VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In Effect 6, die vorige week bij de leden van de VEB bezorgd werd, staat een boeiend interview met de Duitse topeconoom Hans-Werner Sinn.

Hans-Werner Sinn (70) wordt ook na zijn pensionering in 2016 de bekendste en meest invloedrijke econoom van Duitsland genoemd. Van 1999 tot 2016 was hij de president van denktank IFO in München en economisch adviseur van de Duitse regering. Sinn behoort tot de grote critici in Europa van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Met zijn recent verschenen autobiografie Auf der Suche nach der Wahrheit haalt Sinn opnieuw de bestsellerlijsten. Vakbondsbazen, linkse politici en ‘eurofielen’ kunnen zijn bloed soms wel drinken. Maar dat hij tegen Europese integratie en een muntunie is, ontkent Sinn stellig. We ontmoeten de zoon van een taxichauffeur uit Bielefeld op zijn werkkamer in een welvarende wijk in München.

In uw biografie benadrukt u diep in uw hart een sterke voorstander te zijn van Europese integratie. Klopt dat wel?
“Ja, natuurlijk, bijna alle Duitsers zijn dat. Je weet dat de geschiedenis implicaties heeft. Je zult niet veel Duitsers vinden die een onafhankelijk pad op willen. Ik ben een criticus van bepaalde beleidsmaatregelen en instellingen in Europa, omdat ik vrees dat ze het Europese project schaden. Er is geen alternatief voor Europese integratie en juist daarom moeten we onze koers zorgvuldig debatteren en uitstippelen.”

De crisis zoals die nu gaande is, waar hebben we dit eerder gezien?
“Ik denk vaak aan Japan. De Japanse zeepbel barstte in 1990 en zeven jaar later, in 1997, waren de banken in moeilijkheden. Dus je bent een paar jaar in staat om de waarheid te verbergen, maar dan komt het probleem echt tevoorschijn. We zijn dicht bij dat punt in Europa.”

Hoe gaat Draghi de boel rechtbreien?
“Door geleidelijk de dosis te verlagen. Mario Draghi zal dat overlaten aan zijn opvolger. Het is heel moeilijk om die rommel op te ruimen. Als de ECB haar beleid tracht te ontspannen, zal Italië in grote problemen komen. Het is eenrichtingsverkeer, dit ECB-beleid. Je kunt de rentevoeten verlagen, maar een weg terug is heel lastig.”

“De whatever it takes-belofte van Mario Draghi in 2012 was een omslagpunt. In feite werden er Euro-obligaties gemaakt van staatsobligaties. Dat heeft de spreads verminderd die tot 2012 opnieuw waren toegenomen. Deze  tweede spreadreductie kwam van Draghi. Het was een gratis verzekering.”

Veel landen doen het inmiddels goed met een vrij sterke bbp-groei. Het werkt dus toch?
“Maar het concurrentievermogen in de meeste landen is niet hersteld. Neem de GDP-deflator ten opzichte van de rest van de eurozone, noch Portugal noch Italië deed iets in de afgelopen tien jaar, nul.”

Kwantitatieve verruiming heeft de reële economieën dus niet ondersteund?
“De binnenlandse economie wel omdat de overheden weer goedkoop konden lenen. Door de grotere rol van de overheidssector zijn er banen gecreëerd en lopen de lonen op. Je hebt de hogere levensstandaard, je hebt de middelen, maar het zal de maakindustrie niet helpen. Je geeft de landen de Hollandse ziekte. Toen Nederland in de jaren zestig de gasvoorraden vond, stegen de inkomsten uit de gasuitvoer en de lonen in de publieke sector en de energiesector. De binnenlandse sector werd gestimuleerd en de invoer nam toe maar ook het concurrentievermogen van de Nederlandse exportindustrie werd ondermijnd door de hogere lonen. De Dutch Disease is vandaag ook in Zuid-Europa zichtbaar.”

Dit zijn enkele vragen en citaten. Lees het volledige interview in Effect 6.

Effect, het magazine van de VEB, staat iedere maand bol van beleggingsnieuws en analyses. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word lid van de VEB, u ontvangt Effect dan iedere maand gratis.