VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Philips neemt nog een stap om een echt zorgtechnologiebedrijf te worden. Na de televisies en lampen gaan ook de huishoudelijke apparaten eruit. Tandenborstels en scheerapparaten blijven voorlopig wel aan boord.

Philips verwacht dat er een grote interesse zal zijn voor ‘Domestic Appliances’, zoals het bedrijfsonderdeel heet dat huishoudelijke apparaten maakt zoals stofzuigers, koffieapparaten en de momenteel succesvolle airfryer friteuse.

Het bedrijf maakte dinsdag bij de jaarcijfers bekend dat het onderdeel waarschijnlijk wordt verkocht. Een beursgang behoort ook tot de mogelijkheden, want het gaat hier om een bedrijf met een miljardenomzet. Het proces zal een jaar tot achttien maanden duren.

Bestuursvoorzitter Frans van Houten prees het onderdeel tegenover analisten in de presentatie over de jaarcijfers. Domestic Appliances is goed voor 2,3 miljard euro omzet en heeft een operationele winstmarge in de dubbele cijfers.

De opbrengst zal voor een deel worden gebruikt voor aankopen, aldus de topman. Daarmee wil Philips de samenstelling van de activiteiten verder versterken en meer focus geven. Dat zal in de praktijk betekenen dat Philips nog meer focus krijgt op de zorgtechnologie waarmee het zich nadrukkelijk profileert.

Personal Health blijft vreemde eend
Domestic Appliances zit nu nog weggestopt in het onderdeel Personal Health. Het is hier de grootste activiteit. In 2018 kwam bijna een derde van de omzet van de divisie uit de verkoop van huishoudelijke apparaten. Toch zal Personal Health ook na deze verkoop een beetje een vreemde eend in de bijt blijven.

Een groot deel van de achterblijvende activiteiten bestaat namelijk uit consumentenproducten: mondverzorging, scheerapparaten en luchtzuiveringsapparaten. Dat heeft weliswaar met verzorging of gezondheid te maken, maar is toch een heel ander soort activiteit dan het verkopen van totaaloplossingen aan ziekenhuizen of leveren van geavanceerde medische apparatuur.

Toekomst van de zorg
In een interview met Effect zei Van Houten in 2018 daar geen bezwaar in te zien. “Wij vinden het vermogen om ook producten en diensten te kunnen leveren aan consumenten van essentieel belang met het oog op de toekomst van de zorg.” Apparaten in de badkamer moeten ook gezien worden als een vorm van zorgtechnologie.

De bestuursvoorzitter houdt daar nu ook aan vast. “Mondzorg en andere persoonlijke verzorging zijn relevante drijvers. We blijven doorgaan met innoveren op deze terreinen”, zei hij bij de jaarcijfers.

De transformatie van Philips tot een bedrijf dat zich richt op zorgtechnologie krijgt met deze verkoop dus een nieuwe impuls.

Het is onduidelijk of beleggers overtuigd zijn van de noodzaak van deze stap: het aandeel noteert dinsdagmorgen zo’n 3 procent lager in een vlakke AEX, maar dat lijkt vooral het gevolg van de tegenvallende vierde kwartaalcijfers. De vergelijkbare omzet steeg met 3,3 procent, terwijl de markt op 5,2 procent rekende. Het bruto bedrijfsresultaat (ebitda) kwam uit op 1,1 miljard euro, ook dat was onder de verwachting.