VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Vanaf 2013 is geprocedeerd over de waarde van de onteigende SNS effecten. Met de beschikking van de Ondernemingskamer van vandaag is eindelijk duidelijkheid over de waarde per aandeel: 0,0 euro cent. Er is wel een vergoeding vastgesteld voor (achtergestelde) obligaties en andere effecten van in totaal ruim 804 miljoen euro.

UPDATE 11 mei 2021 inzake SNS schadeloosstellingsprocedure: De Staat gaat in cassatie tegen de beschikking van 11 februari 2021. Door de cassatie zal de uitkering aan de onteigende effectenbezitters worden opgeschort. Naar verwachting zal de cassatie ongeveer 1,5 - 2 jaar in beslag nemen. De cassatiegronden van de Staat zijn op dit moment nog niet bekend. 

 
In de schadeloosstellingsprocedure werd de waarde van de SNS-effecten (zowel de onteigende aandelen als de eveneens onteigende obligaties en andere achtergestelde effecten) bepaald op het moment van nationalisatie op 1 februari 2013. Partijen kunnen nog in cassatie gaan tegen de beschikking van de Ondernemingskamer. De VEB bestudeert op dit moment de beschikking en zal later besluiten of zij al dan niet in cassatie gaat.

De waardebepaling van de SNS effecten op 1 februari 2013 staat los van andere vorderingen tot schadevergoeding van gedupeerde SNS aandeelhouders. De VEB is al eerder een enquêteprocedure gestart zodat onderzoek kan worden gedaan naar mogelijk wanbeleid bij SNS voorafgaand aan de nationalisatie. 

VEB-directeur Paul Koster: De vaststelling van de waarde van 0 cent per SNS-aandeel op 1 februari 2013 is, ruim 8 jaar na onteigening, moeilijk te verteren. Ik ben blij dat de obligatiehouders wel nog een vergoeding krijgen. De VEB is zeer kritisch op het handelen van de betrokken bestuurders, commissarissen en accountant voorafgaand aan de onteigening. Zij hebben mogelijk een onjuist beeld gegeven van de situatie bij SNS in de jaren voor de onteigening. Dat bleek alleen al uit de laatst bekende beurskoers van 84 cent per aandeel. Wij kijken uit naar de uitkomsten van het enquêteonderzoek. Dan zal meer duidelijk worden over het handelen van de betrokken partijen. Als het onderzoek daar aanleiding toe geeft zullen wij zeker tegen de betrokken partijen procedures starten om schadevergoeding voor de gedupeerde SNS effectenbezitters te vorderen”.

In de beschikking is de volgende waarde per effect vastgesteld: 

gewone aandelen SNS Reaal; € 0 

aandelen B SNS Reaal; € 0 

Stichting Beheer SNS Reaal Core Tier 1 securities; € 0 

6.258% achtergestelde obligaties SNS Reaal; € 168.900.000 

8.45% achtergestelde obligaties SNS Reaal; € 50.100.000 

11.25% achtergestelde obligaties SNS Bank; € 244.900.000 

5.75% achtergestelde obligaties SNS Bank; € 8.500.000 

6.25% achtergestelde obligaties SNS Bank; € 204.400.000 

6.625% achtergestelde obligaties SNS Bank; € 29.000.000 

SNS Participatie Certificaten 3; € 51.000.000 

€ 5 million 4% Floating Rate achtergestelde obligaties SNS Bank; € 3.900.000 

Enquêteprocedure inzake SNS 
De uitkomsten van het enquêteonderzoek zijn van groot belang in een eventuele aansprakelijkheidsprocedure. De VEB is kritisch op het handelen van de betrokken SNS bestuurders, commissarissen en de accountants die ongeclausuleerde goedkeurende verklaringen bij de jaarrekeningen hebben verstrekt. 

De Ondernemingskamer heeft in 2018 drie onderzoekers benoemd die met het onderzoek zijn begonnen. De kosten van dit onderzoek, die in beginsel voor rekening van de onderzochte onderneming zijn, lopen inmiddels op tot 3 miljoen euro. De uitkomsten van het onderzoek worden in de loop van 2021 verwacht. 

Uitkering laat nog op zich wachten 
De houders van onteigende obligaties en effecten waaraan wel een vergoeding is toegekend, zullen nog even geduld moeten hebben voordat zij de door de Ondernemingskamer vastgestelde vergoeding ontvangen. De schadeloosstelling is pas betaalbaar vier weken nadat de beschikking van de Ondernemingskamer definitief vaststaat, zo volgt uit de wet. Ook als de Staat niet in cassatie bij de Hoge Raad gaat, hoeft de Staat dus pas na de cassatietermijn van drie maanden plus genoemde vier weken te betalen. Op zijn vroegst zal de uitkering dus pas na 8 juni 2021 plaatsvinden. Gaat de Staat (of andere partijen) in cassatie dan zal dat nog later zijn.


Media contact: Paul Coenen (adjunct-directeur VEB/advocaat), info@veb.net