VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Volgens de rechter zouden de vorderingen van gedupeerde beleggers tegen LCI-bestuurders zijn verjaard. De VEB heeft beroep ingesteld tegen dit oordeel. Ook de zaak tegen voormalig LCI-accountant Pwc loopt nog.

Een paar maanden voor de ondergang in 2001 spiegelde technologiebedrijf LCI zijn aandeelhouders nog forse winsten voor.

Door fraude, falend management en luchtkastelen hebben beleggers uiteindelijk voor 300 miljoen euro schade geleden.

Na een lange enquêteprocedure daagde de VEB in 2011 de bestuurder, commissarissen en accountant PricewaterhouseCoopers (PwC) voor de rechter. De VEB wenst de schade te verhalen en compensatie te verkrijgen voor gedupeerde beleggers.

Hoger beroep
Net als in de Deloitte-zaak speelt de vraag of de VEB bevoegd is de vorderingen van haar achterban te stuiten. Bestuurders Asseer en de commissarissen menen dat de vorderingen zijn verjaard.

De Rechtbank Amsterdam heeft begin 2014 geoordeeld dat de vorderingen zijn verjaard. De VEB heeft hoger beroep ingesteld tegen dit verrassende oordeel.

Verjaring
De procedure tegen accountant PwC loopt nog. Ook PwC heeft zich inmiddels op verjaring beroepen. Deze procedure en een eventueel hoger beroep kunnen nog enige jaren duren.