VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De VEB zal dinsdag op de aandeelhoudersvergadering tegen het beloningsbeleid stemmen.
Ondanks een flink lagere omzet, kasstroom en nettowinst krijgen bestuurders aanzienlijke cashbonussen toegekend over 2015, terwijl aandeelhouders hun belegging in dat jaar flink in waarde hebben zien dalen. De bonus getuigt niet van voldoende voeling met stakeholders, juist op een moment dat dit van cruciaal belang is voor de toekomst van Shell.

Bestuursvoorzitter Ben van Beurden ontving met 3,5 miljoen euro bijna zijn maximaal haalbare jaarbonus. Dat komt overeen met net iets minder dan 2,5 keer zijn basissalaris van 1,43 miljoen euro.

Financieel directeur Simon Henry krijgt 2,05 miljoen euro als cashbonus, tweemaal zijn vaste salaris. Dit blijkt uit het recente jaarverslag van de Nederlands-Britse olie- en gasreus.


Vooruitblik

Shell houdt komende dinsdag haar jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in het Scheveningse Circustheater.

Daar zullen beleggers ook de hoge bonussen in relatie tot de matige financiële prestaties tot onderwerp van gesprek maken.

Beleggersvereniging VEB vindt de stevige bonussen en salarisverhogingen voor de top een verkeerd signaal naar de markt in een tijd waarin winsten onder druk staan door de malaise op oliemarkten, er flink gesneden dient te worden in het personeelsbestand en er grote onzekerheid is over de houdbaarheid van het dividend en de integratie van het recent overgenomen BG Groep.

Behalve beleggersvereniging VEB hebben ook stemadviesbureau Glass Lewis en meerdere professionele beleggers aangegeven dat de resultaten van het olie-en gasconcern reden zijn voor minder ruimhartige bonussen.

Net als ieder jaar legt Shell het beloningsverslag met uitleg over de toegekende cashbonus en lange termijn variabele beloning voor aan aandeelhouders. De uitkomst van de stemming is overigens niet bindend.

De VEB blikt alvast vooruit op de bijeenkomst waarin ook de recente overname van het Britse BG Group, de houdbaarheid van het dividend en duurzaamheid de revue zullen passeren.  

 

Bijna maximale bonus

De cashbonus rechtvaardigt Shell door erop te wijzen dat beide bestuurders hun doelstellingen voor 2015 ruimschoots hebben gehaald.

De beloningscommissie geeft in het jaarverslag aan dat bestuurders op drie factoren zijn afgerekend.

Dat zijn behalve de operationele kasstroom, die voor 30 procent meetelt voor de cashbonus, ook de niet-financiële doelstellingen ‘operationele excellentie’ (weging 50 procent) en duurzame ontwikkeling (‘sustainable development’).

De operationele kasstroom kwam vorig jaar met ruim 30,7 miljard dollar hoger uit dan de interne doelstelling van 28 miljard dollar.

Ook op de andere criteria presteerde Van Beurden en cfo Henry volgens Kleisterlee goed. Die twee niet-financiële parameters bestaan ieder uit vier tot vijf onderdelen. Zo valt onder operationele excellentie het binnen de tijd en budget opleveren van nieuwe projecten en de olie- en gasproductie die beschikbaar is voor verkoop. In de categorie duurzaamheid kijkt Shell bijvoorbeeld naar het aantal ongevallen.

Kleisterlee lauwert Van Beurden in het jaarverslag om zijn ‘sterke leiderschap’. ‘Van Beurden heeft de bedrijfsstructuur aangepast aan een voorziene toekomst met een sterke nadruk op diepwater en gas. Ook toonde hij zichtbaar leiderschap bij de overname van BG’, aldus Kleisterlee.

De variabele beloning had nog hoger kunnen uitvallen als commissarissen geen gebruik hadden gemaakt van hun discretionaire bevoegdheid tot een neerwaarts bijstelling.

In het jaarverslag laat de beloningscommissaris optekenen dat ‘vele onderdelen van Shell op het gebied van veiligheid beter scoorden dan ooit, maar er toch zeven ongevallen met dodelijke afloop hebben plaatsgevonden. Bovendien waren er enkele incidenten, waaronder een grote brand, en is Shell gestopt met het Carmen Creek project’.

 

Wrevel

De hoge cashbonus wekt wrevel bij Shell-beleggers omdat de financiële resultaten van het bedrijf teleurstellen.

Zo was de nettowinst slechts twee miljard dollar. In ieder geval de afgelopen 15 jaar kwam het nettoresultaat niet zo laag uit.

Bovendien was de netto operationele kasstroom de afgelopen zes jaar alleen in 2010 lager. Toen hield Shell zo’n 27,4 miljard dollar over aan het oppompen en verkopen van olie en gas. Het afgelopen jaar was dat met ongeveer 30 miljard dollar nipt meer.

Daar komt bij dat de recente overname van BG zich nog moet bewijzen. Door die acquisitie is de schuldenlast van het concern inmiddels opgelopen tot zo’n 70 miljard dollar. Dat schuldniveau noopt Van Beurden tot acties om de balans te versterken.

