VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De AEX opende donderdag hoger, gesteund door de milde toon die Federal Reserve-baas Jerome Powell de avond ervoor aansloeg. De Amerikaanse centrale bank verwacht dat de economie zal herstellen en dat de inflatie matig blijft, zodat de rente niet voor 2024 zal worden verhoogd. Het beleid blijft ongewijzigd en dat is gunstig voor aandelen, stelt ook Edin Mujagić.

De leden van het rentecomité van de Amerikaanse centrale bank maken continu een inschatting voor zichzelf over de ontwikkeling van zaken zoals economische groei, inflatie en werkloosheid. Tot 2012 hielden ze die voor zich, sinds 2012 publiceert de bank die schattingen eens per kwartaal in een zogeheten dotplot of puntenwolk. Waarom? Om zo transparanter te zijn over het monetaire beleid en de vooruitzichten daaromtrent, aldus de Fed in 2012. De bank wil onzekerheid zoveel mogelijk wegnemen: financiële markten houden niet van verrassingen. Het gebruik van die puntenwolk heeft zijn tienjarig jubileum niet gehaald.

Want het voorgenomen beleid was als volgt: als de inflatie zo’n 2 procent bedraagt, het liefst ietsje meer en structureel, en er sprake is van volledige werkgelegenheid, ongeveer gelijk aan circa 4 procent werkloosheid, zal de Fed de monetaire koers wijzigen. Dan zou het opkopen van obligaties worden afgebouwd en zouden renteverhogingen weer in zicht komen.

Iets meer dan 2 procent inflatie en structureel en zo’n 4 procent werkloosheid dus. Kijken we naar de puntenwolk van 17 maart, dan zien we dat de gemiddeldimpee schatting is dat de inflatie in 2022 en 2023 2,1 procent per jaar zal bedragen en werkloosheid 3,7 respectievelijk 3,5 procent.

Tel dat alles bij elkaar op en de conclusie is dat het niet de vraag is of, maar wannéér de Fed in de komende 24 maanden zal starten met renteverhogingen en de afbouw van obligatieaankopen. Maar zo zal het niet gaan, bleek woensdag. 

De eerste reden is dat de Fed vreest dat de inflatie níet naar die gewenste 2 procent en ietsje meer zal klimmen als de rente te snel hoger wordt. En over werkloosheid: die is nu “onvoldoende als indicator” zei Fed-voorzitter Jerome Powell.

Om de temperatuur van de arbeidsmarkt, het zorgenkindje van de Fed, te meten, kijkt de bank nu naar allerlei indicatoren, waaronder de werkloosheid per bevolkingsgroep en nog heel andere indicatoren. Dus dat aan de oude werkloosheidsvoorwaarde volgend jaar al voldaan gaat worden is misschien leuk voor de statistieken maar beleidsrelevantie zal nihil zijn.

Voor de Fed is het voortaan ‘eerst zien dan geloven’, als het om de inflatie gaat. Dat is een behoorlijke wijziging van de modus operandi.

Normaliter werkt een centrale bank met verwachtingen en voorspellingen en past ze haar beleid daarop aan. Als de monetaire ridders de inflatie 1 à 2 jaar vooruit voldoende hoog zien worden, zorgen ze ervoor dat de monetaire sluizen nu al wat meer gesloten worden. Dat heeft te maken met vertragingen in wat economen het transmissiemechanisme noemen. Denk aan uw verwarming thuis. De temperatuur gaat niet meteen omhoog als u de verwarming hoger zet, het duurt even. Zo gaat het ook als een centrale bank de rente wijzigt. Het duurt even voordat het effect daarvan op de economische groei en inflatie zichtbaar wordt. Om te voorkomen dat de inflatie te hoog wordt, moet je als centrale bank dus de rente verhogen voordat het zo ver ís want als het zo ver is, ben je te laat, er is niets meer aan te doen door die vertraging.

Die aanpak is voltooid verleden tijd. Vanaf nu gaat het niet om voorspellingen of verwachtingen over inflatie maar om daadwerkelijke gegevens, aldus Powell. “We gaan geen anticiperend beleid meer voeren, we zullen wachten op daadwerkelijke vooruitgang en gegevens en niet afgaan op voorspellingen. Dat is een nieuwe aanpak en we moeten geloofwaardig maken dat we dat ook menen. De enige manier dat te doen is... dat doen, laten zien dat we dat we voortaan zo te werk gaan.”

De vraag waar iedere belegger op zat te wachten, namelijk over wat de bank vindt van de gestegen en stijgende lange termijn rentes in het land, werd verrassend genoeg pas na ruim 20 minuten in de persconferentie gesteld. Powell ging daar niet duidelijk op in. Normaliter is hij iemand die serieus op alle vragen in gaat. Deze keer liet hij dat na en dat is te zien als een hint dat de Fed niet van plan is iets aan die stijging van de rentes te doen. Dat zal het effect ook wel zijn de komende weken. Toch zie ik het anders.

Stel nou dat Powell had gezegd dat de oplopende rentes op de Amerikaanse kapitaalmarkt een bron van zorg zijn voor de Fed. Grote kans dat er op de financiële markten grote onrust was ontstaan. Immers, als de Fed-baas zegt dat een tienjarige rente van pak ‘m beet 1,5 procent nominaal (nagenoeg 0 procent in reële termen) het herstel van de Amerikaanse economie frustreert, dan zegt dat niet veel goeds over de staat van die economie. Met andere woorden: de Fed zit gevangen, de bank kan niet zeggen zich wel of geen zorgen te maken. En dan moet je het dus zoeken in het ontwijken van de vraag of een heel vaag antwoord geven, precies wat hij deed.

Voor dit jaar verwacht de Fed-baas stevig economisch herstel als gevolg van inentingen en het nieuwe Amerikaanse steunpakket van 1.900 miljard dollar, maar dat herstel is wel omgeven met grote onzekerheid, simpelweg omdat we nog nooit een herstel na een mondiale pandemie hebben meegemaakt, niet weten hoe en in welke mate de economie beschadigd is door de pandemie en ook niet hoe die zal reageren op zo’n ongekende steun.

Maar wat er ook gebeurt de komende jaren, een minder ruim monetair beleid in de VS lijkt er niet in te zitten.


Dit is een bijdrage van Edin Mujagić, hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer. Mujagić deelt zijn macro-economische overpeinzingen ook regelmatig in Effect. De visie in dit artikel is niet noodzakelijkerwijs ook de visie van de VEB.

Effect, het magazine van de VEB, staat bol van beleggingsnieuws en analyses. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect 11 keer per jaar.