VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Als belegger ben ik altijd weggebleven van conglomeraten. Ik was niet de enige, want holdings die bestaan uit een onsamenhangend allegaartje van dochters die allerlei markten bestrijken, worden laag gewaardeerd op de beurs. GE was jarenlang een uitzondering op die regel, maar dat is na vertrek van de gevreesde bestuursvoorzitter “neutron” Jack Welch volledig rechtgezet.

Philips was in ieder geval geen uitzondering. Lampen, computers, microchips, lithografische machines, scheerapparaten, wasmachines, koffiezetapparaten, stofzuigers, strijkijzers, broodroosters, radio’s, televisies, cassetterecorders, cd-spelers en zelfs een platenlabel, u roept maar. De lijst is verre van uitputtend, want dit voormalige conglomeraat was een alleskunner (lees: “alleswiller”). Een grote en royale werkgever, broedplaats van talloze innovaties, als multinational Hollands glorie in optima forma. Wat zou Eindhoven, inclusief de Philips Sport Vereniging, zijn geworden zonder Philips?  

Voor beleggers was Philips daarentegen vaak een zuur verhaal. Begrijpelijk, want economische rendementen bleven achter. Innovaties verstikten onder de ambtelijke bureaucratie; een kluwen aan managementlagen vertraagde noodzakelijke maatregelen. En lang niet alles wat Philips presteerde was zo geweldig als men deed voorkomen. Zo ergerde ik mij in de jaren tachtig als student mateloos wanneer hoogleraren op de TU – toegegeven, in Eindhoven – dwepend succescases van Philips doceerden, terwijl consumenten ondertussen vrolijk Sony-televisies kochten. 
Natuurlijk wist Philips ook dat een reorganisatie onvermijdelijk was. Die schoonmaak duurde eventjes. Topmannen “centurion” Timmer, Boonstra en Kleisterlee gingen er vanaf 1990 21 jaar lang met de bezem of hakbijl doorheen. Dochters werden verkocht en bleken op eigen benen ineens ware goudmijnen, met ASML als lichtend voorbeeld. 

Als slotakkoord voltooide bestuursvoorzitter Frans van Houten sinds 2011 het ondenkbare: de afsplitsing van de lichtdivisie. Het voormalige conglomeraat richt zich nu met producten en diensten op de gezondheidszorg. Het betreft een structureel groeiende sector dankzij de vergrijzing, maar ook door toenemende welvaart, vooral in Azië. Philips zet stevig in op kostenefficiënte digitale diensten. Een groeiend deel van de omzet komt voorspelbaar ieder jaar terug. 

De conglomeraatkorting verandert daardoor geleidelijk in een premie. Zo gaan beleggers eindelijk ook profiteren van het vernuft van Philips. 

Dit is een column van Errol Keyner, adjunct-directeur van de VEB

 




Gerelateerde artikelen