Terwijl de Amsterdamse hoofdindex aex gedurende twee jaar (2014 en 2015) een totaalrendement (beurskoersontwikkeling en dividend) opleverde van ruim 16 procent, keken Shell-beleggers over die periode aan tegen een verlies van bijna negen procent. Shell deed het dus ruim 25 procent slechter dan de index.

 

Dividendgat

De matige koersprestatie kan niet los gezien worden van angst in de markt over de houdbaarheid van het dividend.

De Britse cfo Henry heeft aandeelhouders toegezegd dit jaar in totaal 1,88 Amerikaanse dollar per aandeel uit te keren. Aangezien de uitkering over het eerste kwartaal binnen enkele weken zal worden bijgeschreven kunnen aandeelhouders daarna nog rekenen op drie keer een uitkering van 0,47 dollar. Voor 2017 en verder geeft Shell geen concrete verwachtingen.

Het torenhoge dividendrendement van de oliegigant – dik 7 procent – weerspiegelt de vrees van beleggers dat dividenden in de toekomst lager zullen uitvallen.

Het huidige dividendbeleid van Shell bestaat uit slechts één regel:

Ons beleid is om het dividend in Amerikaanse dollars in lijn te laten groeien met onze visie op de onderliggende winsten en cash flows” (vertaling uit het Engels, redactie).

Terugkijkend had de combinatie Shell-BG Groep in 2014 en 2015 respectievelijk 3,6 miljard dollar en 10,7 miljard dollar cash flow te kort om de royale dividenden te kunnen blijven uitkeren, zo blijkt uit berekeningen van de VEB.

Topman Van Beurden en financieel directeur Henry moesten bij de bank langs en voor miljarden aan bezittingen verkopen om het dividendlek te dichten.

 

Niet houdbaar

Ondanks forse kostenbesparingen en een rem op investeringen zal de cash flow ook dit jaar onvoldoende zijn om het dividend te kunnen betalen als de olieprijs laag blijft.

Doordat Shell’s balans door de overname van BG Group is verslechterd wordt lenen om het dividend intact te houden steeds lastiger en blijft alleen de verkoop van activiteiten over als het belangrijkste fundament onder het dividend.

De oliegigant heeft aangekondigd om tussen 2016 en 2018 voor liefst 30 miljard dollar aan bezittingen te verkopen. Door de lage olieprijs is echter de vraag of het verstandig is om nu een grote uitverkoop te houden. In het huidige klimaat is de kans klein dat de hoofdprijs gerealiseerd zal worden. 

Alles bij elkaar dwingt de nieuwe realiteit op energiemarkten Shell de uitkering te heroverwegen: het wordt steeds duidelijker dat het huidige beleid eigenlijk ongeoorloofd is.

Het is voor beleggers niet leuk om te horen, maar een stabiele – of zelf groeiende – uitkering past niet bij een zeer kapitaalintensief bedrijf dat sterk afhankelijk van de schommelende prijzen op olie- en gasmarkten.

Een dividenduitkering die meer afhankelijk is van de stand van oliemarkten lijkt onvermijdelijk en op de lange termijn en veel beter voor het concern. De VEB zal op de aandeelhoudersvergadering het standpunt innemen dat het concern financieel dreigt te worden uitgehold als Shell de huidige dividenduitkeringen blijft voortzetten.


Groene
Resolutie

Op de agenda staat ook een resolutie van de activistische aandeelhouder Follow This.  Die roept Shell op een duurzaam energiebedrijf te worden en te stoppen met het zoeken naar nieuwe olie- en gasbronnen.

Voor de meeste beleggers, waaronder de VEB, is de noodzaak onmiskenbaar dat Shell moet verduurzamen om op de lange termijn bestaansrecht te hebben. De resolutie van Follow This is sympathiek, maar extreem en daardoor in uitvoering operationeel te belemmerend voor Shell in zijn inspanningen om de energietransitie effectief en efficiënt te adresseren.

Een stem “voor” zou impliceren dat Shell bijvoorbeeld niet meer mag investeren in jonge en oude bestaande olievelden die rendabel geëxploiteerd kunnen worden. Sterker, bij een compleet verbod op investeringen in fossiele energiebronnen, bestaat het risico dat de accountant Shell zal dwingen af te boeken op grote projecten waardoor de balans verder zal verzwakken en mogelijk het bedrijf in de knel komt met bankafspraken. Ook zou Shell in de problemen kunnen komen omdat het investeringsafspraken bij joint-ventures niet na kan komen.   

In het kort zou het voorstel het management alle handelingsvrijheid die nodig is om een bedrijf te runnen en de continuïteit te waarborgen afpakken waardoor het onmogelijk wordt gemaakt waarde te creëren voor aandeelhouders.

Ook is de markt voor duurzame projecten eenvoudigweg te klein om de miljarden van Shell rendabel aan het werk te zetten.

De VEB zal daarom tegen de resolutie stemmen. Wel zal de VEB Shell vragen om helder uiteen te zetten hoe het concern denkt geld te verdienen in een wereld die versneld afscheid wil nemen van fossiele brandstoffen ten faveure van groene energiebronnen.  

 

 




Gerelateerde artikelen