niet meer de grootste importeur van energie zal zijn, maar juist netto exporteur over vijf jaar.

Dit geeft de Amerikaanse economie een enorme impuls en heeft ook serieuze politieke consequenties, omdat de VS minder afhankelijk is van het Midden-Oosten.

Tot slot
Een lage rente, een ruim monetair beleid en schaliegas zorgen voor een hoge waardering van de Amerikaanse beurs. Maar is nog een typisch Amerikaanse verschijnsel, namelijk beursgangen van snelgroeiende, innovatieve bedrijven.

De aandelen van social media bedrijf Facebook (k/w van 50) en internetgigant Google (ongeveer 40) stuwen de gemiddelde waardering van de S&P 500.

Het blijft natuurlijk wel de vraag – net als bij internetbubbel – in hoeverre dit soort waarderingen houdbaar zijn.