VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het is te vroeg om olie af te schrijven. De energiereuzen profiteren van de hoge olie- en gasprijzen en aandeelhouders worden weer beloond met stevige dividenden. De Amerikaanse majors zijn volgens Morningstar-energiestrateeg Allen Good een betere belegging dan hun Europese evenknieën.

Aan het begin van de pandemie twee jaar geleden leek het alsof een belegging in grote oliebedrijven definitief kon worden afgeschreven.

De olieprijs dook onder nul. Er werden zware verliezen geleden. Ook het heilig verklaarde dividend stond steeds vaker ter discussie. Iedere dollar moest in het bedrijf worden gehouden om de crisis te kunnen overleven.

Twee jaar later is het perspectief voor de sector helemaal gedraaid. Door de combinatie van hoge energieprijzen en een jarenlange nadruk op kostenverlagingen boeken de majors nu recordwinsten.

Voor magazine Effect maakte de VEB met Amerikaanse energiespecialist Good een rondgang langs de big five in olieland. Hieronder alvast een voorproefje uit het interview.

Wat is het verschil tussen de majors in Europa en de VS?
“Bij Exxon en Chevron gaat meer dan 90 procent van de investeringen naar olie, gas, raffinage en chemie. Daarnaast investeren ze een miljard of twee per jaar in koolstofarme activiteiten.

De strategie van de Amerikanen is dat ze zich richten op activiteiten die in te passen zijn in de waardeketen van olie en gas, waar de kans op duurzame concurrentievoordelen het grootst is. Denk aan het afvangen en opslaan van CO₂, biobrandstoffen of waterstof.

Bij bedrijven als BP, Total en – in mindere mate – Shell zijn de groene investeringen meer divers van aard. Van het opwekken van stroom uit zon en wind tot distributie en van elektrische laadpaalstations tot uitbreiding van het retail-netwerk (Exxon en Chevron hebben bijna al hun servicestations verkocht, red.). Ze treden meer buiten de gebaande paden in markten waar de concurrentie hevig is.

Naar onze mening zullen de investeringen van de Europese majors een lager rendement opleveren dan die van Exxon en Chevron. Doordat jarenlang op wereldwijde schaal te weinig is geïnvesteerd in olie denken wij bovendien dat er aanbodtekorten zullen ontstaan, waardoor het risico van de Amerikaanse majors ook lager ligt.”

Zal niet ook de druk op Exxon toenemen om te verduurzamen?
“Ik ben geen juridisch expert, maar het risico op milieurechtszaken zoals bij Shell lijkt klein in de VS. Ik moet ook nog maar zien of de uitspraak van de Haagse rechter standhoudt in hoger beroep. In het verleden werden dit soort harde eisen van rechters vaak aangepast of vernietigd. Eerlijk gezegd vind ik de eisen van de rechter ook vrij vaag. Het is onduidelijk wat Shell precies moet doen om de doelen te bereiken. In de VS zal een rechter niet snel een soortgelijk vonnis uitspreken.

We hebben al gezien dat hedgefonds Engine No. 1 aandrong op verandering bij Exxon, dus het risico op (aandeelhouders)activisme acht ik groter dan eventuele rechtszaken. Toch ging de kritiek van Engine No. 1 meer over de gebrekkige investeringsdiscipline en matige financiële prestaties dan over duurzaamheid.”

In hoeverre wijkt de strategie van Shell af van die van BP of Total?
“Vanaf grote hoogte is de strategie van de drie Europese spelers redelijk vergelijkbaar. Ze beperken de investeringen in fossiel, stoppen de winsten uit olie en gas in groene proposities en willen in 2050 allemaal net zero zijn (CO2-neutraal, red.).

Maar wie iets beter kijkt ziet dat de drie geprobeerd hebben hun strategie af te stemmen op de bestaande activiteiten. BP is van oudsher groot in retail en zet nu zwaar in op laadpunten voor elektrische auto’s en hogere verkopen van de servicestations. Daarnaast zet het in op windparken op zee, waar het samenwerkt met Equinor. Total ziet toekomst in zonne-energieparken en biobrandstoffen.

Shell investeert minder in activa die nodig zijn om groene energie op te wekken. Het heeft bijvoorbeeld ook geen expliciete doelen als het gaat om opgewekte stroom uit zon en wind.

Shell streeft een zogenoemd asset light-platformmodel na. Het wil klanten bijvoorbeeld adviseren over hoe zij hun uitstoot kunnen verlagen. De levering van, al dan niet door anderen opgewekte, groene stroom door Shell is hier onderdeel van.”

Groen zonder te investeren. Kan Shell dat waarmaken?
“Dat Shell zich concentreert op het eind van de waardeketen - de klant - in plaats van het begin - de productie van energie - kan ik goed begrijpen.

Door ambitieuze opwekdoelen neer te zetten lopen BP en Total nu het risico is dat ze te duur inschrijven op tenders. De rendementen waren hier al laag, maar nu de inflatie oploopt is het risico dat de ontwikkelkosten van de projecten hoger uitvallen.

Ondertussen is de concurrentie stevig en vraag ik mij af welk concurrentievoordeel BP en Total hier hebben. Voor het aanleggen van windparken op zee kan je nog zeggen dat BP’s expertise over de offshore-oliewinning van pas komt, maar dit geldt niet voor zonne-energieparken die redelijk standaardwerk zijn.

Dat Shell zich probeert te onderscheiden door zich te richten op de consument is dus wel logisch. Maar je vraagt je af of nutsbedrijven of - op een later moment - een BP of Total deze strategie niet gewoon gaan kopiëren. Of het nu gaat om groene stroom, biobrandstoffen of andere energiebronnen: het gaat uiteindelijk allemaal om grondstoffenmarkten. De tijd zal leren of deze strategie van Shell werkt.”

Krijgt Shell deze tijd van beleggers?
“Dat weet ik niet. De olieprijs zal de allesbepalende factor zijn. Als de olieprijs rond het huidige niveau blijft schommelen, dan realiseert Shell hoge kasstromen en rendementen op geïnvesteerd kapitaal en denk ik dat ze de tijd krijgen. Bij hoge olieprijzen is Shell veilig.”

Alle majors maken nu bekend aandeelhouders te belonen met uitkeringen.
“Door de hoge olieprijs kunnen de oliemajors weer meer dividend uitkeren en aandelen inkopen. Dan komt al snel de vraag op of de overtollige cash niet beter gebruikt kan worden voor extra investeringen.

Ik steun de strategie om investeringen gelijk te houden en overtollige cash terug te laten vloeien naar aandeelhouders. Ondertussen moeten de bedrijven er wel voor zorgen dat de schulden niet te hard oplopen, zodat ze kunnen blijven investeren als de olieprijs weer een duikeling maakt.”

In Effect 3, die over twee weken verschijnt, leest u het volledige interview met Allen Good. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect 11 keer per jaar.