VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Europese huishoudens blijven kampen met hoge schuldenlast

De Europese economie mag dan uit het dal klimmen, gezinnen torsen nog altijd omvangrijke schulden met zich mee. Dat kan een verder herstel dwarsbomen.

De torenhoge schulden in het Westen verklaren volgens vermogensbeheerder Standard Life Investments waarom de recessie zo diep was en de Westerse economieën bijna zes jaar na de val van Lehman Brothers nog steeds zo zwak zijn.

Met name de gematigde schuldafbouw per huishouden in Europa is zorgelijk. Het maakt Europa gevoelig voor economische tegenslag.

Hoge schulden wegen extra zwaar als inkomens onder druk staan door de zwakke Europese arbeidsmarkten en lage inflatie.

De cijfers
In de periode 2003-2008 is de schuld van Europese bedrijven met circa 50 procent gestegen en van huishoudens met circa 45 procent. Dat laatste met name door de opname van hypothecaire schuld.

Tussen 2000 en 2008 is de private schuld in landen als Ierland, Spanje, Portugal, Zweden en Denemarken zelfs ruim verdubbeld ten opzichte van het bruto binnenlands product.

Dit zijn ook meteen de landen die het sindsdien het moeilijkst hebben gehad. Eén op eén is het niet. Landen als Oostenrijk, Noorwegen en Zweden kenden ook een grote pre-crisis schuldopbouw, maar hebben zich sindsdien goed staande gehouden.

Alleen Duitsland, Japan en Zwitserland kenden een dergelijke schuldexplosie niet. Met name de Duitse economie heeft de afgelopen vijf jaar duidelijk beter gepresteerd dan andere Westerse landen. Japan draait daarentegen nog altijd mager.

In de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland is de afgelopen jaren het meeste werk gemaakt van schuldafbouw.

De economen Jeremy Lawson en James McCann van Standard Life Investments concluderen dat dit gelijk ook de landen zijn waar het vertrouwen van de financiële wereld in herstel het grootste is.

Bedrijven lossen wel af
Bedrijven in de verschillende Europese landen hebben het economisch herstel aangegrepen hun schuldenlast terug te dringen.

Uit de niet-financiële sector is de bedrijfsschuld met gemiddeld 10 procent gedaald. In Spanje is dat zelfs 37 procent, Griekenland 22 procent en Ierland spant de kroon met 54 procent lagere bedrijfsschuld.

Volgens de Europese Centrale Bank zijn hierdoor de kredietmogelijkheden voor het bedrijfsleven weer gestabiliseerd na een lange periode van verkrapping.

Bij huishoudens zijn de verschillen per land veel geringer en is in het algemeen slechts sprake van een beperkte schuldafbouw.

In een land als Spanje was de schuld per gezin in de jaren voor de kredietcrisis verdubbeld, maar is sindsdien slechts 13 procent afgebouwd.

Verenigde Staten
In de Verenigde Staten is het beeld wat anders. De schuld per Amerikaans gezin is weliswaar harder gestegen dan hun inkomen, maar minder hard dan de toename van de aandelenkoersen en huizenprijzen. De ‘welvaart' is daarmee gestegen.

Keerzijde van de stijgende asset prijzen is dat de Amerikaan minder is gaan sparen en de schuld dus zelfs verder
kon groeien.

Volgens Lawson en McCann is de toename van de welvaar van gezinnen de reden waarom de Fed zich ondanks de hoge schulden minder zorgen maakt over de financiële stabiliteit.

Toch zou het ook hier beter zijn als de gemiddelde Amerikaan zijn koerswinst op de beurs zou aanwenden om krediet af te lossen.