VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Door corona was het pleidooi al een keer uitgesteld. Toch is er door een processuele truc van de Staat nog altijd geen duidelijkheid over de vraag of er een definitief oordeel komt over de waarde van de op 1 februari 2013 onteigende SNS-effecten. Kort voor de zitting gooide de Staat een nieuw rapport van Deloitte over de schutting.

De VEB vindt het een staaltje guerrilla-procesvoering. In nettere juristentaal: in strijd met de goede procesorde. Toch is er een kans dat de Ondernemingskamer rekening moet houden met de nieuwe informatie. De Ondernemingskamer moet zelfstandig de waarde van de onteigende effecten bepalen en kan dus acht slaan op de nieuwe informatie.

In de schadeloosstellingsprocedure wordt de waarde van de SNS-effecten (zowel de onteigende aandelen als de eveneens onteigende obligaties) bepaald op het moment van nationalisatie. Eind april 2018 hebben de drie door de Ondernemingskamer benoemde deskundigen hun deskundigenbericht gepubliceerd. Op 16 april 2019 volgde de uitspraak van de Ondernemingskamer. Dat was echter geen definitieve uitspraak, de Ondernemingskamer verlangde een aanvullend deskundigenbericht.

Dit kwam op 21 november 2019 en daaruit bleek dat de totale waarde van (andere dan in handen van de Staat zijnde) aandelen SNS Reaal 0 blijft. Voor de houders van achtergestelde obligaties is er een klein plusje vergeleken met de eerder gerapporteerde waarde in het oorspronkelijke deskundigenrapport: tot 75 procent, afhankelijk van de achterstelling. Het is niet duidelijk of deze waardering overeind blijft in de einduitspraak.

De advocaat van de Minister liet tijdens de mondelinge behandeling op 29 november 2018 weten dat de vergoeding per gewoon aandeel SNS Reaal toch niet 0 zal zijn. Of de Minister deze toezegging nakomt is niet duidelijk. De Minister heeft zijn procesopstelling al enkele malen veranderd. Hoe hoog de vergoeding uiteindelijk zal zijn, wordt door de Ondernemingskamer bepaald.

Uitspraak over 3 maanden
Aan het eind van de zitting op 24 september 2020 liet de Ondernemingskamer weten dat over 3 maanden een uitspraak volgt. Of dat een einduitspraak is, valt te bezien. De voorzitter liet de mogelijkheid open dat er opnieuw extra toelichting van de partijen op de nieuwe informatie nodig is.

De Staat (en overigens ook de andere partijen) kunnen daarna nog in cassatie gaan tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer. De gang naar de Hoge Raad kan wel twee jaar duren. Om te voorkomen dat in de tussentijd de betaling wederom wordt uitgesteld, heeft de VEB de Ondernemingskamer gevraagd om de uitspraak “uitvoerbaar bij voorraad” te verklaren. Dit zou betekenen dat ook bij cassatie, de uitspraak moet worden nagekomen.

Voor de Staat zal de onteigeningsprocedure sowieso een dure grap blijken. De Staat dient ook de kosten te betalen van de meer dan 15 partijen die in het geding zijn verschenen. Een deel van het debat ging dan ook over de hoogte van de advocaatkosten.

Enquêteprocedure
De VEB is al eerder een enquêteprocedure gestart zodat onderzoek kan worden gedaan naar mogelijk wanbeleid bij SNS voorafgaand aan de nationalisatie. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek zijn van groot belang in een eventuele aansprakelijkheidsprocedure. De VEB is kritisch op het handelen van de betrokken SNS bestuurders, commissarissen en de accountants die ongeclausuleerde goedkeurende verklaringen bij de jaarrekeningen hebben verstrekt.

De Ondernemingskamer heeft in 2018 drie onderzoekers benoemd die met het onderzoek zijn begonnen. De kosten van dit onderzoek, die in beginsel voor rekening van de onderzochte onderneming zijn, lopen inmiddels op tot 3 miljoen euro. De uitkomsten van het onderzoek worden, ondanks Corona, eind 2020 verwacht.