VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Met de vergadering van het bestuur van de centrale bank van Australië begint op 1 december een heuse centrale bankenmaand. Dat is voor beleggers iets om terdege rekening mee te houden.

Na de monetaire ridders down under, nemen ook hun collega’s uit Canada, de eurozone, de VS, het VK en Japan plaats achter hun ronde tafels. De maand wordt afgesloten in Nieuw-Zeeland, waar de centrale bankiers op de laatste dag van het jaar bij elkaar zullen komen. En de kans is groot dat ook het rentecomité van de centrale bank van China op die dag vergadert.

Waarschijnlijk zullen verschillende van de genoemde centrale banken, wellicht allemaal, een kerstcadeau voor de markten hebben. De economische opleving na de coronarecessie in de eerste helft van dit jaar loopt door de tweede coronagolf namelijk gevaar. Verschillende indicatoren laten zien dat de economische activiteit na het herstel in het derde kwartaal nu weer vertraagt. De ECB heeft meermaals laten doorschemeren dat de bank op 10 december het monetaire beleid in de eurozone verder zal verruimen.

Het doel is zowel de groei als de inflatie aan te jagen; beiden zijn in de ogen van de centrale bankiers veel te laag. Doorgaans is het effect van een ruim monetair beleid eerst te zien in de groei en daarna, met een vertraging, in de inflatiecijfers. Wat daar meestal nog aan voorafgaat, is een positieve reactie op de beurzen.

Het zou deze keer wel eens langer dan normaal kunnen duren voordat het effect op de koersen te zien zal zijn. Volgens veel economen en analisten is de kans klein dat de inflatie überhaupt zal reageren op wat de centrale banken doen. De inflatie zal de komende jaren zeer waarschijnlijk niet oplopen en áls dat wel gebeurt, dan nog is er niets aan de hand. Centrale banken kunnen de rentes verhogen. Zij weten wel hoe zij hogere inflatie kunnen beteugelen.

Het is altijd een beetje beangstigend als een grote meerderheid van economen en analisten zeggen dat iets - in dit geval inflatie - geen gevaar vormt omdat het zeer onwaarschijnlijk is.

Ervaring leert dat als er een grote consensus is onder economen en analisten, u daar als belegger kritisch tegenover moet staan. Grote kans namelijk dat wat nu zeer onwaarschijnlijk lijkt, werkelijkheid zal worden op middellange termijn.

Het is niet uitgesloten dat de inflatie de komende jaren onverwacht klimt. 2021 wordt het jaar van het begin van economisch herstel van de coronarecessie van 2020.

Doorgaans gaan economisch herstel en inflatie hand in hand. Op een wat langere termijn komen daar demografische factoren bij. In het kort: arbeid wordt schaarser. Wat schaarser wordt, wordt duurder. Als arbeid duurder wordt, betekent dat dat lonen omhoog gaan. Als lonen omhoog gaan, rekenen bedrijven dat door aan de consument. Als zij dat doen, gaan de prijzen omhoog. Dat is prijsinflatie.

Globalisering drukte de inflatie afgelopen decennia stelselmatig omlaag. Maar globalisering staat onder druk. Ook dat werkt inflatieverhogend.

Tot slot is er inflatiebrandstof, het geld in omloop. Daarvan is er dankzij de centrale banken meer dan genoeg. Centrale banken die overigens duidelijk aangeven geen plannen te hebben dat geld weer uit de economie te halen.

Maar ook als de inflatie toch stijgt, kunnen beleggers rustig slapen, klinkt het vaak, omdat de centrale banken de rentes kunnen verhogen om die onwelkome gast de deur te wijzen. Het is echter de vraag of ze dat zullen willen? Het antwoord is nee.

Het risico op een aardbeving op de financiële markten, bankiers noemen dat financiële instabiliteit, wordt dan veel te groot. Dat is al eens eerder gebeurd. In 2018 verhoogde de Fed de rente en de bank was van plan daar in 2019 mee door te gaan. Echter, toen de Fed-rente de 1,25 procent aantikte, duikelden koersen in elkaar. Financiële instabiliteit werd realiteit en een recessie leek aanstaande. Veel huishoudens, bedrijven en overheden kunnen een beetje hogere rente al niet aan door de hoge schulden die ze hebben. Blijkbaar is 1,25 procent al te hoog. Dat is zorgwekkend omdat als de inflatie op middellange termijn wel klimt, een centrale bank toch echt meer dan 125 basispunten nodig heeft om een te forse inflatiestijging te voorkomen.

Vertaald naar een beleggingsportefeuille met een beleggingshorizon van vijf jaar en langer, zou ik een zo uitgebreid mogelijke mix aanbrengen en daarin de voorkeur geven aan aandelen en alternatieve beleggingen met een vleugje goud en zilver en vastgoed. Obligaties zou ik niet mijden, maar dit wel doen via een goed gespreid fonds dat een korte duration heeft. Enige ruimte reserveren voor een scheutje inflation linked bonds kan ook verstandig zijn.

En de centrale banken goed in de gaten houden want die zijn allesbepalend tegenwoordig!

Dit is een bijdrage van Edin Mujagić, hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer. Mujagić deelt zijn macro-economische overpeinzingen ook regelmatig in Effect. De visie in dit artikel is niet noodzakelijkerwijs ook de visie van de VEB.

Effect, het magazine van de VEB, staat bol van beleggingsnieuws en analyses. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect iedere maand.