VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Voor iemand die het nieuws van een afstand volgt, lijkt een lokaal probleem in Silicon Valley door te sijpelen naar een wereldwijde bankencrisis. Vooral zwakke broeder Credit Suisse kreeg het in Europa flink te verduren.

Na dagen van koersdalingen staat de Zwitserse centrale bank nu klaar om de geplaagde bank van noodsteun te voorzien. Is dit voldoende om Credit Suisse te redden en wordt hiermee een wereldwijde bankencrisis bezworen? Vijf keer vraag en antwoord.

1. Wat speelt er precies bij Credit Suisse?
De problemen of schandalen rond Credit Suisse zijn bepaald niet gisteren of afgelopen week begonnen. De bank kwam het afgelopen decennium al vaker in het nieuws vanwege (de verdenking van) het faciliteren van belastingontduiking en drugshandel. In 2019 bespioneerde het zelfs een concurrent met afluisterapparatuur. In 2021 was Credit Suisse betrokken bij zowel de fiasco’s rondom Greensill als Archegos, waarbij het op die laatste investering 5,5 miljard dollar moest afschrijven.

Vorig jaar brokkelde het vertrouwen in de Zwitserse bank verder af dankzij matige prestaties van de zakenbank. Ook rekeninghouders en rijke klanten verloren vertrouwen. In 2022 verloor Credit Suisse al 160 miljard Zwitserse frank (ongeveer evenveel in euro’s) aan spaargelden van klanten. Dat was ruim 21 procent van het balanstotaal.

Ook bij vermogensbeheer verloor de bank klanten: 96 miljard frank - oftewel 13 procent van het beheerde vermogen - werd door klanten weggehaald. Credit Suisse was vóór afgelopen week al veruit de zwakste broeder onder de Europese banken.

Toen de zorgen van beleggers oversloegen van Amerikaanse banken naar het wereldwijde bankwezen, kregen beleggers opnieuw Credit Suisse in het vizier. Het risico nam toe dat klanten nog meer tegoeden gingen opvragen.

Een bankrun wordt namelijk niet primair veroorzaakt door problemen die de bank heeft, maar hangt vaak meer samen met de perceptie van klanten en de verwachting dat andere rekeninghouders hun geld weg zullen halen. De laatste klant die zijn of haar geld bij een bank weghaalt, is namelijk sowieso te laat en de eerste is altijd op tijd.

Toen de grootste aandeelhouder van Credit Suisse - het staatsfonds van Saudi-Arabië (9,9 procent belang) - gevraagd werd of deze geld bij zou storten, was het antwoord negatief. Een injectie was ingewikkeld vanwege allerlei regelgeving en de bank zou het kapitaal sowieso niet nodig hebben. Maar de geest was daarmee wel uit de fles en de angst sloeg toe. De ECB gooide olie op het vuur door banken in de eurozone te vragen naar de blootstelling aan Credit Suisse. De aandelen van de bank kelderden woensdag met 30 procent.

2. Waarom gingen andere banken ook onderuit?
De problemen van de ene bank kunnen snel de problemen van andere banken worden als zij geld hebben uitgeleend aan de probleembank. De balans van een doorsnee bank is gefinancierd met een procent of vijf eigen vermogen. Er is dus al een probleem als vijf procent van alle uitstaande leningen moet worden afgeschreven. Een bank heeft daarmee een wankel bedrijfsmodel – en dat beseffen beleggers sinds 2008 maar al te goed.

Door de verwevenheid binnen het banksysteem ligt het domino-effect altijd op de loer. Een bank hoeft geen directe blootstelling te hebben aan een probleembank; als andere partijen waar zaken mee wordt gedaan wel zijn blootgesteld, kunnen alsnog moeilijkheden ontstaan.

3. Hoe ziet het Zwitserse reddingspakket eruit?
De Zwitserse centrale bank, de SNB, wierp Credit Suisse woensdagmiddag een reddingsboei toe. Die komt in de vorm van een lening van 50 miljard frank. Binnen Zwitserland is Credit Suisse een van de twee grootste banken en het vervult in dat land een belangrijke systeemfunctie.
De bank maakt gebruik van het noodpakket om het signaal af te geven dat er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn, waardoor rekeninghouders minder geneigd zullen zijn gelden te onttrekken.

Daarnaast maakt Credit Suisse 3 miljard frank beschikbaar om een deel van de 157 miljard frank aan langlopende schulden terug te kopen. Op obligatiemarkten werden obligaties van Credit Suisse verhandeld onder hun nominale waarde. Als Credit Suisse die op een lagere koers inkoopt, heeft het effectief minder terugbetaald voor de lening en maakt het zo winst die het weer kan toevoegen aan de buffers. Tegelijk is het een manier om te laten zien dat de bank genoeg geld heeft om aan haar verplichtingen te voldoen, waardoor vertrouwen hopelijk terugkeert.

4. Kan een wereldwijde bankencrisis hiermee worden voorkomen?
Het reddingspakket moet ervoor zorgen dat andere banken (die eind december 12 miljard frank bij Credit Suisse hadden staan) maar ook particulieren zich een stuk minder zorgen hoeven te maken dat Credit Suisse ze niet terugbetaalt. Dat kan ook helpen om te zorgen dat de Zwitserse bank minder rente hoeft te betalen, zodat er ook op langere termijn een betere overlevingskans is.

Een klein beetje paniek alleen lijkt niet genoeg om een wereldwijde bankencrisis te veroorzaken. In 2008 hadden zowel Europese als Amerikaanse banken reële problemen met Amerikaanse hypotheken waar flink op afgeschreven moest worden. Als in die situatie rekeninghouders weglopen, gaat de bank failliet.

Nu ziet de wereld er toch anders uit. De problemen bij Silvergate en SVB zijn wel ernstig, maar de meeste banken hebben een veel beperktere blootstelling aan langlopende obligaties in de portefeuille. Verliezen blijven daardoor beperkter. Daarbij lijkt het in de VS vooral een vertrouwenskwestie te zijn bij kleine banken. Grote banken zien, volgens berichtgeving in de Financial Times, juist nieuwe klanten binnenstromen.

5. Wat gaat de ECB doen?
Hoewel Credit Suisse in een ander valutagebied ligt, waar de ECB niet voor verantwoordelijk is, kunnen de Zwitserse problemen wel hun weerslag hebben op banken in de eurozone. Veel beleggers dachten daarom dat de ECB de rente donderdag niet of minder hard zou verhogen. Toch werd de beleidsrente door de centrale bank – volgens schema – met 50 basispunten verhoogd.

De (staats)obligatiemarkten lopen wel vooruit op renteverlagingen en zetten staatsobligaties hoger (obligatiekoersen gaan omhoog bij lagere rente).

Een lagere rente werkt stimulerend voor de economie en dat is – op dit moment – goed voor het vertrouwen in het bankenstelsel. Daarnaast is misschien wel belangrijker dat met een lage (ECB) rente er meer geld in omloop raakt, waardoor banken minder makkelijk in liquiditeitsproblemen kunnen komen. Het is nu afwachten hoe de situatie zich ontwikkelt en of de centrale bank daarom toch een ruimer beleid gaat voeren.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap